eca/05/16
rede van de heer hubert weber, president
van de europese rekenkamer
presentatie van het jaarverslag over het begrotingsjaar 2004
ecofin-raad
brussel, 24 november 2005
Alleen de uitgesproken versie geldt.
Geachte mijnheer/mevrouw de voorzitter,
Geachte ministers,
Dames en heren,
Namens de leden van de Europese Rekenkamer ben ik u erkentelijk voor
de uitnodiging, het 28e jaarverslag van de Rekenkamer, over het
begrotingsjaar 2004, te presenteren.
Het jaarverslag is hoofdzakelijk gebaseerd op de door de Rekenkamer
verrichte financiële-controlewerkzaamheden, terwijl de bevindingen van
haar doelmatigheidscontroles doorgaans worden gepubliceerd in de vorm
van speciale verslagen.
Het begrotingsjaar 2004 werd gemarkeerd door de toetreding van tien
nieuwe lidstaten, waardoor de begroting toenam van 98 miljard euro in
2003 tot 105 miljard euro in 2004. De onderbesteding die de voorgaande
jaren kenmerkte werd door betere planning en beheer aanzienlijk
verminderd. Het begrotingsoverschot van 2004 bedroeg 2,7 miljard euro
en was daarmee beduidend - ongeveer de helft - kleiner dan dat van
2003.
Ik zal nu de belangrijkste elementen uit de betrouwbaarheidsverklaring
van de Rekenkamer, de zogeheten DAS, met u doornemen, te beginnen met
het oordeel van de Rekenkamer over de betrouwbaarheid van de
rekeningen.
De Rekenkamer concludeert dat de geconsolideerde financiële staten
voor 2004 een getrouw beeld geven van de ontvangsten en uitgaven
gedurende het jaar en van de financiële toestand aan het eind van het
jaar, behoudens wat de "Diverse debiteuren" betreft.
Wat betreft de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende
verrichtingen luidt de DAS-verklaring van de Rekenkamer als volgt:
Voor het begrotingsjaar 2004 heeft de Rekenkamer vastgesteld dat de
toezicht- en controlesystemen ten uitvoer zijn gelegd en doeltreffend
werken, en acht zij de onderliggende verrichtingen, over het geheel
genomen, wettig en regelmatig wat betreft:
* ontvangsten;
* vastleggingen; en
* administratieve uitgaven en uitgaven voor de
pretoetredingsstrategie uit de betalingskredieten.
Voor het overige deel van de betalingskredieten, bestaande uit
* landbouwuitgaven,
* structurele acties,
* intern beleid, en
* externe maatregelen,
kan de Rekenkamer opnieuw geen verklaring zonder voorbehoud geven: de
toezicht- en controlesystemen zijn nog niet ten uitvoer gelegd en
werken nog niet doeltreffend, en de betalingen vertonen nog steeds
fouten van materieel belang.
De Rekenkamer kan voor het eerst melden dat de inspanningen van de
Commissie en de lidstaten om het geïntegreerde beheers- en
controlesysteem (GBCS) ten uitvoer te leggen, vrucht hebben
afgeworpen. Het GBCS, dat 59 % van de landbouwuitgaven bestrijkt,
blijkt - mits juist toegepast - een doeltreffend middel te zijn om het
risico van onregelmatige uitgaven tot een aanvaardbaar niveau te
beperken.
Ik zal nu ingaan op die specifieke beoordelingen van elk
activiteitenterrein binnen de betrouwbaarheidsverklaring, die op de
ontvangsten en het gedeeld beheer betrekking hebben.
Wat betreft de ontvangsten heeft de Rekenkamer de verrichtingen wettig
en regelmatig bevonden. Er zijn echter zowel bij de Commissie als in
de lidstaten tekortkomingen geconstateerd in systemen die de
BNI-middelen betreffen.
Evenals in voorgaande jaren ontdekte de Rekenkamer bewijs dat zich bij
de uitgaven in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid over
het geheel genomen nog steeds fouten van materieel belang voordeden.
Terwijl de Rekenkamer het GBCS, mits goed toegepast, doeltreffend
bevond, bestaat bij landbouwuitgaven die niet onderworpen zijn aan het
GBCS of waarop het GBCS onjuist wordt toegepast, een groter risico van
onregelmatigheid door gebreken in de andere controlesystemen.
Wat betreft de structurele acties constateerde de Rekenkamer opnieuw
bij alle programma's in haar steekproef tekortkomingen in de beheers-
en controlesystemen in de lidstaten. Zo ontdekte de Rekenkamer
tekortkomingen in de controles van de lidstaten; het betrof onder meer
het niet verrichten of documenteren van controles, het niet
controleren van subsidiabiliteitscriteria voor uitgaven en het niet
verifiëren van bewijs van levering van de gecofinancierde diensten. Er
is een significant foutenpercentage ontdekt in de uitgavendeclaraties
van de lidstaten op basis waarvan de Commissie tot betaling overgaat.
