Contactpersoon
-
Datum
23 november 2005
Ons kenmerk
DIZ/2005/726
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Informatie over herziening Witboek transport en Programma Oostenrijks
Voorzitterschap
Geachte voorzitter,
Vanuit uw Kamer is het verzoek gekomen om regelmatig geïnformeerd te worden
over Transportraad onderwerpen op wat langere termijn dan alleen de
eerstvolgende Transportraad.
Graag wil ik aan dit verzoek voldoen op basis van de plannen op het terrein
van verkeer en vervoer van het aankomende Oostenrijkse EU-voorzitterschap.
Alvorens ik dat doe wil ik u echter graag informeren over de stand van
zaken met betrekking tot de Tussentijdse Herziening van Witboek Transport
("Het Europees vervoerbeleid tot 2010: tijd om te kiezen"). In deze
evaluatie van het Witboek zal de Europese Commissie ingaan op de vraag of
de doelstellingen van het Witboek gehaald zijn en of er nieuwe maatregelen
noodzakelijk zijn.
Een mededeling van de Europese Commissie over de herziening was
oorspronkelijk aangekondigd voor november 2005. Inmiddels is het uitbrengen
van deze mededeling uitgesteld naar de eerste helft van 2006. Om de
lidstaten een mogelijkheid te geven input te leveren aan de evaluatie,
heeft het Britse Voorzitterschap een elektronische ministeriele consultatie
georganiseerd. Deze consultatie heeft plaatsgevonden van
5 september tot en met 23 september.
Nederland heeft bij deze elektronische discussie aangegeven niet te geloven
in "forced modal shift". Ingezet zou moeten worden op het versterken van de
concurrentiekracht van alle modaliteiten en op het creëren van een level
playing field tussen en binnen de modaliteiten. Op deze wijze kan het meest
efficiënte transportsysteem ontstaan. Uiteraard dient daarbij wel rekening
gehouden te worden met negatieve effecten van transport, zoals de effecten
op milieu en gezondheid. Daarnaast is aangegeven dat het Nederlandse "nee"
tegen de Europese grondwet duidelijk heeft gemaakt dat het van groot belang
is om de meerwaarde van EU samenwerking over te brengen. Op het gebied van
transport is die meerwaarde zeker aanwezig bij onderwerpen zoals veiligheid
(luchtvaartveiligheid, verkeersveiligheid), infrastructuur (aanleg van
TEN's, mede ter ondersteuning van het behalen van de
Lissabondoelstellingen), schonere voertuigen (mede om de
luchtkwaliteitdoelen te behalen) en innovatie.
Tenslotte heeft Nederland naar voren gebracht dat strak de hand gehouden
moet worden aan de principes van subsidiariteit, dat de administratieve
lasten beperkt dienen te blijven en dat nieuwe voorstellen altijd van een
impact assessment voorzien moeten worden.
Inmiddels heeft de Commissie een bredere consultatie van lidstaten en
publiek gelanceerd. Hier zal het Nederlandse standpunt zoals hierboven al
genoemd nogmaals ingebracht worden.
Uiteraard ben ik bereid te zijner tijd de definitieve mededeling en de
overige langere termijn plannen van de Commissie met uw Kamer te bespreken.
Programma Oostenrijks EU-Voorzitterschap - eerste helft 2006
Op het gebied van verkeer en vervoer wordt het Oostenrijkse Voorzitterschap
bepaald door twee prioriteiten: (weg)verkeersveiligheid en binnenvaart.
Een Informele Transportraad over verkeersveiligheid op 2 en 3 maart zal
vooral gericht zijn op het beïnvloeden van het rijgedrag, het kweken van
veiligheidsbewustzijn bij de weggebruiker en de veiligheid van de
weginfrastructuur (hierover zal de Europese Commissie nog dit jaar een
voorstel voor een richtlijn uitbrengen die ook besproken zal worden in de
eerste formele transportraad onder Oostenrijks voorzitterschap, 26/27 maart
2006). Daarnaast wil men komen tot een betere afstemming tussen lidstaten
door middel van het uitwisselen van best practices en mogelijke EU-brede
campagnes.
In februari zal een (hoogambtelijke) conferentie georganiseerd worden over
binnenvaart, een modaliteit dat Oostenrijk als één oplossing ziet voor de
ontlasting van het Oostenrijkse wegennet.
Voor het overige zal Oostenrijk vooral verder gaan met initiatieven en
voorstellen die ofwel recent door de Commissie zijn gepresenteerd, ofwel
overblijven van het Britse voorzitterschap.
Zo zullen de onderhandelingen met het Europees Parlement over het
Eurovignet door Oostenrijk overgenomen moeten worden, indien het de Britten
niet lukt de komende maand tot een akkoord te komen. Daar is men overigens
nog steeds optimistisch over. Ook Oostenrijk ziet het liefst een akkoord
onder Brits voorzitterschap. Verder zal het Oostenrijkse voorzitterschap de
behandeling van het 3e Spoorpakket verder opnemen, alsmede de voorstellen
op het gebied van luchtvaartveiligheid, externe betrekkingen luchtvaart,
grondafhandeling luchthavens, Galileo en uitbreiding van de bevoegdheden
van het Europese Agentschap voor Luchtvaartveiligheid (EASA).
Maritieme dossiers zullen op verzoek van Oostenrijk worden waargenomen door
het Verenigd Koninkrijk. Mogelijk blijft de behandeling van de nog dit jaar
uit te brengen voorstellen op het gebied van maritieme veiligheid derhalve
beperkt tot besprekingen op ambtelijk niveau.
Lopende conciliaties
Tot slot wil ik u kort informeren over de stand van zaken van lopende
onderhandelingen met het Europees Parlement.
Eurovignet: zoals hier boven al genoemd, is het Britse Voorzitterschap
hoopvol over een akkoord met het EP op korte termijn. De meeste lidstaten
streven ook naar een snel akkoord. Ten tijde van het redigeren van deze
brief is de uitkomst van de triloog op 22 november nog niet bekend.
Rij- en rusttijden: deze conciliatie zal op 6 december afgerond moeten
worden; indien op die datum geen akkoord bereikt wordt dan is het voorstel
van tafel. Essentieel is voor Nederland dat er een goed werkbare,
uitvoerbare, handhaafbare en vereenvoudigde herziening van de verordening
rij - en rusttijden en de bijbehorende controlerichtlijn moet komen.
Minder mobiele luchtvaartpassagiers: hierover is in oktober door de Raad
een akkoord bereikt. Het EP moet haar standpunt nog vaststellen.
Identiteit luchtvaartmaatschappij/zwarte lijst: Onder Brits voorzitterschap
heeft de Raad hierover juist een akkoord bereikt met het EP. De zwarte
lijst van luchtvaartmaatschappijen met een vliegverbod binnen de EU kan nu
snel, mogelijk al in het voorjaar van volgend jaar, tot stand komen.
Geen Transportraad onderwerp, maar wel een dossier met grote gevolgen voor
het beleid van Verkeer en Waterstaat, is de luchtkwaliteit problematiek.
Hierover communiceert Staatssecretaris van Geel met uw Kamer, maar ik hecht
er aan te melden dat ook vanuit Verkeer en Waterstaat ingezet wordt op
aanpassing van de Commissievoorstellen ter zake, zodat de doelstellingen
van het kabinetsbeleid - het verbeteren van de situatie voor de
volksgezondheid en er tegelijkertijd voor zorgen dat de ruimtelijke en
economische plannen uitgevoerd kunnen worden - bereikt kunnen worden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat