Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van uw Kamer (05-BuZa-B-097 d.d. 28 oktober jl.) informeer ik u hierbij over het regeringsstandpunt ten aanzien van de actuele stand van zaken van het nucleaire programma van Iran.
Het nucleaire programma van Iran blijft reden geven tot zorg. Voor de door Iran nagestreefde eigen verrijkingscapaciteit bestaat geen civiele operationele noodzaak en het doel van de opbouw van een eigen capaciteit is derhalve op zijn minst onduidelijk. Iran beschikt niet over kerncentrales waarvoor brandstof geproduceerd zou moeten worden. Voor de in aanbouw zijnde centrale in Bushehr bestaat een brandstofvoorzieningscontract met de Russische Federatie. Iran heeft jarenlang ontkend een verrijkingsprogramma te hebben, tot het met onweerlegbare bewijzen van het tegendeel werd geconfronteerd. Vervolgens stelde het dit programma zonder hulp van buitenaf ontwikkeld te hebben, hetgeen eveneens door feiten werd gelogenstraft. De recente oproep van de Iraanse president Ahmedinejad, tijdens een conferentie over zionisme, tot de vernietiging van Israël ("wipe off the earth"), geeft weinig aanleiding tot vertrouwen in de intenties van de nieuwe regering in Teheran.
Iran zegt geen kernwapenbezit na te streven maar slechts gebruik te maken van zijn recht onder het NPV-verdrag op een vreedzaam kernprogramma, hetgeen het land in beginsel een eigen nucleaire brandstofcyclus toe zou staan. De EU cq. de E3 (Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland) heeft steeds benadrukt, dat het geenszins de bedoeling is welk land dan ook zijn recht op een vreedzaam nucleair programma te ontzeggen. De E3-voorstellen die in de afgelopen twee jaar werden gedaan, respecteerden Iran's legitieme rechten op een civiel nucleair programma ten volle. Waar het om gaat is uit te kunnen sluiten dat Iran zich tot kernwapenstaat zou kunnen ontwikkelen. Iran dient het - meer dan eens geschonden - vertrouwen van de internationale gemeenschap in het vreedzaam karakter van zijn nucleaire programma te herwinnen. De regering ondersteunt derhalve het streven van de E3/EU om Iran ertoe te bewegen om als vertrouwenwekkende maatregel geen uitvoering te geven aan zijn recht op een eigen brandstofcyclus.
Nederland zet zich er met EU-partners voor in Iran ertoe te bewegen volledig aan zijn verplichtingen onder de IAEA-Waarborgenovereenkomst te voldoen en terug te keren naar het onderhandelingsproces, om zo een voor alle partijen bevredigende oplossing mogelijk te maken. Het E3/EU-aanbod voor een 'pakket' gericht op lange-termijn samenwerking is nog immer van kracht. Indien echter het perspectief verdwijnt dat onderhandelingen tot een oplossing kunnen leiden, dan dient doorverwijzing naar de VN Veiligheidsraad te volgen.
De IAEA Bestuursraad van 24 september jl. was de laatste waarin Nederland zitting had; tijdens de daarop volgende IAEA General Conference liep het tweejarige Nederlandse lidmaatschap af. In EU-verband blijft Nederland evenwel nauw betrokken bij de ontwikkelingen in de Bestuursraad.
Overzicht van recente ontwikkelingen
- E3/EU
Begin augustus dit jaar wees Iran het voorstel van de E3/EU voor een lange-termijnoplossing voor een vreedzaam Iraans nucleair energie en onderzoeksprogramma van de hand. Het land hervatte de conversie van uranium, hetgeen een schending van het Akkoord van Parijs van november 2004 betekende. In Parijs was Iran met de EU3 overeengekomen zijn verrijkingsgerelateerde activiteiten gedurende de onderhandelingen op te zullen schorten. Sedertdien hebben geen onderhandelingen meer plaatsgevonden tussen de E3 en Iran.
- IAEA
In een buitengewone zitting kwam de Bestuursraad van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) op 11 augustus jl. unaniem een resolutie overeen, waarin een eensgezinde boodschap van ernstige zorg werd uitgesproken en Iran werd opgeroepen opschorting van conversie-activiteiten te herstellen.
