2-12-2005, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2, 18.40 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER EEN MOGELIJKE MISSIE NAAR AFGHANISTAN EN DE MOGELIJKE COMPENSATIE VAN
DE GESTEGEN OLIEPRIJS
- AFGHANISTAN -
SCHILHAM:
Waar hangt het nog vanaf of Nederland opnieuw militairen naar Afghanistan
stuurt?
BALKENENDE:
Dat hangt af van nogal wat factoren. Het is een heel belangrijke
beslissing. Het is een gebied dat echt noopt om voorzichtig te zijn met de
besluitvorming. En als je praat over het nemen van een beslissing dan hangt
dat samen met: hoe zit het met de veiligheidssituatie daar? Hoe zit het met
de contacten met de NAVO-partners? want het is dus een NAVO-operatie. Hoe
zit het met de situatie van Nederlanders als ze er heen gaan, onze
militairen? Hoe zit het met de politiek-bestuurlijke structuur in dat
gebied? Kun je samenwerken met autoriteiten? Al die zaken spelen een rol.
SCHILHAM:
Is het niet een enorm dilemma? Want u wilt als kabinet die bijdrage leveren
als het enigszins kan. Toch gaat u Nederlandse militairen naar een gebied
sturen dat echt gevaarlijk is?
BALKENENDE:
Het is ook een hele moeilijke afweging. Dat vind ik zelf ook. We zijn al
maanden bezig met dit onderwerp. En juist omdat het een complexe afweging
is, moet je zeer zorgvuldig zijn. En we hebben er vandaag in het kabinet
uitgebreid over gesproken. Want Nederland heeft gezegd: voordat we een
besluit kunnen nemen of we wel of niet gaan, moet je alle factoren heel
goed in ogenschouw nemen. Moet er een goede afweging worden gemaakt. Dat
hebben we ook geprobeerd te doen vandaag. Althans, op basis van de
informatie die er nu is.
SCHILHAM:
Want ministers uit het kabinet hebben gesprekken gehad met de Amerikanen en
in Brussel met NAVO-militairen.
BALKENENDE:
Het is geen Amerikaanse actie, dit is een NAVO-operatie. Dit is een ISAF-
operatie.
SCHILHAM:
Maar er waren Amerikanen op bezoek om te vertellen wat zij konden betekenen
als een soort back-up voor de Nederlandse troepen.
BALKENENDE:
Het gaat breder dan alleen de Amerikanen. Het gaat om de contacten met de
NAVO-partners. Want we weten ook dat Australië in beeld is, het Verenigd
Koninkrijk is in beeld. Andere landen doen mee. Kortom, er zijn nogal wat
landen bij betrokken. En het is nu vooral zaak om een goed beeld te krijgen
van de situatie. Ik zei al: het is een moeilijke afweging, want de
Nederlandse militairen zijn zeer gerespecteerd in het buitenland. Men is
goed opgeleid, men is gemotiveerd. Maar tegelijkertijd moet je altijd oog
hebben voor de risico's waar die mannen en vrouwen mee te maken krijgen.
SCHILHAM:
Op basis van de informatie die u deze week hebt gekregen vanuit NAVO-kring,
vanuit Amerikaanse kring: is een positief besluit dan wel dichterbij
gekomen?
BALKENENDE:
Dat kan ik nog niet zeggen. Ik ben wel positiever over de mate waarin wordt
beantwoord aan de voorwaarden die Nederland heeft gesteld.
SCHILHAM:
Daarmee is dan toch een positief besluit dichterbij gekomen?
BALKENENDE:
Het is gemakkelijker geworden om te zeggen: er wordt meer voldaan aan
Nederlandse wensen en eisen. Maar dat is nog te vroeg om te kunnen zeggen
of het 'ja' of 'nee' wordt. Want bij dit soort operaties moet je echt
rekening houden met alle factoren. Dat betekent dat we die discussie met
elkaar zijn aangegaan, in het kabinet. Ook de informatie die nodig is om
tot een besluit te kunnen komen, moet nog worden aangevuld. Dat gaat de
komende dagen door en om die reden zullen we volgende week vrijdag opnieuw
hierover spreken.
SCHILHAM:
Kan Nederland er eigenlijk nog onderuit nu u zover bent gekomen in dat
besluitvormingsproces?
BALKENENDE:
Op het ogenblik is niemand gebonden. U weet: het gaat om twee partijen op
het ogenblik: het kabinet moet een besluit nemen, en dat is geen makkelijke
beslissing, en het parlement moet een besluit nemen. Want als het kabinet
er uit is, dan zal via een zogenoemde artikel 100-brief het parlement
worden geïnformeerd en dan zullen we moeten zien hoe het parlement er over
oordeelt.
SCHILHAM:
Maar stel dat het een 'nee' zou worden, is dat dan niet een enorm
gezichtsverlies voor Nederland, internationaal gezien?
