LEI

persbericht / nr. 1821

22-november-2005

Omschakelingsproces duurzame landbouw moet uit startblokken

Het ministerie van LNV heeft de omschakeling naar een meer duurzame landbouw hoog op de agenda staan. Het heeft veel informatie verzameld voor wat in ambtelijke taal heet 'het transitieproces', maar nu dreigt de energie weg te zakken. Om het proces nieuwe impulsen te geven, moet er meer met de informatie worden gedaan, zowel binnen LNV als daarbuiten. Voorwaarde voor een succesvol vervolg is dat het ministerie de transitie als een zelfstandig project behandelt, onafhankelijk van de bestaande lijnorganisatie, en daarvoor mensen met de juiste competenties vrijstelt of aantrekt. Tot die conclusie komen onderzoekers van het LEI en van de Universiteit van Amsterdam in een rapport in opdracht van LNV.

Het ministerie zoekt nieuwe wegen om samen met de sector de maatschappelijke problemen aan te pakken waar de landbouw mee worstelt. Het wil een 'transitie', een drastische verandering waarbij bestaande structuren en manieren van denken worden doorbroken. De in 2003 georganiseerde debatten over de toekomst van intensieve veehouderij moesten daarvoor een aanzet geven. De onderzoekers zijn positief over de manier waarop de debatten zijn georganiseerd, maar niet over de verwerking van de resultaten. Daarvan is niet zoveel terecht gekomen. Wat het begin had moeten worden van een doorlopend leerproces, dreigt nu in de inventarisatiefase te blijven steken doordat nieuwe impulsen uitblijven. Die impulsen zouden van alle partijen moeten komen, zowel van de overheid als van het bedrijfsleven.

De verticale organisatie van de overheid vormt een belangrijke barrière voor het gewenste veranderingsproces. De overheid moet daarom 'kantelen': ruimte scheppen voor horizontale initiatieven en continue leerprocessen, samen met betrokkenen uit de samenleving. De debatten over de intensieve veehouderij hebben binnen LNV weliswaar de discussie gestimuleerd, maar ook het gevoel versterkt dat er nog een groot gat zit tussen de wil om te veranderen en de aanpassingen die dat vraagt in organisatie en cultuur.

Een onafhankelijk binnen het ministerie opererende procesgroep, met een vrijgestelde 'zware' coördinator die direct onder de minister valt, zou een belangrijke rol kunnen vervullen om de organisatie meer 'transitie-bewust' te maken. In nauwe samenwerking met de betrokkenen buiten LNV kan dat leiden tot nieuwe initiatieven in het omschakelingsproces naar een duurzame landbouw. Eén van de vele aanbevelingen uit het rapport luidt dat het aanwijzen van koplopers in de sector die dit proces willen helpen aanjagen daarbij van groot belang is.

---

Een kantelende overheid; Debat intensieve veehouderij en de transitie naar duurzame landbouw. Het rapport bestellen 'rapport PR.05.08'.