Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Westelijk Halfrond
Adviseur Koninkrijkszaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
24 november 2005
Behandeld
mr A.M.H.L.M. Schellekens
Kenmerk
DWH/AK-05/129
Telefoon
070 - 348 5288
Blad
1/1
Fax
070 - 348 5472
Bijlage(n)
1
anton.schellekens@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Koenders en Leerdam over een boycot van Aruba
Graag bied ik u hierbij, mede namens de de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders en Leerdam over een boycot van Aruba. Deze vragen werden ingezonden op 14 november 2005 met kenmerk 2050603070.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Pechtold, minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, op vragen van de leden Koenders en Leerdam over een oproep tot boycot van Aruba.
Vraag1
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek naar de moord op de Amerikaanse scholiere? Ziet u, in samenwerking met de Arubaanse autoriteiten, aanleiding dan wel mogelijkheden voor eventuele versnelling van het onderzoek?
Antwoord
Het onderzoek naar de verdwijning en mogelijke strafbare feiten in Aruba rondom de verdwijning behoort tot de verantwoordelijkheid van de Arubaanse justitiële autoriteiten. Dit onderzoek loopt nog. Door Nederland is volledig medewerking gegeven aan verzoeken van Aruba om bijstand. Ik noem hier bijvoorbeeld de inzet van F-16's met infraroodfotoapparatuur. Indien ons nadere verzoeken bereiken die kunnen bijdragen aan het lopende onderzoek zal daar positief op worden gereageerd.
Vraag 2
Hebt u afstand genomen van de oproep tot een boycot door de gouverneur van Alabama VS)? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Ja. Zie het antwoord op de vragen van het lid Dittrich (20506080). Aan dat antwoord kan ik thans toevoegen dat ik op 22 november jl. in een telefoongesprek met de Deputy Secretary of State van de Verenigde Staten, de heer Robert B. Zoellick, de boycotoproep van gouverneur Riley aan de orde heb gesteld. Ik heb bij die gelegenheid verzocht dat de centrale regering in Washington een verklaring zou uitgeven waarin afstand wordt genomen van de desbetreffende oproep.