Op verzoek van de Bestuursraad presenteerde Directeur Generaal IAEA El Baradei op 2 septemberjl. een rapport, waaruit bleek dat het IAEA nog steeds niet kon garanderen dat er in Iran geen clandestiene (militaire) nucleaire activiteiten plaatsvonden. Het beeld dat door het IAEA werd geschetst was dat Iran weliswaar schoorvoetend meewerkte aan de inspecties, maar niet erg zijn best deed om uitstaande vragen, onder meer over de centrifuge-programma's en plutoniumexperimenten, te beantwoorden.
In de eerstvolgende, reguliere zitting van de Bestuursraad werd op 24 september jl. in een door de E3 (Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) geïnitieerde resolutie vastgesteld dat Iran zijn verplichtingen onder de IAEA-Waarborgenovereenkomst niet naleefde ("non-compliance") . Dit betekent een belangrijke, positieve stap die betrokkenheid van de VN-Veiligheidsraad bij de kwestie Iran mogelijk maakt. Aan Iran is hierdoor een duidelijk signaal gegeven, waardoor het land nu onder druk staat om beter met het IAEA samen te werken en aan zijn internationale verplichtingen te voldoen. De resolutie dringt er bij Iran onder meer op aan om alle verrijkingsgerelateerde en opwerkingsactiviteiten op te schorten. Voorts roept de resolutie Iran op volledig aan zijn verplichtingen te voldoen en terug te keren naar de onderhandelingstafel.
Het was voor het eerst dat de Bestuursraad er in slaagde om het eens te worden over het met zoveel woorden vastleggen van 'non-compliance' door Iran. Dat niet tot onmiddellijke voorlegging werd besloten, was noodzakelijk om een compromis mogelijk te maken. Aanvankelijk stuitte betrokkenheid van de VN-Veiligheidsraad op sterke weerstand. Achter de schermen werd langdurig onderhandeld met onder meer de Russische Federatie, China en landen van de Non-Aligned Movement. Intensieve Europese en Amerikaanse diplomatie leidde ertoe dat de Russische Federatie en China zich - evenals tien andere leden van de Bestuursraad - van stemming onthielden. India stemde voor.
De EU, onder aanvoering van de E3 en daarin gesteund door Nederland, heeft evenals de VS in de Bestuursraad sterk voor voorlegging aan de VN-Veiligheidsraad gepleit. De EU heeft een belangrijk doel bereikt door erin te slagen mogelijke betrokkenheid van de VN-Veiligheidsraad expliciet in de resolutie opgenomen te krijgen. Er zal moeten blijken of en wanneer de Bestuursraad bereid zal zijn om de kwestie-Iran daadwerkelijk aan de VNVR voor te leggen.
Hoewel Iran niet formeel is geagendeerd zal de IAEA Bestuursraad van 24 en 25 november a.s. zich buigen over het nucleaire programma van Iran. Naar alle verwachting zal DG El Baradei ten behoeve van de bijeenkomst eendaags een nieuw rapport over Iran uitbrengen.
In de aanloop naar de Bestuursraad vindt intensief overleg plaats over de stand van zaken en opties die tot een oplossing zouden kunnen leiden tussen belanghebbende partijen. Zo voerde de EU/E3 intensieve besprekingen met leden van de Bestuursraad en bezocht de voorzitter van de Russische veiligheidsraad Ivanov eerder deze maand Teheran. Er zijn thans geen concrete aanwijzingen dat deze inspanningen een oplossing wezenlijk dichterbij hebben gebracht.
- RAZEB
Tijdens de RAZEB van 21 en 22 november jl. is het nucleaire programma van Iran besproken met het oog op de komende bijeenkomst van de IAEA-Bestuursraad. Hierover zal de Kamer separaat worden geïnformeerd. De Raad boog zich op 7 november jl. over de stand van zaken met betrekking tot Iran. In de conclusies van 7 november sprak de Raad ernstige zorg uit over de Iraanse hervatting van uraniumconversie in de Uranium Conversion Facility in Esfahan. De Raad drong er bij Iran op aan aan de resolutie van de IAEA-Bestuursraad van 24 september jl. te voldoen, inclusief hernieuwde volledige opschorting van alle nucleaire brandstofcyclusactiviteiten, zodat onderhandelingen hervat kunnen worden. De Raad onderstreepte voorts de voortdurende steun van de EU voor het vinden van een diplomatieke oplossing voor de internationale zorgen over Iran's nucleaire programma. Verder maakte de Raad - mede op aandringen van Nederland - duidelijk dat Iran zelf bepaalt, door zijn acties, of de lange termijn relatie tussen de EU en Iran zal verbeteren of verslechteren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken