Kerkinactie

Persbericht

Utrecht, 22 oktober 2005

Milde winter Pakistan geeft hulpverleners extra tijd

De door hulpverleners gevreesde winter in Pakistan start milder dan verwacht. 'We waren bang dat het weer inmiddels al zo slecht zou zijn dat hulptransporten over de weg of per helikopter niet meer mogelijk zouden zijn, maar de natuur lijkt ons nog een paar weken tijd te gunnen', aldus Marvin Parvez, directeur van een lokale hulporganisatie van Kerkinactie en ICCO.

Normaal is de temperatuur in Pakistan rond deze tijd al onder het nulpunt gezakt, is er sprake van hevige sneeuwval en harde rukwinden. In die omstandigheden waaien helikopters uit de lucht en zijn wegen voor vrachtwagens met hulpgoederen onbegaanbaar.

15)'Begrijp me niet verkeerd, veel slachtoffers van de aardbeving hebben het erg zwaar. De temperatuur zakt op sommige plaatsen 's nachts tot het vriespunt en veel mensen slapen nog steeds in de buitenlucht.' Parvez schat dat er in Pakistan nog zo'n 50 tot 60 duizend winterbestendige familietenten nodig zijn. Net na de aardbeving waren dat er nog 450 tot 500 duizend. In totaal raakten 3,5 miljoen mensen in Pakistan dakloos door de aardbeving.

Wildgroei aan tentenkampen
Naast officiële opvangkampen voor slachtoffers is er een wildgroei aan spontaan ontstane tentenkampen volgens Parvez. Duizenden mensen komen uit de bergen naar de valleien lopen op zoek naar eten en onderdak. Parvez: 'Een groot probleem van deze niet-georganiseerde tentenkampen is dat er geen voorzieningen zijn. Er zijn geen waterpompen, sanitaire voorzieningen of gezondheidszorg, om maar wat voorbeelden te noemen. En echt veilig voor alleenstaande vrouwen en kinderen is het er niet'. Vooral weeskinderen lopen het gevaar ten prooi te vallen aan roversbendes en handelaren in de seksindustrie.

15% van de slachtoffers niet bereikt
Volgens schattingen van lokale ngo's in Pakistan wordt ongeveer 15% van de slachtoffers niet bereikt met hulp. Dat komt deels omdat zij in gebieden zitten die niet bereikbaar zijn. Daarnaast is er een groep slachtoffers die vrijwillig niet uit de bergen naar de hulpposten komt. Parvez geeft als reden dat veel mensen al generaties lang op dezelfde plek wonen en hun geboortegrond en bezittingen niet achter willen laten. Noodhulpmedewerker Raymond Bernardus van Kerkinactie en ICCO denkt dat eer ook een rol speelt. 'Vooral in de bergdorpen is het niet gewoon dat getrouwde vrouwen contact hebben met mannen buiten hun eigen familie. Als een familie inschat dat ze de winter zullen overleven, ook al wordt het kantje boord, zullen ze ervoor kiezen in hun eigen dorp te blijven. Eergevoel weegt soms zwaarder dan doodsangst'.

Hulpverlening in volle gang
De lokale partnerorganisatie van Kerkinactie en ICCO, waar Parvez werkt, is volop bezig met het verlenen van noodhulp. Er zijn ruim 7 duizend tenten verspreid. Er zijn nog 13 duizend tenten in voorraad of productie. De afgelopen 2 maanden distribueerde de organisatie ook nog eens 4.500 voedselpakketten. Een voedselpakket bevat 1 maand eten voor een familie van 7 personen. De lokale partnerorganisatie richtte met Nederlands geld een tentenkamp voor 2.500 mensen in. Het kamp is voorzien van sanitaire voorzieningen en elektriciteit. Kinderen hadden vorige week hun eerste schooldag in het kamp. Onder begeleiding van een psycholoog is een eerste bijeenkomst georganiseerd voor vrouwen en kinderen om te praten over het verlies van familieleden en trauma's. Voor kinderen onder de 2 jaar zijn speciale slaapzakken uitgedeeld voor de koude nachten.


Noot voor de redactie (