Commissie Dijkstal beperkt loonstijging politieke ambtsdragers
Commissie Dijkstal beperkt loonstijging politieke ambtsdragers
23 november 2005
In vervolg op het advies over het ministerssalaris van april 2004 komt
de Adviescommissie rechtspositie politieke ambtsdragers (Commissie
Dijkstal) met een advies over de salarissen van alle gekozen en
benoemde bestuurders, Hoge college's van Staat en de rechterlijke
macht. Lang niet alle ambtsdragers volgen de vorig jaar voorgestelde
stijging van het ministersalaris met 30%.
In het rapport worden onder andere aanbevelingen gedaan over het
salarisniveau, de onkostenvergoedingen de inkomsten uit nevenfuncties.
Onder alle gekozen en benoemde bestuurders vallen de leden van de
Eerste en Tweede Kamer, commissarissen van de Koningin, gedeputeerden,
statenleden, burgemeesters, wethouders, raadsleden en
waterschapsbestuurders.
In het eerste advies van de commissie Dijkstal `Over dienen en
verdienen' is een salarisachterstand van ministers vastgesteld en is
voorgesteld om het ministerssalaris te verhogen.
Uit nieuw onderzoek van de commissie is gebleken dat de
beloningsverhoudingen tussen de verschillende groepen politieke
ambstdragers zich willekeurig hebben ontwikkeld. Op grond van de
loonontwikkeling in de periode van 1970 tot nu stelt de commissie voor
om de salarissen van politieke ambtsdragers aan te passen, maar niet
voor alle functies in dezelfde omvang. Voor het bepalen van de hoogte
van het nieuwe salaris is rekening gehouden met incidentele
salarisaanpassingen in het verleden, en is bezien hoe de
salarisafstanden zich ten opzichte van het ministerssalaris hebben
ontwikkeld.
Om de salarisverhoudingen van alle politieke ambtsdragers in een
samenhangend systeem onder te brengen wordt door de commissie één
nieuwe salaristabel voor politieke ambtsdragers voorgesteld. Zo gaan
de burgemeesters van de grote steden er in zijn totaliteit zo'n 9% op
vooruit. Het salaris bedraagt 85% van het ministerssalaris (EUR
10.411).
Eén van de voorstellen in het rapport is het harmoniseren van de vaste
onkostenvergoedingen. De commissie stelt een onkostenvergoeding voor
van 6% van het bruto salaris, met uitzondering van gemeenteraadsleden
en leden van de provinciale staten (10%). Voor de minister president
en de minister van Buitenlandse Zaken blijft de dubbele ambtstoelage
van kracht. Nu variëren de onkostenvergoedingen van 2% (rechtelijke
macht) tot 24% (gemeenteraadsleden) van het salaris.
Ook stelt de commissie voor dat de neveninkomsten die fulltime
ambtsdragers naast hun reguliere functie in de (semi)publieke sector
verdienen worden teruggestort. Voor de resterende neveninkomsten wordt
dan de kortingsregeling die nu al voor Tweede Kamerleden geldt
voorgesteld.
Op dit moment zijn wij bezig met een onderzoek naar het gebruik van
onze website.Wij verzoeken u vriendelijk aan dit onderzoek deel te
nemen.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties