SGP
Aids in Zuid-Afrika - verslag t.b.v. begroting Buitenlandse Zaken
Datum publicatie: 23-11-2005
Auteur: C.G. van der Staaij
Op uitnodiging van Prisma, een samenwerkingsverband van christelijke
hulporganisaties, hebben Kees van der Staaij (SGP) en Tineke Huizinga
(ChristenUnie) van 24 tot en met 31 oktober deelgenomen aan een bezoek
aan Zuid-Afrika. Verdere bewustwording van de aidsproblematiek was ons
reisdoel. Wij wilden met eigen ogen en oren de impact van deze enorme
problematiek tot ons nemen en inzicht krijgen in de ernst en omvang,
maar ook in de mogelijkheden voor preventie en hulpverlening.
Hierbij een impressie van enkele dagen van ons bezoek.
Dinsdag 25 oktober
âs Morgens brengen we een bezoek aan diverse weeshuizen. Schamele
hutjes, soms zonder elektriciteit of behoorlijke meubels, waar een
goedwillend familielid uit de extended family een aantal kinderen
opvangt. De ontwikkelingsorganisatie MCDC ondersteunt deze weeshuizen
met voedsel en kleding, als dat nodig is. De overheid keert een
wezenuitkering uit maar daarvoor is het nodig dat de kinderen
ingeschreven staan. Dat is lang niet altijd het geval. Ook is de
huisvesting vaak erg slecht. Navraag leert dat in het dorp dat wij
bezoeken alleen al 70 van deze weeshuizen zijn.
In één geval waar we een bezoek brengen zal MCDC zorgen voor een
nieuwe behuizing. Dat gaat om een hutje zonder bedden, matrassen of
wat ook, zonder elektrische aansluiting maar met grote gaten in het
dak van golfplaten. Een ver familielid vangt hier 11 kinderen op.
Op het Mukhanya-college, een theologische school, waar het aidswerk
van MCDC uit voortgekomen is, praten we verder over de visie en de
missie van deze organisatie. We krijgen een gedegen presentatie over
de drie grote problemen en de samenhang daartussen: aids, armoede en
de âzee aan aidswezenâ. MCDC probeert een steentje bij te dragen
vanuit het motto âDraagt elkanders lastenâ. Er worden allerhande
initiatieven ontwikkeld. Zo wordt er actief gezocht naar vrouwen die
de zorg voor wezen op zich willen nemen. Er is een programma om
aids-patiënten thuis te bezoeken en hen bij te staan met advies. Een
nieuw âzorgcentrumâ is geopend. Daar kunnen aids-patiënten verblijven
voor wie bij hun familie geen plaats is. Ook dat zorgcentrum bezoeken
we. Wij horen dat veel van de medewerkers die zich inzetten bij MCDC
zelf HIV-positief zijn. We zijn onder de indruk van de toewijding van
deze mensen.
Woensdag 26 oktober
âs Ochtends bezoeken we een hospice waar ernstige aidspatiënten
worden verpleegd. Aangrijpend om hier te spreken met aids-patiënten.
De werkelijkheid van de dood komt heel dichtbij. Ontstellend dat in
dit land door de aidsepidemie de gemiddelde levensverwachting is
gedaald van 69 naar 37 jaar!
âs Middags nemen we een kijkje in het academisch ziekenhuis. Chirurg
Durand leidt ons rond. De arts geeft aan dat de aidsepidemie ook veel
gevolgen heeft voor de gezondheidszorg. Niet alleen voor de
behandelingen en de ziektebeelden waarmee artsen in aanraking komen,
maar ook door de voorzorgsmaatregelen die artsen en verpleegkundigen
moeten nemen.
Daarna volgt een ontvangst op de Nederlandse ambassade. Veel
informatie over de projecten die Nederland steunt, de inzet op onder
andere het gender-thema en de inzet om de capaciteit bij de
Zuid-Afrikaanse overheid te vergroten om medische zorg voor
aidspatiënten bereikbaar te maken. Duidelijk wordt dat de
beschikbaarheid van voldoende aidsremmers nog steeds een probleem is.
Voor een deel als gevolg van serieuze logistieke problemen, maar
anderzijds als gevolg van politieke onwil bij (een gedeelte van) de
Zuid-Afrikaanse regering. Ook daar waar wel voldoende aidsremmers
voorhanden zijn, worden ze niet altijd gebruikt. Onder de lokale
bevolking bestaat nog veel wantrouwen. Medicijnmannen, die plaatselijk
grote invloed kunnen hebben, versterken dat wantrouwen vaak nog eens.
Donderdag 27 oktober
Ons reisdoel is de kliniek van dr. Tempelman, een uit Nederland
afkomstige arts. Inmiddels staat hij aan het hoofd van een florerende
aidskliniek. In een bevlogen betoog beklemtoont hij het belang van
vroegtijdig testen op besmetting. Van groot belang voor de besmette
persoon zelf en voor de omgeving. De eerste stap om de ziekte vóór
te blijven en te voorkomen dat anderen besmet worden, is weten dat je
besmet bent. Hij is zeer positief over de mogelijkheden van
aidsremmers, waarmee de kliniek vele honderden mensen behandelt. Als
er vroeg en consequent medicijnen worden ingenomen, hoeft het oplopen
van het virus niet de dood tot gevolg te hebben, aldus Tempelman. Een
pilot uitgevoerd met 78 besmette zwangere vrouwen heeft aangetoond,
met een resultaat van 100%, dat het mogelijk is de besmetting bij de
geboorte niet over te dragen op de baby. Daarvoor is het o.a. nodig
dat aidsremmers in een vroegtijdig stadium worden ingenomen.
Ons middagprogramma staat opnieuw in het teken van de zorg voor
weeskinderen. Bij twee dagactiviteitencentra, opgezet door MCDC, gaan
we langs. Tientallen kinderen verblijven hier.
Vrijdag 27 oktober
Een dag in het teken van de rol van de kerken bij het aids-vraagstuk.
De kerken spelen, veel meer dan in het geseculariseerde Nederland, een
belangrijke rol in de samenleving. 97% van de bevolking ziet de
predikanten als een belangrijke leider.
De predikant die we spreken, ds. Greyling, is ervaringsdeskundige.
Zelf liep hij het HIV-virus op door een bloedtransfusie. Voor de
kerken is aids een enorme uitdaging. De kerken willen bijdragen in de
zorg voor aids-patiënten en aidswezen, maar dat niet alleen. Zij
willen ook dieper steken en de verspreiding van de ziekte tegengaan
door armoede en misstanden in de man-vrouw verhouding te bevechten.
Machtsmisbruik van mannen die vrouwen en kinderen pressen tot seksuele
diensten is een veel voorkomend verschijnsel in Zuid-Afrika. Dat de
verkrachting van jonge meisjes aan de orde van de dag is, valt terug
te lezen in de aids-grafieken. De besmetting van meisjes bereikt een
piek rond het 8e en 9e levensjaar. De kerken dragen de bijbelse
seksuele ethiek uit: seksualiteit in de bedding van het huwelijk
Een gevoelig ethisch punt waarover binnen de kerken verschillend wordt
gedacht, blijft de rol van het condoom buiten het huwelijk als
voorbehoedmiddel tegen virusoverdracht.
Behalve ds. Greyling waren nog enkele andere kerkelijke
vertegenwoordigers aanwezig, onder andere vanuit de Nederduitse
Gereformeerde Kerken in Orlando. Zij gaven een gevarieerd beeld van de
concrete activiteiten die op het grondvlak van de gemeenten worden
ondernomen.
Politieke actiepunten
Op basis van de gesprekken en de bezoeken willen we enkele
aandachtspunten en actiepunten naar voren brengen voor de strijd tegen
aids.
1. Aids is en blijft een vaak nog onderschatte ramp van wereldformaat.
De Nederlandse regering moet zich blijvend inspannen om aids hoog op
de internationale politieke agenda te houden.
2. De bestrijding van aids moet helder ingebed zijn in de bestrijding
van armoede en onrecht. Armoede en scheve man-vrouwverhoudingen vormen
immers de omgeving waarbinnen het HIV-virus zich gemakkelijk kan
verspreiden.
3. De strijd tegen aids vraagt om een gezonde visie op seksualiteit,
ingebed in een gelijkwaardige verhouding tussen man en vrouw in liefde
en trouw. Dit spoort in de context van de abc-benadering (abstinence,
be faithful, condoms) met een herkenbare inzet voor het belang van
seksuele onthouding en trouw aan de partner.
4. Goede, betrouwbare informatieverstrekking over HIV en Aids â hoe je
het kan krijgen, en hoe je je ertegen kan beschermen, en wat er tegen
gedaan kan worden - is van levensbelang. Identificatiefiguren uit de
door aids getroffen gemeenschappen zelf, zijn bij uitstek geschikt die
boodschap over te dragen.
5. De verdubbeling van Nederlandse gelden voor de aidsbestrijding moet
(in plaats van het multilaterale kanaal, zoals UNAIDS) voor een groter
deel ten goede komen aan gerichte kleinschalige activiteiten, die nauw
aansluiten bij de cultuur en de beleving van de doelgroepen.
6. Voor een effectief aids-bestrijdingsbeleid is in landen als
Zuid-Afrika de medewerking en het vertrouwen van religieuze leiders
onontbeerlijk. Er zal daarom geïnvesteerd moeten worden in het
contact met religieuze gemeenschappen, en gebruik moeten worden
gemaakt van hun expertise en sociale netwerken.
7. Nederland moet politieke druk blijven uitoefenen op regeringen om
met de grootst mogelijke voortvarendheid voldoende aids-remmers
beschikbaar te stellen en zorg te dragen voor een goede infrastructuur
die de aidsremmers met goede begeleiding bij de patiënten brengt.
8. Nederland moet zich sterk maken voor goede voorzieningen voor de
opvang, zorg en onderwijs voor (wees)kinderen die deze noodzakelijke
voorzieningen ontberen als gevolg van de HIV/AIDS-epidemie. Hiervoor
is voor 2006 een extra impuls van 8 miljoen Euro wenselijk (zie
amendement 30 300 V, nr. 23). In Nederland zelf kan zonder in te
boeten op zorgvuldigheid meer werk worden gemaakt van versnelling van
adoptieprocedures. Daardoor kan ook spoediger een thuis worden
gevonden voor weeskinderen, voorzover voor hen in het eigen land geen
opvang beschikbaar is.
Den Haag, 23 november 2005
Tineke Huizinga (ChristenUnie)
Kees van der Staaij (SGP)