Voortvarende invoering Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
De afgelopen maanden heeft de gemeente, samen met burgers, welzijn- en
zorgorganisa-ties, belangrijke stappen gezet om de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) op 1 juli 2006 te kunnen
invoeren. Daarbij is gekeken naar de wensen van zowel cliënten
(burgers met een welzijn- of zorgbehoefte) als professionele
organisaties. Voor wat betreft de onderwerpen 'huishoudelijke zorg',
'indicatie-stelling' en 'loketvorming' heeft het college van b&w de
reacties op 29 november 2005 vrijgegeven voor behandeling in de
Commissie Welzijn op 20 december. In deze 'reactienota' wordt op
hoofdlijnen aangegeven hoe de WMO in Hilversum zou kunnen worden
uitgevoerd.
De WMO vervangt de huidige Welzijnswet, de Wet Voorzieningen
Gehandicapten (WVG) en een deel van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ). De wet wil burgers in staat stellen zo lang
mogelijk zelfstandig te blijven wonen en leven. Daarvoor brengt de WMO
een aantal verantwoordelijkheden, die nu nog bij externe partijen
liggen, onder bij de gemeenten. Onderdelen van de WMO zijn nog
onzeker, omdat op rijksniveau nog niet alles is uitgekristalliseerd.
Toch houdt staatssecretaris Ross vast aan 1 juli 2006 als
invoeringsdatum.
De voorstellen in een notendop
In de nota wordt voorgesteld dat mensen vanaf 1 juli 2006:
* aanspraak kunnen blijven maken op de huishoudelijke hulp en
huishoudelijke verzorging (onderdeel van de huidige 'thuiszorg',
thans nog uitgevoerd door AWBZ);
* aanspraak kunnen blijven maken op de voorzieningen die thans via
de Wet Voorzieningen Gehandicapten worden toegekend (huidige WVG,
nu ook al uitgevoerd door gemeenten);
* voor zowel huishoudelijke verzorging als WVG-voorzieningen een
indicatie kunnen aanvragen (vaststellen van de benodigde zorg c.q.
voorziening);
* voor de toegewezen voorziening een eigen bijdrage betalen;
* de zorgverlening kunnen ontvangen in natura (gemeente kiest een
zorgleverancier) of via een persoonsgebonden budget (PGB: mensen
krijgen het geld voor zorglevering en kopen daarvan dan zelf hun
benodigde zorg in);
* met hun vragen op het terrein van wonen, welzijn en zorg in de
toekomst terecht kunnen bij een centraal loket voor informatie,
advies en cliëntondersteuning, gevestigd aan de Oude Enghweg;
* ook in de wijken zoveel mogelijk terecht moeten kunnen bij
informatiepunten wonen-welzijn-zorg, die in overleg met allerlei
organisaties gestalte krijgen in de woondienstenzones (deels al in
uitvoering).
N.B: ook na 1 juli 2006 kunnen inwoners van Hilversum dus gewoon
aanspraak blijven maken op (thuis)zorg en voorzieningen!
Deels regionale aanpak
Ook in regionaal verband van Gooi- en Vechtstreek wordt eendrachtig
aan de kaders en invoering van de WMO gewerkt. Sommige WMO-onderdelen
lenen zich namelijk goed voor uitwerking en uitvoering in
regioverband. In een gezamenlijke projectgroep onderzoeken de 9
verschillende gemeenten de mogelijkheden. In principe zal nog voor het
einde van dit jaar een regionale visie worden opgesteld. De in dit
voorstel vastgestelde uitgangspunten zullen daar uiteraard nog aan
worden 'getoetst'.
Planning
Het streven is er vooralsnog op gericht om de raadcommissie nog voor
de gemeenteraads-verkiezingen van maart de kaders van de WMO te laten
vaststellen. Dat betekent dat de onderdelen huishoudelijke hulp,
indicatie en loket, maar ook de ondersteuning van mantelzorgers en van
vrijwillige inzet (vrijwilligerswerk) in een WMO-beslisdocument van
richting worden voorzien. Daarna volgt implementatie, waarbij ook
cliënten en welzijn- en zorgorganisaties volop worden betrokken.
Ondertussen zal in april of mei 2006 de WMO-verordening worden
vastgesteld (juridische verankering). Voorlopig gaan we uit van 1 juli
2006 als startmoment.
Eerst de 'nieuwe' onderdelen
Zoals de meeste gemeenten in het land heeft ook Hilversum ervoor
gekozen zich bij de WMO in eerste instantie te richten op
implementatie van de 'nieuwe' onderdelen (dus komend vanuit de AWBZ
naar de gemeente): enerzijds huishoudelijke zorg, anderzijds
informatie, advies en cliëntondersteuning (loket) en in een latere
fase de ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwilligers. Uiteraard
heeft de inrichting van deze onderdelen wel heel nadrukkelijk
raakvlakken met het brede terrein van preventief welzijn en het
streven van de WMO om burgers in staat te stellen zo lang en zo
prettig mogelijk zelfstandig te blijven wonen en leven. Dit brede
welzijnsbeleid krijgt thans ook al op de een of andere manier vorm in
de huidige Welzijnswet (reeds onderdeel gemeente), maar moet wel
worden aangepast aan de intenties van de WMO. Daarom streeft de
gemeente Hilversum naar een brede herijking en waar nodig vernieuwing
van haar totale welzijnsbeleid vanaf de tweede helft van 2006.