Ministerie van Buitenlandse Zaken

Op 21 november jl. stelde het lid Koenders een aantal schriftelijke vragen aan de Minister van Defensie, de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en ondergetekende over Afghanistan (kenmerk 2050603470). Daarbij vraagt de heer Koenders of wij bereid zijn deze vragen vóór de aanstaande begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken te beantwoorden. Mede namens de Minister van Defensie en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking informeer ik u als volgt.

De vragen richten zich op een aantal centrale elementen van het onderzoek dat de regering op dit moment uitvoert naar de mogelijkheden van een Nederlandse bijdrage aan de ontplooiing van ISAF in Zuid-Afghanistan. De Kamer is reeds meerdere malen geïnformeerd over dit lopende onderzoek, laatstelijk per brief d.d. 3 november jl. van de Minister van Defensie en ondergetekende (Kamerstuk 27 925 nr. 189). In deze brief wordt gesteld dat de regering werkt aan een zorgvuldig besluit en dat zij de tijd zal gebruiken die daarvoor nodig is. Vóór de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken, die zal plaatsvinden op 23 en 24 november aanstaande, zal dat besluit niet genomen zijn en zal de Kamer nog niet volledig terzake kunnen worden geïnformeerd.

Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid acht ik het niet wenselijk nu reeds antwoord te geven op deze vragen, die immers grotendeels betrekking hebben op de afwegingen die onderdeel uitmaken van het voornoemde onderzoek.

Zoals de Kamer reeds eerder is medegedeeld zal zij zodra een besluit is genomen volledig worden geïnformeerd, waarna er uitvoerig gelegenheid zijn om terzake met de regering van gedachten te wisselen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot


---- --