NVA



NVA tegen werkgeversheffing en tegen lagere pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid

Vandaag vindt de parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioenen plaats. Met oog hierop heeft de NVA in een schriftelijke reactie aan de Vaste Kamercommissie voor resp. SZW en Financiën haar bezwaren nogmaals uiteengezet ten aanzien van de beoogde werkgeversheffing en ten aanzien van een versobering van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid. Nadrukkelijk ook heeft de NVA bezwaar gemaakt tegen de recent aangedragen oplossing van de minister en staatssecretaris om de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid enigszins te verbeteren.

Werkgeversheffing
De NVA vindt het onacceptabel dat werkgevers die hun VUT-, prepensioenregeling- en levensloopregeling (kortweg VPL) niet voor 1 januari 2006 hebben aangepast, te maken zouden krijgen met een strafheffing. Werkgevers zijn namelijk in verreweg de meeste gevallen afhankelijk van CAO-onderhandelingen die nog niet zijn of kunnen worden uitgevoerd. De NVA pleit dan ook voor een verlenging van de periode om deze regelingen aan te passen.

Pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid
De NVA pleit nadrukkelijk voor aanpassing van de fiscale regelgeving zodat naar analogie van de regelgeving bij demotie en deeltijdwerken ook in geval van ziekte/arbeidsongeschiktheid de pensioenopbouw kan blijven plaatsvinden op basis van het oorspronkelijke salaris. Arbeidsongeschiktheid ontstaat immers doorgaans buiten de invloedssfeer van een werknemer om. Ook maakt de NVA zich zorgen over de opbouw van het nabestaandenpensioen.
Zeer recent heeft minister De Geus, mede namens staatssecretaris Wijn, voorstellen gedaan aan de sociale partners om de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid enigszins te verbeteren.

Volgens de bewindslieden kan gekozen worden voor een andere verdeling van loonpercentages in de eerste twee ziektejaren (2 x 85% loon in plaats van 1 x 100% en

1 x 70% loon). De NVA heeft de politiek nadrukkelijk gewezen op het feit dat dit geen reële oplossing is omdat hierdoor de met name vele kortverzuimers onevenredig zwaar worden getroffen.

Ook het voorstel van De Geus en Zalm om een hoger opbouwpercentage voor het nabestaandenpensioen in te voeren, is volgens de NVA niet goed doordacht.
Het gevolg hiervan is dat ook voor niet arbeidsongeschikten de opbouw van het nabestaandenpensioen moet worden verhoogd. De NVA wijst op het ongewenste neveneffect dat er dan een algehele kostenstijging van het nabestaandenpensioen zal plaatsvinden.

De NVA heeft de Vaste Kamercommissie verzocht kritisch naar bovenstaande punten te kijken.