Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282
woensdag 7 december 14.15 uur
Marco M. Slotboom
Do different treaty purposes matter for treaty interpretation? A
comparison of WTO and EC law
Faculteit: Rechtsgeleerdheid
Promotor: prof.mr. M.C.E.J. Bronckers
De onderhavige studie gaat uit van de algemene verwachting die de
meeste auteurs hebben, wanneer zij EG- en WTO-regels inzake de
liberalisering van het handelsverkeer vergelijken. Die verwachting
houdt in dat, gegeven het feit dat de EG een verdergaand doel en
strekking heeft dan de WTO, de EG-regels die van toepassing zijn op
het handelsverkeer tussen EG-Lidstaten stringenter zullen zijn dan
vergelijkbare WTO-regels inzake het handelsverkeer tussen WTOleden.
Het doel van de onderhavige studie is te onderzoeken of deze algemene
verwachting juist is. In het bijzonder luidt de onderzoeksvraag als
volgt: Is het juist om aan te nemen dat, gegeven het feit dat de EG en
de WTO een ander doel en strekking hebben, EG-verplichtingen die het
handelsverkeer tussen EG-Lidstaten liberaliseren stringenter zullen
zijn dan corresponderende WTO-bepalingen die van toepassing zijn op
het handelsverkeer tussen de WTO-leden?
De reikwijdte van de studie is beperkt tot de EG- en WTO-regels inzake
goederenverkeer en intellectuele eigendomsrechten. Alle andere
gebieden van het EG-recht die wel of niet in WTOrecht worden
gereguleerd, zoals het dienstenverkeer, vrij verkeer van kapitaal,
etc. zijn derhalve uitgesloten. In vergelijking met de WTO-regels
inzake het goederenverkeer en intellectuele eigendomsrechten, zijn de
WTO-regels inzake het dienstenverkeer en andere onderwerpen minder
ontwikkeld. Derhalve was op deze gebieden veel minder materiaal
aanwezig (verdragsbepalingen, jurisprudentie, literatuur) om een
nuttige vergelijking te maken tussen EGen WTO-rechtelijke bepalingen.
Hoofdstuk I bevat een introductie.
De Hoofdstukken II tot en met V vormen de basis van de studie. Zij
vergelijken steeds EG- en WTO-recht met betrekking tot een bepaald
materieelrechtelijk concept. In het bijzonder vergelijken de
respectievelijke hoofdstukken EG- en WTO-bepalingen in verband met
discriminatoire interne belastingen, subsidies voor wat betreft het
vereiste dat subsidie een financiële last voor de overheid met zich
mee moet brengen, de toelaatbaarheid van sanitaire en fytosanitaire
maatregelen en tenslotte uitputting van intellectuele
eigendomsrechten. De vier hoofdstukken vergelijken voor ieder van deze
materieelrechtelijke concepten of de relevante EGregels wel of niet
stringenter zijn voor EG-Lidstaten dan de corresponderende WTO-regels
zijn voor WTO-leden.
Hoofdstuk VI test de algemene toepassing van het antwoord op de
onderzoeksvraag, maar wijkt tegelijkertijd ook af van het raamwerk van
de onderhavige studie. Terwijl de Hoofdstukken II tot en met V zich
richten op het materiële recht, vergelijkt Hoofdstuk VI EG- en
WTO-recht met betrekking tot een procedureelrechtelijk concept. In het
bijzonder vergelijkt het de positie van een specifieke groep van
private partijen, non-gouvernementele organisaties, in procedures voor
de Europese rechters en de WTO-geschillenbeslechtingsorganen.
In Hoofdstuk VII wordt op basis van de vier materieelrechtelijke casus
gekomen tot een algemene conclusie in antwoord op de onderzoeksvraag.
Het antwoord op de onderzoeksvraag luidt dat, in gevallen waarin EG-
en WTO-bepalingen eenzelfde concept omschrijven, er geen reden is om a
priori aan te nemen dat EG-bepalingen om het handelsverkeer tussen
Lidstaten te liberaliseren stringenter zullen zijn dan de
corresponderende WTO-regels. In het bijzonder is het zeer
waarschijnlijk dat WTO-bepalingen op eenzelfde manier worden
geïnterpreteerd als corresponderende EG-bepalingen, indien de EG- en
WTO-bepalingen op gelijke wijze worden geformuleerd. In bepaalde
gevallen zijn WTO-bepalingen zelfs stringenter dan de corresponderende
EG-bepalingen. Indien derhalve onderhandelaars van WTO-verdragen
wensen te voorkomen dat de WTO-geschillenbeslechtingsorganen
WTO-bepalingen stringenter zullen interpreteren dan of op gelijke
wijze zullen interpreteren als corresponderende EGbepalingen, zullen
zij daartoe expliciete bewoordingen moeten gebruiken.