Rechtbank Leeuwarden
Werkstraffen boetes en voorwaardelijke gevangenisstraffen in
omkopingszaak Rijksgebouwendienst
De rechtbank Utrecht heeft vandaag uitspraak gedaan in de strafzaken
tegen negen personen die verdacht werden van valsheid in geschrifte,
oplichting en het aannemen van steekpenningen, bij (al dan niet
bestaande) werkzaamheden aan gebouwen van de Rijksgebouwendienst in
west- en noordwest Nederland in de periode van 1999 tot en met 2003.
Deze negen verdachten zijn naar voren gekomen uit het strafrechtelijk
onderzoek tegen een ambtenaar van de Rijksgebouwendienst, die daarvoor
in 2003 is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan
6 maanden voorwaardelijk. Het betreft 3 ambtenaren, werkzaam als
rayonmanager bij de Rijksgebouwendienst, 3 aannemers en 3
eigenaren/medewerker van adviesbureaus, die op 8, 9 en 10 november
jongstleden terecht hebben gestaan.
In een viertal zaken vindt de rechtbank dat de eis van het OM (een
werkstraf) geen recht doet aan de ernst van de ten laste gelegde
feiten. Verdachten hebben immers willens en wetens gedurende langere
tijd eraan meegewerkt dat tussen ambtenaren van de
Rijksgebouwendienst, adviseurs en/of aannemers verhoudingen zijn
ontstaan die hebben geleid tot het elkaar over en weer â in strijd met
de wet â gunnen van bepaalde voordelen. Dit soort omkoping corrumpeert
het ambtelijk apparaat en kan aldus gevaarlijk zijn voor het
functioneren van de staat.
Deze feiten zouden op zichzelf onvoorwaardelijke gevangenisstraffen
rechtvaardigen, maar de rechtbank heeft rekening te gehouden met
bijzondere omstandigheden, zoals met name het aanzienlijke
tijdsverloop sinds de gepleegde feiten. Ook heeft de rechtbank in haar
oordeel uitdrukkelijk meegewogen dat het in deze periode bij de
Rijksgebouwendienst ontbrak aan enige directe controle op het handelen
van verdachten en het uitdragen en aanscherpen van normen en waarden
op dit terrein geen prioriteit lijkt te hebben gehad.
De rechtbank heeft voorts uitgesproken dat het opstellen van onjuiste,
want te hoge, offertes op zichzelf die offertes niet vals maakt.
De rechtbank heeft de verdachten dan ook veroordeeld tot werkstraffen
(van 80 tot 240 uur), voorwaardelijke gevangenisstraffen (variërend
van 3 maanden tot 6 maanden) en geldboetes (van ⬠1500 tot â¬
15.000).
LJ Nummers
AU6577
AU6581
AU6583
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 22 november 2005 Naar boven