P E R S B E R I C H T
EMBARGO TOT 13.30 UUR
Heerlen/Aken, 2 december 2005
Unieke grensoverschrijdende samenwerking van bedrijven en beroepsonderwijs
Start project Grensverleggend Opleiden
Met de ondertekening van een convenant op 2 december geven diverse organisaties vanuit het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen van zowel Nederlandse als Duitse zijde het startsein voor het project 'Grensverleggend Opleiden'.
Dit project is een samenwerking van DaCapo College, Emmacollege, Sophianumcollege, Arcus College, Leeuwenborgh Opleidingen, Mies van der Rohe Schule Aachen, Handswerkskammer Aachen, Industrie- und Handelskammer Aachen, Kamer van Koophandel Zuid-Limburg, Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap, Koninklijke Metaalunie, Uneto/VNI, Projectgroep doorlopende leerlijnen en Giralis, partners in onderwijs Den Bosch.
Het project heeft tot doel het voorkomen van voortijdige uitval van leerlingen en daarmee een vergroting van de doorstroom van vmbo naar mbo en vergroting van de gekwalificeerde uitstroom van leerlingen in het technisch (metalektro) beroepsonderwijs, via verbetering van de praktijkleerweg op basis van het Duitse model van van 'Berufsbildung'. Het is een model dat door zijn attractiviteit (zowel de werkwijze tijdens het project als de werkgelegenheidskansen in de gehele euregio na afloop) goed aansluit bij de belevingswereld van de huidige generatie leerlingen.
Onze economie wordt steeds kennisintensiever en veranderingen in het bedrijfsleven volgen elkaar in hoog tempo op. Van jongeren wordt gevraagd dat zij doorlopend op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen in hun vakgebied. Het onderwijs en het bedrijfsleven staan voor de uitdaging om de snelle ontwikkelingen bij te houden en werknemers af te leveren die gewapend zijn met actuele kennis van en vaardigheden op hun vakgebied.
In voornoemde context is de beroepspraktijk herontdekt als krachtige en motiverende leeromgeving: leerlingen in het initiële beroepsonderwijs kunnen er bij uitstek de benodigde competenties verwerven voor vakmanschap. Het competentiegericht opleiden in de beroepspraktijk vindt in Duitsland al langer plaats via het model voor 'Berufsbildung' waarbij de relatie 'Meister' en 'Geselle' centraal staat.
Het is juist dit model dat nu een centrale plaats in neemt binnen het project dat de kamer van koophandel voor de Zuid-Limburgse regio Parkstad en de aangrenzende regio Aken wil entameren. Hoewel het Duitse model voor 'Berufsbildung' toepasbaar is in nagenoeg alle - in Nederland gedefinieerde - beroepssectoren, is vooreerst gekozen voor een pilot in de metalektro sector. De Metaalunie en Uneto-VNI hebben enthousiast gereageerd op het initiatief en hun steun toegezegd. Het Ministerie van OCW heeft de Projectgroep Kwaliteit van de Leerlingenzorg in vmbo en praktijkonderwijs mee te denken bij de aanpak. Doorlopende leer- en zorglijnen vmbo-mbo is een der speerpunten van deze landelijke projectgroep, die door de gezamenlijke onderwijsorganisaties in het voortgezet onderwijs (o.a. werkgevers-, werknemersorganisaties en "Schoolmanagers vo") is ingesteld.
Aan het project liggen drie kernproblemen ten grondslag. Allereerst verlaten nog teveel jongeren voortijdig het beroepsonderwijs als gevolg van een gebrekkige aansluiting van het vmbo- op het mbo onderwijs. Als belangrijkste redenen voor het verlaten van de opleiding worden het gebrek aan motivatie en desinteresse bij leerlingen genoemd. Niet zelden komt dat doordat leerlingen een te vaag opleidings- en beroepsbeeld hebben. Dat komt de keuze voor technische opleidingen en mogelijkheden en kansen in die sector niet ten goede.
Daarnaast is er geen tot onvoldoende afstemming over leerwerkplaatsen en stages van (vmbo/mbo) leerlingen tussen onderwijsinstellingen en het Limburgse bedrijfsleven. In Nederland zijn het de achttien Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB's) die leerbedrijven werven en accrediteren zonder dat onderling structureel informatie wordt uitgewisseld. Vervolgens verwerven de scholen ieder voor zichzelf stageplaatsen bij bedrijven voor 'hun' leerlingen zonder dat af te stemmen met collega-scholen. Bedrijven worden aldus (te) vaak geconfronteerd met Kenniscentra en scholen die apart van elkaar leerwerkplaatsen en stageplaatsen zoeken voor hun leerlingen. In Duitsland worden de stageplaatsen centraal geworven en geregistreerd bij de Industrie und Handelskammer (IHK) in tegenstelling tot de decentrale aanpak in Nederland door middel van de Kenniscentra.
Tenslotte komt de Euregionale ligging van Zuid-Limburg thans onvoldoende tot uitdrukking in het scholingsaanbod van vmbo/mbo scholen. Het behoeft geen betoog dat leerlingen en werkenden steeds meer te maken krijgen met kansen en bedreigingen vanuit naburige Duitse regio's en daarop voorbereid dienen te zijn. Er is binnen het Limburgse vmbo onderwijs bovendien een trend waarneembaar dat Duits steeds minder vaak als 'vak' wordt gekozen terwijl taalvaardigheid, culturele aspecten en de arbeidsethos binnen een euregionale economie en arbeidsmarkt juist van wezenlijk belang is.
Het project gaat van start per 1 januari 2006 en heeft een looptijd van drie jaar. Het algemeen bestuur van de kamer van koophandel heeft onlangs middelen vrijgemaakt voor de aanstelling van een projectleider gedurende deze drie jaar.
Einde persbericht
---