Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij start
boren tunnel Randstadrail Rotterdam in Rotterdam
(alleen uitgesproken tekst geldt)
Dames en heren,
Als je zo om je heen kijkt zou je het niet zo één, twee, drie zeggen
en de schoenen van velen van u doen ook iets anders vermoeden, maar
vandaag is het feest met de hoofdletter F. Om de start van de tunnel
Randstadrail te vieren staan we vandaag samen met de mensen die het
echte werk gaan doen met de voeten in de modder. Dat geldt voor mij
zeker, want zulke momenten zijn voor een minister toch een beetje de
krenten uit de pap. Want hier vindt beleid zijn weg naar bouwkeet en
wordt - in een goede Rotterdamse traditie - de daad bij het woord
gevoegd. En daar gaat het natuurlijk uiteindelijk allemaal om.
RandstadRail is een pracht van een OV-project. Dit OV-product is snel,
comfortabel, efficiënt en verbindt Den Haag en Rotterdam direct met
hun omgeving, dus zonder overstappen. Vanaf september 2006 gaat
RandstadRail rijden op de Hofpleinlijn en Zoetermeerlijn, en vanaf
2008 wordt RandstadRail verbonden met Rotterdam Centraal en de metro
via de tunnel waarvoor we hier zijn. Natuurlijk gaat het project eerst
wel voor wat overlast voor omwonenden zorgen, maar we doen er alles
aan overlast te beperken. En de aanleg dient een belangrijk doel: een
beter OV!
Daarnaast het project is nu al een modelvoorbeeld als het gaat om
samenwerking. In de eerste plaats tussen Haaglanden en regio
Rotterdam. Maar ook de provincie heeft behoorlijk bijgedragen in de
voorbereiding. En ik trek flink mijn portemonnee om dit allemaal
mogelijk te maken, voor 850 miljoen Euro om precies te zijn. Dat is
toch geen kinderachtige bijdrage aan een geschat totaal van 1,1
miljard Euro.
Maar we staan niet voor niets in een extended party tent, dus heb ik
nog meer goed nieuws. Onlangs hebben we namelijk in een overleg tussen
IPO, SKVV en mijn ministerie vastgesteld dat de inzet van nieuw
lightrail materieel op de zogenaamde contractsectorlijnen kan binnen
de bestaande veiligheidseisen. Dure aanpassingen van het spoor zijn
dus niet nodig. Dan is het wél belangrijk dat de decentrale overheden
de handen ineenslaan om samen te zorgen voor een aanbesteding die voor
de industrie interessant is. Bij de bestelling van één treinstel gaapt
de industrie nog achter zijn hand, die wordt pas wakker bij een
treinstel of twintig. Als iedereen weer bij een ander bedrijf
lightrailvoertuigen laat bouwen, wordt het namelijk een hele dure
grap.
Kortom, samenwerking is de sleutel tot succes. En ik heb alle
vertrouwen in die samenwerking. Want we hebben tenslotte allemaal
hetzelfde doel scherp voor ogen: een beter OV! Ik zal me daar in ieder
geval voor de volle honderd procent voor blijven inzetten! Over hoe ik
vind dat we een beter OV kunnen bereiken heb ik onlangs een interview
afgegeven met een grote ochtendkrant die sinds kort in tabloidformaat
verschijnt en in deze regio veel wordt gelezen. Ik wil die visie op
een beter OV vandaag kort toelichten.
OV is een cruciale schakel in onze moderne samenleving. Elke werkdag
reizen een paar miljoen Nederlanders met de trein, bus, tram, metro en
regiotaxi. Die mensen verdienen het allerbeste OV product. Ten eerste
omdat voor heel veel mensen het OV onmisbaar is, denk alleen al aan de
tienduizenden scholieren, ouderen of mensen die zich geen auto kunnen
of willen veroorloven.
Ten tweede omdat het OV cruciaal is voor de mobiliteit in Nederland.
Zeker voor mensen in de stedelijke gebieden die reizen tijdens de
spits. Wat een nachtmerrie zou het zijn voor de bereikbaarheid van de
steden als er geen volwaardig alternatief voor de auto is tijdens de
spitsuren. Dan kunnen we van de koopgoot [red. ingeburgerde bijnaam
`verzonken' winkelstraat] wel een snelweg maken en een tweede zwaan
bouwen over de Maas. De trein, de bus, de tram en de metro zijn kortom
onmisbaar in het stedelijk gebied. Het OV is vaak sneller, goedkoper
en - denkend aan de problematiek van de luchtkwaliteit - schoner. Ik
wil dat reizigers kunnen kiezen tussen volwaardige alternatieven.