BALKENENDE:
Ik vind het niet zo verstandig in mijn rol als premier om te gaan
speculeren over een 'ja' of een 'nee'. Dat vind ik niet echt goed.
SCHILHAM:
Maar is het een optie, is meer de vraag. Kan het eigenlijk nog wel?
BALKENENDE:
Het is wel zo dat wat je ook doet, dat je rekening moet houden met de
binnenlandse politieke context en met de internationale omstandigheden. En
wat er nu gebeurt met Afghanistan: vanuit de internationale gemeenschap is
gezegd dat als we het land willen opbouwen, dat als we willen werken aan
perspectief, wil je de mensen daar ondersteunen, dan moet die
internationale gemeenschap actief zijn. Dat is ook de reden waarom nogal
wat landen actief zijn in Afghanistan. En om die reden is Nederland ook de
vraag gesteld om een bijdrage te leveren. Net zo goed als andere landen dat
doen.
SCHILHAM:
En om die reden wilt u het in principe wel doen? Als aan de voorwaarden is
voldaan?
BALKENENDE:
Ik ga nu niet speculeren over de einduitkomst. Ik zeg alleen: Nederland wil
een betrouwbare partner zijn. Alleen, zo'n besluit kun je niet zomaar
nemen, daarvoor is het echt te ingewikkeld. Daarvoor zijn er teveel
belangen in het geding. En dat geldt zowel internationaal als nationaal.
Dat is ook de reden waarom we wat tijd nodig hebben om tot een verantwoord
besluit te komen.
SCHILHAM:
Er is nog veel aarzeling in de Tweede Kamer. Hoe belangrijk is voor u
eigenlijk een hele brede steun in de Tweede Kamer voor een besluit om de
militairen daarheen te sturen?
BALKENENDE:
Draagvlak is altijd van belang. Je kunt niet regeren zonder het benodigde
draagvlak in de Tweede Kamer. Dat geldt voor regeringspartijen, dat geldt
voor oppositiepartijen.
SCHILHAM:
Want hoe belangrijk is het dat de PvdA als grootste oppositiepartij ook
aangeeft dit te kunnen steunen? Is dat een voorwaarde voor u?
BALKENENDE:
Het woord voorwaarde gebruik ik niet. Ik ben wel benieuwd hoe te zijner
tijd de PvdA hierop zal reageren. Niet zozeer de vraag of men voor of tegen
is, maar vooral wat nu de argumenten zijn van de PvdA die een rol kunnen
spelen bij hun visie, bij hun besluit dat ze zullen nemen.
SCHILHAM:
Maar moet u dat niet van tevoren weten, voordat u als kabinet een besluit
neemt?
BALKENENDE:
Ik heb te maken met officiële debatten in een Kamer met officiële
positiebepaling. En u kunt zich voorstellen dat wij ons natuurlijk goed
rekenschap geven van de politieke gevoeligheid over dit heel belangrijke
onderwerp. Iedereen zit natuurlijk met de vraag: wat is verantwoord, wat
moet je doen? En dat geldt voor het kabinet, dat geldt voor mij, dat geldt
voor iedereen. En dat geldt ook voor de PvdA. En iedereen heeft te maken
met de vraag: wat kunnen wij bijdragen aan Afghanistan? En zijn de risico's
verantwoord? En hoe zit het met de toerusting van onze mensen, onze mannen
en vrouwen daar? Die vragen moeten we op ons laten inwerken. Dat geldt ook
voor de PvdA. En daarom ben ik ook vooral benieuwd naar de visie die men
vanuit de PvdA-fractie heeft op zo'n operatie. Welke eisen nu worden
gesteld? U weet ook dat natuurlijk een kader geldt voor het uitsturen van
Nederlandse mannen en vrouwen. Dat zal aan de orde komen wanneer de brief
naar de Kamer zou kunnen worden gezonden.
SCHILHAM:
Ik kan me herinneren van een vergelijkbaar geval in het verleden, dat u
Wouter Bos heeft ontvangen op het Torentje om van hem te horen hoe hij daar
tegenaan keek. Ik kan me voorstellen dat het nu weer gebeurt. Dat u hem
volgende week uitnodigt om eens even te praten hierover.
BALKENENDE:
Ik dacht dat ik vorige keer ook niet vooraf kenbaar heb gemaakt of ik met
de heer Bos heb gesproken.
SCHILHAM:
U heeft het laten doorschemeren toen en het is niet zo'n gekke gedachte
toch?
BALKENENDE:
Ik ga daar geen mededelingen over doen in de pers.
SCHILHAM:
Volgende week een besluit hierover?
BALKENENDE:
Dat zullen we moeten zien. We hebben vandaag tegen elkaar gezegd dat wij
volgende week op alles terug zullen komen. Of er een besluit kan komen, dat
zal moeten blijken de komende dagen, de komende week, afhankelijk van wat
we nog allemaal te horen krijgen. Want ik heb aangegeven: er zijn nogal wat
voorwaarden die Nederland stelt.
