Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
persbericht
Nummer:
72
Directie:
voorlichting
06-12-2005
Status:
informatie
Inspectieonderzoek INHOLLAND: kritisch over uitvoering, positief over
verbetermaatregelen
Na een grootschalige fusie zijn bij Hogeschool INHOLLAND snel complexe
en niet volledig ontwikkelde vernieuwingen doorgevoerd. Dit leidde op
diverse plaatsen in de hogeschool tot een haperende uitvoering van het
onderwijs voor studenten en tot frustraties en grote werkdruk bij
docenten. Uit gesprekken en documenten ontstaat het beeld dat het lang
heeft geduurd voordat het college van bestuur hierop actie heeft
genomen. Inmiddels is dat wel gebeurd en de genomen verbeteracties van
INHOLLAND zijn daadkrachtig. Dat concludeert de Onderwijsinspectie in
haar rapport over de klachten en verbetermaatregelen met betrekking
tot INHOLLAND.
Staatssecretaris Rutte heeft het onderzoek vandaag naar de Tweede
Kamer gestuurd en spreekt van een "degelijk en stevig onderzoek". Het
is duidelijk dat de hogeschool in het verleden steken heeft laten
vallen. Gelukkig laat het rapport ook zien dat de hogeschool krachtige
verbetermaatregelen op de rails heeft gezet. "Het is nu aan INHOLLAND
om die verbeteracties ook tot een goed einde te brengen, maar ik heb
daar vertrouwen in", aldus Rutte. In een gesprek met het college van
bestuur en raad van toezicht van INHOLLAND heeft de staatssecretaris
aan INHOLLAND gevraagd over voor de zomer aan te geven hoe de genomen
maatregelen hebben uitgewerkt.
Bevindingen
Op verzoek van staatssecretaris Rutte heeft de Onderwijsinspectie
onderzoek gedaan bij INHOLLAND naar de klachten en afhandeling van
klachten van studenten en medewerkers. De Inspectie heeft de afgelopen
maanden in ruim zestig bijeenkomsten gesproken met in totaal 370
studenten, personeelsleden en leidinggevenden.
Uit het onderzoek blijkt dat studenten niet tevreden zijn over de
begeleiding, de lesuitval, de toetsing, de vertraging waarmee cijfers
worden geleverd en het gebruik van de elektronische leeromgeving. De
Inspectie concludeert hieruit dat het ontbreekt aan "een adequate
uitvoeringspraktijk". De docenten hebben moeite met de hoge werkdruk
als gevolg van de vele en snelle veranderingen en zijn ontevreden over
de organisatie en cultuur van de hogeschool. Bovendien ziet de
Inspectie een kloof tussen de ambities van het college van bestuur en
de beschikbare tijd en middelen op de werkvloer. Docenten vinden de
onderlinge werksfeer goed, maar geven aan dat de organisatiecultuur
van INHOLLAND nogal te wensen overlaat.
De studenten zijn wel positief over de toegankelijkheid van docenten
in het geval van problemen, maar niet tevreden over de afhandeling van
klachten. Volgens de Inspectie kwam dat omdat de afhandeling van
klachten niet was ingepast in het kwaliteitszorgsysteem en het
daadwerkelijk oplossen van een probleem vaak buiten de macht van een
individuele docent lag. De Inspectie constateert dat er inmiddels wel
een heldere procedure voor de afhandeling van klachten is
voorgeschreven, dat er klachtencoördinatoren zijn aangewezen en dat de
voorlichting aan studenten over de klachtenprocedure is uitgebreid. De
nieuwe klachtenprocedure is nog te kort in werking om de effecten
ervan te kunnen beoordelen.
Verbeteracties
De Hogeschool heeft de afgelopen jaren een reeks aan verbeteracties
ingezet. Zo wordt de gecombineerde invoering van competentiegericht
onderwijs en het major/minor-model verbeterd; wordt de
informatievoorziening over organisatorische zaken verbeterd, net als
de beoordeling van de studieresultaten. Ook zijn maatregelen getroffen
om lesuitval te voorkomen. Volgens de Inspectie hecht INHOLLAND meer
belang dan voorheen aan de mening van de student. Periodieke
onderwijsevaluaties vinden momenteel weer vaker plaats. Positief is
ook dat er geen nieuwe grote veranderingen op stapel staan, waardoor
docenten meer tijd krijgen zich hun nieuwe rol eigen te maken. De
begeleiding van medewerkers in het proces naar competentiegericht
onderwijs wordt geïntensiveerd.
De Inspectie noemt de voorgenomen of reeds ingezette
verbetermaatregelen van INHOLLAND "daadkrachtig en ter zake". Wel
vraagt de Inspectie zich af of het draagvlak onder medewerkers groot
genoeg is voor de onderwijskundige vernieuwingen en of er in voldoende
mate rekening gehouden is met de verschillen tussen de diverse
INHOLLAND-Schools. Volgens de Inspectie is het nu nog te vroeg om
uitspraken te doen over het wel of niet slagen van de
verbetermaatregelen.
06-12-2005
Ministerie van OCW
Rijnstraat 50
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
T: 070 412 34 56
F: 070 412 34 50
E: ocwinfo@postbus51.nl