Landschapsbeheer Nederland


Nieuw: Jaarverslag Vrijwillige Weidevogelbescherming

Meer boeren zorgen voor meer tureluurs

Steeds meer boeren en burgers raken betrokken bij het beschermen van weidevogels. Daarbij zijn in 2004 onder andere ruim 9.000 tureluurlegsels gevonden. Dat is ruim 2.000 meer dan in 2003. Dat blijkt uit het jaarverslag Vrijwillige Weidevogelbescherming in Nederland. In totaal zijn in 2004 op 320.000 ha circa 165.000 legsels van weidevogels gevonden en waar nodig be-schermd tegen verlies door landbouwactiviteiten. Circa 70% van de gevonden legsels is met succes uitgekomen.

Het aantal deelnemende boeren is in 2004 (mede door de toename van activiteiten van agrarische natuurverenigingen) gegroeid naar 14.000. Het aantal weidevogelbeschermers is opgelopen tot ruim 12.000 ondanks een afname in provincies zoals Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant. Daar is het aantal beschermers teruggelopen door demotivatie als gevolg van hoge predatie en omdat kievitseierenzoekers gedemotiveerd zijn door het verbod op het rapen van kievitseieren. Het aantal vrijwilligers aangesloten bij Landschapsbeheer groeit echter ook in deze provincies. In provincies zoals Limburg en Zeeland is oppervlakte met bescherming gering vanwege het lage aantal weidevogels in die provincies. Hoewel dat in Flevoland ook het geval is, nadert de oppervlakte met weidevogelbescherming daar toch de 10.000 ha. Een kenmerkende soort die daar wel en in de overige provincies amper voorkomt is de bontbekplevier. In 2004 werden 50 nesten van deze vogelsoort gevonden.

Om legsels te beschermen tegen landbouwactiviteiten worden ze vooraf opgezocht en gemarkeerd met stokken. Een deel van de legsels komt uit zonder dat ze het risico hebben gelopen om te sneuvelen door een landbouwkundige activiteit. Een ander deel wordt daadwerkelijk beschermd, bijvoorbeeld door:

- een nestbeschermer te plaatsen om vertrapping door vee te voorkomen

- om het legsel heen te maaien

- legsels op te pakken en terug te zetten na passeren van de werktuigen of door legsels te verplaatsen.

Jonge weidevogels worden beschermd tegen sneuvelen door werkzaamheden door bijvoorbeeld:

- vooraf aan de werkzaamheden de vogels te verjagen uit de te maaien percelen, bijvoorbeeld door een dag tevoren stokken met een plastic zak te plaatsen in te maaien percelen

- er tijdens de werkzaamheden rekening mee te houden, bijvoorbeeld door het startpunt van werken op het éne perceel aan te passen zodat de jongen kunnen weglopen naar een ander perceel.

Weidevogelbescherming draagt bij aan een goed uitkomstresultaat van legsels. Om ervoor te zorgen dat vervolgens voldoende jonge weidevogels volwassen worden, is meer nodig. Met name voldoende oppervlakte waar jonge weidevogels veilig naar voedsel kunnen zoeken. Voor de grutto betekent dat per broedpaar met jongen minimaal 1 ha lang gras gedurende de hele opgroeiperiode van de jongen. Boeren kunnen dat realiseren door het toepassen van mozaïekbeheer: een subtiele afwisseling van vroeg en laat weiden èn maaien van percelen op gebiedsniveau.

Weidevogelbescherming spreekt veel mensen aan omdat zij het agrarisch cultuurlandschap met grazende koeien en baltsende weidevogels hoog waarderen. De beleving van weidevogels op boerenland is dé motivatie om ermee bezig te zijn. Dat blijkt ook uit de honderdduizenden recreërende wandelaars en fietsers die dicht bij huis een aantrekkelijke omgeving vinden om te wandelen en fietsen. Het boerenland dient zo niet alleen voor een verantwoorde productie van voedsel, maar ook als aangename leefomgeving voor boeren, burgers en buitenlui.

Wilt u het jaarverslag downloaden als pdf-bestand, klik dan op de hiernavolgende link Nederland in 2004
---