Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
23 november 2005
Ons kenmerk
DGP/WV/u.05.01714
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2050602460
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Hermans over de 80-km-zones rondom de vier grote steden.


1. Bent u bekend met het artikel "Nauwelijks effect 80- kilometerzones" ? Zo ja, wat is uw reactie hierop?


1. Bij brief van 7 juli 2003 inzake de resultaten evaluatie snelheidsverlaging A13 (Overschie) (kenmerk VW-03-491) heb ik u geïnformeerd over effecten van de snelheidsverlaging op de luchtkwaliteit en doorstroming. De op de A13 bij Overschie sinds enkele jaren als proef geldende 80 km-limiet met trajectcontrole heeft in onderzoeken van TNO bewezen effectief te zijn in de vermindering van de luchtverontreiniging langs dit wegvak. Dat heeft ertoe geleid dat ik in overleg met uw Kamer besloten heb een dergelijke maatregel ook bij enkele andere hot spots toe te passen. Vooraf is onderzocht en berekend door andere onderzoekinstituten, voortbouwend op eerder TNO-onderzoek, hoeveel verbetering van de luchtkwaliteit per lokatie daardoor zal optreden. Op grond van dat onderzoek is de keuze gemaakt om op de 4 lokaties, waar het verwachte effect vergelijkbaar is met Overschie, de limiet tot 80 km/uur te verlagen.

De maatregel op zich leidt tot aanzienlijke reducties van de verkeersemissies ter plekke, maar uiteindelijk verbetert de luchtkwaliteit ter plekke met circa 4% tot 6%. Dat laatste wordt veroorzaakt door het gegeven dat bij NOx en vooral bij fijnstof de achtergrondconcentratie dominant is en kan variëren van bijna 60% tot ruim 80%. Indien bijvoorbeeld het aandeel van de verkeersemissie ter plekke 30% is en die emissie met 20% vermindert, dan heeft de maatregel netto een effect van 6% verbetering van de totale luchtkwaliteit.


2. Monitort u de gevolgen van de maatregel op de ontwikkeling van files?


2. Ja.


3. Monitort u de gevolgen van de maatregel op het rijgedrag van weggebruikers?

3. Ja.


4. Onderkent u het risico dat weggebruikers langzamer gaan rijden dan toegestaan is met meer files tot gevolg?

4. Op basis van de ervaring bij Overschie kan worden gesteld dat dit verschijnsel zich met name voordeed vlak na de introductie van de maatregel. Na verloop van tijd bleken de weggebruikers gewend te zijn en werd het langzamer rijden dan toegestaan minder waargenomen. De verwachting is dat dit bij de 4 trajecten op soortgelijke wijze zal plaatsvinden.


5. Bent u bereid de genomen maatregel terug te draaien als blijkt dat de files toenemen? Zo neen, waarom niet?

5. Als op den duur blijkt dat de files door de genomen maatregel blijvend zijn toegenomen wordt de maatregel heroverwogen. Bij de heroverweging worden de effecten die de maatregel heeft op de luchtkwaliteit en verkeersveiligheid eveneens betrokken. De - mogelijke - heroverweging vindt plaats op basis van de monitoring die de komende tijd wordt uitgevoerd.


6. Monitort u de gevolgen ten aanzien van de luchtkwaliteit op de 80 km-trajecten? Zo ja, hoe?

6. Ja, door middel van metingen van TNO.


7. Bent u bereid om de maatregel terug te draaien als het gewenste effect ten aanzien van de luchtkwaliteit uitblijft? Zo neen, waarom niet?

7. Zie het antwoord op vraag 5.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs


-----------------------
AD 1 november 2005