In een steekproef van 167 projecten constateerde de Rekenkamer zeer
diverse problemen, waaronder een groot aantal declaraties van
niet-subsidiabele uitgavenposten.
Wat valt hieruit in hoofdzaak af te leiden?
De Rekenkamer constateerde dat zich bij het leeuwendeel van de
betalingskredieten opnieuw fouten van materieel belang inzake
wettigheid en regelmatigheid voordeden in de onderliggende
verrichtingen. Dit is het gevolg van verrichtingen met een inherent
risico en van toezicht- en controlesystemen die het risico van
onregelmatigheden niet doeltreffend tot een aanvaardbaar niveau
beperken.
Er zijn echter ook verbeteringen in systemen geconstateerd, met name
bij het GBCS, het voornaamste toezicht- en controlesysteem voor
landbouwuitgaven. Bovendien heeft het in 2000 gestarte administratieve
en financiële hervormingsproces bij de Commissie tot goede resultaten
geleid. Maar er moet nog aanzienlijk meer worden gedaan, in het
bijzonder in de lidstaten.
De wet- en regelgeving en procedures voor uitgaven zijn dikwijls nog
bijzonder ingewikkeld; veel uitgaven impliceren per definitie een
zeker risico en worden gebaseerd op declaraties van begunstigden; ook
is de Unie zelf, sinds de invoering van de DAS in 1994, veranderd en
aanzienlijk gegroeid. Gedurende de afgelopen elf jaar zijn de
jaarlijkse betalingen gestegen van 60 tot 100 miljard euro en nam het
aantal lidstaten toe van 12 tot 25. Het beheer, waarbij steeds meer
autoriteiten en organisaties zijn betrokken, werd hierdoor
grootschaliger en complexer. Dit vereist telkens doeltreffender
toezicht- en controlesystemen.
In Advies nr. 2/2004 over het model "single audit" doet de Rekenkamer
het voorstel, voor alle bestuursniveaus - communautaire instellingen,
lidstaten en begunstigde landen - één communautair
interne-controlekader te vormen.
Het advies van de Rekenkamer over het model "single audit" heeft
bijgedragen tot de politieke discussie over de verbetering van beheer
en controle van EU-middelen. De Commissie heeft een positieve zet
gedaan door een stappenplan voor een geïntegreerd
interne-controlekader uit te brengen. Op basis van dit plan kan de
hervorming worden uitgebreid tot alle soorten van begrotingsbeheer, en
met name tot het gedeeld beheer in de lidstaten. Hier is samenwerking
tussen de Commissie en de lidstaten uiteraard van cruciaal belang.
De Rekenkamer staat positief tegenover het initiatief tot dit
stappenplan. Als extern controleur van de EU zal de Rekenkamer de
voortgang op de voet volgen en de impact beoordelen die de
veranderingen de komende jaren hebben op het financieel beheer en de
financiële controle van de EU-middelen.
Het is bijzonder nuttig gebleken dat de Rekenkamer sinds 1978 op zowel
strategisch als praktisch niveau een actieve rol speelt in het
Contactcomité van de hoge controle-instanties van de lidstaten. Met
name op het gebied van doelmatigheidscontroles wisselen we regelmatig
werkprogramma's en controleverslagen uit en hebben wij meerdere
gezamenlijke controle-activiteiten verricht. Momenteel wordt besproken
hoe de samenwerking met de hoge controle-instanties, met name ten
aanzien van de DAS, nog kan worden geïntensiveerd.
Verder dient met het standpunt van de Rekenkamer ten aanzien van
toekomstige financiering, beheer en controle van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid en structurele acties rekening te worden gehouden bij
de vaststelling van belangrijke wetgeving op dit gebied. De huidige
ontwerp-verordening inzake de structuurfondsen bevat bepalingen over
het bewaren van bewijsstukken die het de Rekenkamer onmogelijk maken,
bepaalde uitgaven op dit gebied te controleren.
Afsluitend wil ik opmerken dat ik er stellig van overtuigd ben dat
uitsluitend het goed functioneren van onze instellingen en een
hoogwaardige beleidsvoering en uitgavenbeheer de legitimiteit van de
Unie kunnen verzekeren. Ook de lidstaten dienen hun
verantwoordelijkheden te nemen bij het beheer en de controle van een
groot deel van de begroting. De Europese Rekenkamer speelt een
sleutelrol door een onafhankelijk, professioneel en objectief
overzicht te geven van het financieel beheer en bij te dragen tot
hervormingen ten gunste van de burgers van de Unie.
Ik dank u voor uw aandacht.
European Union