145 - Wegbermbeheer geeft vlinders weinig kans
Achteruitgang biodiversiteit bedreiging voor bestuiving wilde planten
Datum: 22 november 2005
Wereldwijd verdwijnen er jaarlijks dier- en plantensoorten door toedoen van
de mens. Deze achteruitgang van biodiversiteit kan processen in ecosystemen,
zoals bestuiving, zodanig veranderen dat soorten sneller verdwijnen. Bioloog
Frank Hoffmann onderzocht de relatie tussen bestuiving van wilde planten en
de diversiteit van insecten en planten ter plaatse. Hij concludeert onder
andere dat een verbetering van het beheer van bermen en slootkanten hard
nodig is. Dit om ook buiten natuurgebieden een hoge soortendiversiteit te
behouden. Hoffmann promoveert op 2 december 2005 aan de Rijksuniversiteit
Groningen.
Bermen langs wegen (meer dan 2,5 % van het oppervlak in Nederland)
vormen kleine stukjes natuur temidden van asfalt en landbouwgebied.
Die stukjes natuur dreigen door de intensieve landbouw en verkeerd
beheer steeds minder divers te worden. Frank Hoffmann deed in
Noord-Drenthe veldonderzoek naar de aanwezigheid van plantensoorten en
insectensoorten in bermen en slootkanten in landschappen die onderling
verschillen in biodiversiteit. Hij wilde weten wat dit verschil
betekent voor bloembezoek en bestuiving.
Geen vlinders
Aanvankelijk wilde hij onderzoek doen naar bijen, vlinders en andere
insecten. Maar al snel bleek dat er in de bermen nauwelijks
vlindersoorten te vinden zijn. `Je ziet buiten de natuurgebieden zo
weinig vlinders, dat je ze niet eens kunt meenemen in je onderzoek.
Dat zegt natuurlijk al heel veel over de invloed van de mens. Hoe
intensiever de landbouw, hoe minder plantensoorten er blijken te zijn.
En met het verdwijnen van plantensoorten gaat ook de diversiteit van
insectensoorten snel achteruit. Op de langere termijn blijkt nu juist
dat voor de bestuiving van alle plantensoorten in een landschap een
grote insectendiversiteit van essentieel belang is. Veel planten
hebben verschillende bestuivers nodig. Hoe meer insectensoorten er
aanwezig zijn, hoe groter dus de kans dat ook de planten het goed
blijven doen.'
Blauwe knoop en fluitenkruid
Voor afzonderlijke plantensoorten is het effect van biodiversiteit op
bestuiving niet zo eenvoudig te voorspellen. Plantensoorten die door
weinig insectensoorten worden bezocht zijn het meest kwetsbaar, vooral
als de bestuiver zelf, op zijn beurt, van die specifieke plant
afhankelijk is. Hoffmann: `Als die insecten wegblijven, hebben deze
planten maar weinig alternatieven en verdwijnen op den duur door
gebrek aan bestuiving. Een voorbeeld is de grote wederik, die maar
door één bijensoort wordt bestoven. Zonder deze bijen zal de nu nog
veel voorkomende grote wederik het heel moeilijk krijgen. Ook de
achteruitgang van de blauwe knoop is mogelijk versterkt door het
verdwijnen van zijn bestuivers. Vooral kleine geïsoleerde populaties
blauwe knoop blijken voor de bestuiving afhankelijk te zijn van de
biodiversiteit. Plantensoorten zoals fluitenkruid, die door zoveel
verschillende soorten kunnen worden bezocht, zijn veel minder
kwetsbaar.'
Anders maaien
Wegbermen vormen een belangrijke verbinding tussen de natuurgebieden
en zijn essentieel voor het behoud van wilde plantensoorten en hun
bestuivers, stelt Hoffmann. De diversiteit in bermen staat en valt
echter met de manier waarop bermen worden beheerd. Het viel hem op dat
het beheer in Drenthe nogal chaotisch is. `Ik heb meegemaakt dat
bermen met een klepelmaaier zo kaal waren gemaaid dat er een maand
niets wilde bloeien. Dat is funest voor de diversiteit. Het probleem
is dat er niet één instantie is die verantwoordelijk is voor het
maaien. Er zijn allerlei uitvoerende partijen bij betrokken en die
maaien allemaal op hun eigen manier. Ze zouden hun beleid beter moeten
coördineren. Het beste is om één tot twee keer per jaar te maaien en
het maaisel zo snel mogelijk te verwijderen. Je kunt ook gefaseerd
maaien, zodat je rekening kunt houden met bepaalde plantensoorten.
Bijvoorbeeld eerst de ene kant van de weg en een paar weken later pas
de andere.'
Insecten in je tuin
Ook voor de landbouw is de diversiteit van insecten belangrijk, meent
Hoffmann. `Zeker voor fruittelers. Als je kersen, appels of bessen
teelt, ben je ook afhankelijk van bestuivers.' Particulieren die meer
vlinders willen lokken naar hun tuin, kunnen de biodiversiteit een
handje helpen. `Maak je beplanting wat natuurlijker door inheemse
soorten te planten. En neem niet alleen plantensoorten met dubbele
bloemen, maar soorten waar de insecten goed bij kunnen. Zo lok je de
meeste hommels, zweefvliegen, bijen en vlinders naar je tuin en bied
je vele insecten een mooie pleisterplaats.'
Curriculum vitae
Frank Hoffmann (Zeven, Duitsland, 1974,) studeerde biologie aan de
RUG. Hij verrichtte er ook zijn promotieonderzoek, aan de vakgroep
Community and Conservation Ecology van het onderzoeksinstituut Centre
for Ecological and Evolutionary Studies. Zijn onderzoek werd
gefinancierd door het Stimuleringsfonds Biodiversiteit van NWO/Aard en
Levenswetenschappen. Hij is momenteel werkzaam als vertaler Duits bij
het vertaalbureau Language Unlimited BV te Utrecht. Hoffmann
promoveert tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. Zijn
promotoren zijn prof. dr. J. van Andel en dr. M.M. Kwak. De titel van
zijn proefschrift luidt: Biodiversity andpollination. Flowering plants
and flower-visiting insects in agricultural and semi-natural
landscapes. Het ISBN-nummer is 90-367-2443-0.
Rijksuniversiteit Groningen