Rijksuniversiteit Groningen

147 - Hoge rapportcijfers voor Gronings onderzoek Levenswetenschappen

Datum: 23 november 2005

Het onderzoek op het gebied van Levenswetenschappen binnen de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen is naar internationale maatstaven van zeer goede tot excellente kwaliteit. Drie onderzoeksprogramma's behoren tot de absolute top, vijftien andere zitten daar vlakbij. Dat is het oordeel van een commissie, samengesteld uit onafhankelijke, internationaal erkende deskundigen.

De gevisiteerde Groningse onderzoeksinstituten zijn het GBB, CEES en CBN. De vistatie werd uitgevoerd volgens het landelijke standaard evaluatieprotocol opgesteld door KNAW, NWO en VSNU. In totaal beoordeelde de commissie 27 onderzoeksprogramma's op 'kwaliteit ', 'productiviteit', 'relevantie' en 'levensvatbaarheid en haalbaarheid'. Elk programma kreeg op deze vier criteria een beoordeling op een schaal van 1 tot 5 punten.

Driemaal hoogste score
De onderzoeksprogramma's die onder leiding staan van prof.dr. D.B. Janssen (`Biotransformation and Biocatalysis'), prof.dr. T. Piersma (`Animal Ecology') en prof.dr. O.P. Kuipers (`Molecular Genetics') zijn volgens het rapport 'excellent'. Ze haalden op alle vier criteria de hoogst mogelijke score (5). Vijftien andere programma's werden als 'very good' beoordeeld, wat wil zeggen dat ze op elk van de vier criteria met een 4 of hoger werden beoordeeld.

Nieuwe lokale aanpak
De onderzoeksbeoordeling Levenwetenschappen in Groningen is een van de eerste in een nieuwe opzet, waarin universiteiten zelf verantwoordelijk zijn voor de organisatie. Tot voor kort waren alle visitaties landelijk en werden ze georganiseerd vanuit de vereniging van universiteiten VSNU. In de landelijke opzet moesten commissieleden een oordeel vellen over een groot aantal onderzoeken, verdeeld over vele instituten en universiteiten. Voordeel van de huidige lokale aanpak is dat de samenstelling van de commissies meer maatwerk kan zijn, afgestemd op de specialismen van de groepen die moeten worden beoordeeld. De kritiek op deze lokale aanpak ligt echter ook voor de hand: twijfel aan de onafhankelijkheid van de commissies.

Consciëntieus
Voorzitter van de visitatiecommissie Levenswetenschappen prof. dr. W.P.M. Hoekstra bestrijdt ten stelligste dat de visitaties nu minder objectief zouden zijn. 'Absoluut niet! De Groningse universiteit is zeer consciëntieus geweest bij het samenstellen van de commissie. Zeer nauwgezet, pijnlijk nauwkeurig zou ik haast zeggen, is men bij alle commissieleden nagegaan of ze misschien ooit een gezamenlijk publicatie hebben gehad met de onderzoeksgroepen die ze moesten beoordelen. Ook heeft men gecontroleerd of ze niet ooit op andere manieren verbonden waren geweest met die groepen. Zo'n werkwijze garandeert de onafhankelijkheid van de commissieleden.'

Elan
Het uiteindelijke oordeel over het Groningse levenswetenschappen vat Hoekstra samen als 'zeer positief'. 'De commissie was vooral onder de indruk van het elan van de jonge onderzoeksleiders', licht hij toe. Bekend was de kwaliteit van de biologie. Bij het oordeel van hoogleraren in Elsevier over opleidingen staat de Groningse biologie jaar na jaar op de eerste plaats. Een visitatie is echter diepgravender, zegt Hoekstra. Startpunt zijn een zelfstudie en een bibliometrische analyse van publicaties. 'Maar daarna komt het belangrijkste: de gesprekken waarin je contact hebt met iemand van vlees en bloed. Daar merkten we hoe goed de spirit in Groningen is.'

Instituten
Het GBB (Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute) bestaat sinds 1993 en is een door de KNAW erkende onderzoekschool, die zich richt op onderzoek naar het functioneren van levende cellen. Er wordt moleculair-biologisch en biotechnologisch onderzoek verricht aan de regulatie, dynamiek en structuurfunctionele eigenschappen van eiwitten en hun onderlinge relaties in specifieke cellulaire processen (`van molecuul naar cel').

CEES (Centre for Ecological and Evolutionary Studies) bestaat als onderzoeksinstituut sinds 1995 en is sindsdien penvoerder van de landelijke onderzoekschool Functionele Ecologie. CEES richt zich met name op de processen binnen en de dynamiek van ecologische systemen (van Waddenzee tot savannes), en de effecten die veranderende omstandigheden hebben op gemeenschappen, populaties en individuele organismen (`verbinden van ecologie met evolutie').

CBN (Centre for Behavioural Neurosciences) bestaat sinds 1993 en is vanaf dat jaar onderdeel van de onderzoekschool Behavioural and Cognitive Neurosciences aan de RUG. Het CBN bestudeert de functie en organisatie van het dierlijke (en menselijke) gedrag. Er wordt onderzoek verricht aan de fysiologie van regelmechanismen in de hersenen en aan de moleculaire hersenprocessen die eraan ten grondslag liggen (`van molecuul naar gedrag').

Noot voor de pers

- Meer informatie: dr.ing. E.G. Vrieling, coördinator GBB en Groningen Genomics Centre, tel. (050) 363 4180/4203, e-mail: e.g.vrieling@rug.nl


- Het rapport van de commissie kan als PDF gedownload worden van: www.rug.nl/corporate/onderzoek/kwaliteitszorg/OnderzoeksBeoordelingen
- De titel van dit rapport is `Assessment of Research Quality, Life Sciences RUG/FMNS 1998-2004, University of Groningen, November 2005'.