- COMPENSATIE OLIEPRIJS -
SCHILHAM:
Er zijn goede berichten over de economie. Er zijn weer meevallers te melden
aan de kant van minister Zalm. Het lijkt me een uitgelezen kans om mensen
nou eens een extra steuntje in de portemonnee te geven. En toch weigert het
kabinet op deze wens van de Tweede Kamer in te gaan.
BALKENENDE:
Pas op zoals u het formuleert. Als u zegt: gelukkig zijn er meevallers. Dat
is ook zo. De tijd van economische malaise, oplopende werkloosheid, enorme
tegenvallers voor de Rijksoverheidsfinanciën, die tijd gaan we
langzamerhand achter ons laten. We zien op het ogenblik dat het vertrouwen
van producent en consument weer toeneemt, dat de economische groei hoger
wordt, dat de werkloosheid weer een dalende tendens te zien geeft. Allemaal
ontwikkelingen waar we blij mee zijn.
SCHILHAM:
Een extra steuntje in de rug zou heel welkom zijn.
BALKENENDE:
Maar dat steuntje in de rug, weet u wat we nu doen volgende jaar? We werken
aan 2,5 miljard euro lastenverlichting. Dat is in oude guldens ver over de
5 miljard gulden. Dat scheelt. Als we nu zien wat we doen met bijvoorbeeld
gezinnen: dat het lesgeld voor 16- en 17-jarigen wordt afgeschaft, dat er
geen premie hoeft te worden betaald voor de gezondheidszorg, voor de
verzekering van kinderen beneden de 18 jaar.
SCHILHAM:
Maar dat zijn allemaal dingen die u op Prinsjesdag bekend heeft gemaakt.
Maar nu wil de Tweede Kamer toch nog een stapje meer, want een ruime
meerderheid wil dat u een klein steuntje in de koopkracht geeft nog.
BALKENENDE:
Weet u wat de discussie in september was? In september was er de vrees dat
het al veel betere koopkrachtbeeld dat toen kon worden gepresenteerd, zou
worden weggespoeld door de hoge olieprijs. We spraken toen over een
olieprijs van 65 dollar. Inmiddels is die verwachting totaal anders
geworden. We gaan nu uit van 55 dollar in plaats van de voorziene 50. Maar
toen was de vraag: wat gebeurt er met de koopkracht? En wat we nu kunnen
presenteren aan feit is dat ten opzichte van dat beeld, dat al veel beter
was in september, dat het beeld nu nog beter is geworden. Kortom, we kunnen
gewoon heel blij zijn, dat ben ik ook, met het plaatje zoals dat er nu
ligt.
SCHILHAM:
Nu zegt de grootste regeringspartij in de Kamer, het CDA: het kan nog
mooier worden als u die laatste verhoging van de olieprijs compenseert, en
dat willen wij.
BALKENENDE:
Maar we hebben toen destijds gesproken niet over de compensatie van de
olieprijs, we hebben het gehad over compensatie in relatie tot het totale
koopkrachtbeeld. En dat koopkrachtbeeld is beter geworden. En voor het
overige zullen we volgende week in het debat in de Tweede Kamer zien hoe de
verschillende partijen hier tegenover staan. Ik begrijp natuurlijk de wens
vanuit partijen. En het is ook iets om blij mee te zijn, dat na lange tijd
waarin je steeds tegen mensen moest zeggen dat we in de min zitten, dat we
nu langzamerhand met grotere groepen in de plus komen. Het is een ander
beeld voor 2006. Natuurlijk kan er makkelijk worden gezegd dat het altijd
nog mooier kan. Dat begrijp ik wel.
SCHILHAM:
En de Kamer zal u daar ongetwijfeld volgende week toe dwingen.
BALKENENDE:
Dat zal dan moeten blijken in het debat.
SCHILHAM:
Dan zegt u: als de Kamer dat wil, dan moet het maar.
BALKENENDE:
Ik ga nog niet vooruit lopen. Ik heb u aangegeven van tevoren: vandaag
hebben we over dit onderwerp gesproken. Laten we in ieder geval blij zijn
dat de tijd van tegenvallers en in de min zitten met elkaar, dat we die
achter ons gaan laten. En dat is iets dat mij op het ogenblik in ieder
geval tot tevredenheid stemt. En het debat volgende week moeten we
afwachten.
SCHILHAM:
U bent niet bang dat u in conflict komt met Verhagen, de fractievoorzitter
van uw eigen partij het CDA? Want die loopt voorop met het roepen om een
extraatje.
BALKENENDE:
Laten we gewoon eerst het debat maar eens afwachten.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RS)
Ministerie van Algemene Zaken