Om te zorgen dat het OV inderdaad een volwaardig alternatief wordt
moeten we beseffen dat de OV-reiziger maar één ding wil: zo snel en
comfortabel mogelijk van deur tot deur voor een redelijke prijs.
Alleen conducteurs reizen van perron tot perron.
Daarnaast interesseert het de reiziger geen sikkepit bij wie hij
precies in bus of trein zit. Zo moeten alle OV-partijen dus ook denken
en met elkaar samenwerken. Het OV is één systeem en dus is er in
OV-land geen plaats voor verschillende koninkrijkjes! Alle OV-partijen
- Rijk, regio, vervoerders en reizigersorganisaties hebben dit
voorjaar aangegeven welke kant het op moet met het OV. Wat ik nu
belangrijk vind, is dat we dat commitment vasthouden. Daarom ga ik een
nationale OV-ambassadeur benoemen. Deze man of vrouw zal de smeerolie
in de OV machinekamer worden. Iemand die namens mij de vinger aan de
pols houdt en die alle partijen helpt om het beste resultaat te boeken
voor de reiziger.
Want mensen moeten weer vertrouwen krijgen in het OV. En dat
vertrouwen wil ik waarmaken. Vandaar dat ik in de Nota Mobiliteit net
zo'n grote zak geld opzij zet als voor OV als voor wegen. En vandaar
ook dat de provincies en grote steden zoals Rotterdam tot en met 2020
elk jaar meer geld krijgen om het stads- en streekvervoer beter te
organiseren.
Dames en heren,
Mijn verlanglijstje voor het OV liegt er niet om. Bovenaan mijn
verlanglijstje staat dat de dienstregeling van bijvoorbeeld treinen en
bussen veel beter op elkaar aansluiten en dat niet de bus gewoon
wegrijdt als de trein een paar minuten vertraging heeft. Want aan dat
soort dingen ergeren mensen zich het meest. En terecht. Dat is dus een
belangrijk aandachtspunt voor de OV-ambassadeur: service. Een andere
wens is een OV met hoge frequenties in de Randstad. Ik heb een soort
metroachtig systeem in gedachten. Dus in de toekomst hoeven reizigers
nooit meer in het spoorboekje te kijken, maar kunnen gewoon naar het
station gaan met de zekerheid altijd binnen een paar minuten een trein
te kunnen pakken.
Meer capaciteit op hetzelfde spoor dus. Verder wil ik dat straks van
elke tien treinen er negen op tijd rijden. Dat is meer dan ooit. En ik
wil het spoor ook zo organiseren dat een storing in Utrecht niet meer
meteen betekent dat het hele land platligt. Ook moeten er veel meer
fietsenstallingen en parkeerplaatsen bij de stations komen. De
reiziger moet straks à la minute actuele reisinformatie kunnen
krijgen, bijvoorbeeld via telefoon en internet. En de chipkaart moet
een innovatief succes worden: nooit meer een kaartje kopen en een veel
veiliger gevoel omdat stations zijn afgesloten voor niet-reizigers.
Kortom, méér kwaliteit én meer oog voor de reiziger. En dat ideale OV
is haalbaar! Als alle OV-partijen dat commitment waar ik het eerder
over had, maar vasthouden en in praktijk brengen. Gelukkig gebeurt er
al heel veel! Ga bijvoorbeeld maar eens kijken op de treinstations van
zo'n beetje alle grote steden: die gaan stuk voor stuk op de schop. Of
kijk nu eens naar het stads- en streekvervoer. In steeds meer regio's
besteden we het OV slim aan en groeit het aantal reizigers.
Dames en heren,
Een beter OV, daar werkt u hard aan, daar werk ik hard aan. Door durf
en creativiteit te tonen en door meer samenwerking kunnen we dat
ideaal plaatje van een beter OV bereiken. Dit RandstadRail project is
een prachtvoorbeeld van die noodzakelijke durf en samenwerking. Op
deze wijze moeten we verder werken aan meer kwaliteit in het OV.
Ik heb genoeg gesproken, geen woorden maar daden, het is tijd over te
gaan tot het moment suprème: laat de feestelijkheden aanvangen.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat