Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
SV/V&V/05/96028
Onderwerp Datum
Pardonregeling Wet beperking export 28 november 2005
uitkeringen
Op 27 oktober 2005 heb ik in een algemeen overleg met de vaste commissie voor Sociale Zaken
en Werkgelegenheid van uw Kamer nader gesproken over de laatste stand van zaken bij het
sluiten van de handhavingsverdragen in het kader van de Wet beperking export uitkeringen (Wet
BEU). In het algemeen overleg heeft de vaste commissie vragen gesteld waarvan ik heb toegezegd
die schriftelijk te zullen beantwoorden. De gevraagde cijfers zijn in de bijlage bij deze brief
opgenomen.
De bij het algemeen overleg aanwezige leden van de fracties van CDA, PvdA en SP bepleitten een
uitzondering op de Wet BEU ten aanzien van diegenen die reeds voor de invoering van de Wet
BEU uitkeringsgerechtigd waren en in een niet-verdragsland woonden, en die per 1 januari 2006
zullen worden geconfronteerd met de intrekking c.q. verlaging van hun uitkering. In verband
hiermee is het volgende van belang.
De gesloten handhavingsverdragen en binnenkort nog te sluiten verdragen hebben een
internationaal netwerk van controle- en verificatieafspraken tot stand gebracht dat vrijwel de
volledige uitkeringspopulatie van SVB en UWV buiten Nederland dekt. Zoals blijkt uit de evaluatie
van de inmiddels gesloten handhavingsverdragen, waarover ik u separaat informeer, heeft de Wet
BEU niet alleen de juridische kaders geschapen om de handhaving van
socialeverzekeringsuitkeringen in het buitenland te realiseren, maar er ook voor gezorgd dat
`handhaving buitenland' in de uitvoeringspraktijk van SVB en UWV een prominente plek op de
agenda heeft gekregen. Het feit dat de verplichtingen van buitenlandse instanties in de sfeer van
controle en verificatie concreet en verplichtend in een verdrag zijn vastgelegd, blijkt de naleving
door die instanties te bevorderen. Het met de Wet BEU gekozen instrument van een
handhavingsverdrag is in die zin dan ook effectief te noemen. Het doel van de Wet BEU wordt
naar mijn mening dan ook ruimschoots gehaald.
2
Ten aanzien van de landen waarmee tot nu toe geen verdragsafspraken zijn gemaakt, zie ik realiter
weinig mogelijkheden om die alsnog tot stand te brengen. Redenen hiervoor lopen uiteen van een
gebrek aan handhavingsmogelijkheden tot een gebrek aan belang bij de
beoogde verdragspartner m.n. wanneer het een zeer klein aantal uitkeringsgerechtigden betreft.
Voor Nederland geldt in deze situatie dat de baten van het sluiten van een verdrag en het
implementeren van de daarin gemaakte afspraken in termen van verbeterde rechtmatigheid dikwijls
niet opwegen tegen de daarmee gemoeide kosten.
Gelet op het voorgaande acht ik het bieden van een pardonregeling verdedigbaar. Deze ziet dan op
degenen die reeds voor 1 januari 2000, de datum van inwerkingtreding van de Wet BEU, recht
hadden op een AOW-, Anw-, WAO- of WAZ-uitkering en die toen reeds buiten Nederland
woonden.
Ik hecht er overigens aan te benadrukken dat naar mijn mening het principe van de Wet BEU
(zonder handhavingsverdrag buiten Nederland geen recht op uitkering) zonder meer overeind dient
te blijven. In deze mening word ik gesterkt door de uitkomsten van de evaluatie van de
handhavingsverdragen. Een pardonregeling maakt op dit principe inbreuk en geldt dan ook
uitdrukkelijk voor een beperkte, hiervoor omschreven groep uitkeringsgerechtigden. De
pardonregeling houdt in dat voor deze groep geen toepassing wordt gegeven aan de Wet BEU.
Een wetsvoorstel waarin de pardonregeling is neergelegd, zal aan uw Kamer worden voorgelegd.
Om te zorgen dat de uitkeringen van betrokkenen per 1 januari 2006 zullen worden voortgezet, zal
ik de uitvoeringsorganen SVB en UWV verzoeken op dit wetsvoorstel vooruit te lopen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
3
Bijlage: overzicht uitkeringsgerechtigden in niet-verdragslanden (maand november 2005)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid