Opinie 37: `Excuses aan Suriname zou voor Nederland te makkelijk zijn'
Doeko Bosscher, hoogleraar Eigentijdse Geschiedenis
Voor het eerst sinds de onafhankelijkheid van Suriname gaat een
Nederlandse premier op staatsbezoek in onze voormalige kolonie.
Balkenende woont de viering van dertig jaar onafhankelijkheid bij.
Veel Surinamers vinden de tijd rijp voor een stevig mea culpa. Toch is
een excuus volgens hoogleraar Eigentijdse Geschiedenis Doeko Bosscher
niet de manier om de banden aan te halen: `Met excuses aan Suriname
zou Nederland het zich te makkelijk maken.'
Als je excuses gaat aanbieden aan Suriname, dan kun je aan de gang
blijven, vindt Bosscher. Bovendien zouden excuses van de premier
weinig zeggen. `Nederland heeft wat Suriname betreft weinig om trots
op te zijn, dat klopt. We liepen niet voorop in de afschaffing van de
slavernij en zelfs nadat dit gebeurde in 1863 hebben Nederlanders zich
niet voorbeeldig gedragen. Toch kun je daarvoor beter geen excuses
maken. Je zou moeten zeggen: mijn excuses, maar ik heb het niet
gedaan. Dat is gratuit. Het Nederlandse volk anno 2005 is niet
verantwoordelijk voor wat er destijds gebeurd is.'
Historisch besef
Geen excuses dus. Maar wat dan wel? De Nederlandse bevolking is niet
verantwoordelijk, maar leren van de misstappen uit het verleden kan ze
wel. Daarom heeft door de overheid nadrukkelijk gestimuleerd
historisch besef volgens de hoogleraar veel meer waarde. Waar zijn in
het verleden te vermijden en waar onvermijdelijke fouten gemaakt? Waar
heeft Nederland zich positief en negatief onderscheiden van andere
landen? En welke structuren zijn door Nederland in Suriname
aangebracht die ongelijkheid onder de bevolking hebben gecontinueerd,
ook ná de afschaffing van de slavernij?
Uit die geschiedenis blijkt dat in geen enkele kolonie de ideale
samenleving is ontstaan. Er zijn altijd twee partijen: een machtige en
een minder machtige. Door die ongelijkheid doen partijen elkaar kwaad
en tekort. Zo ook Nederland, dat een aantal inktzwarte bladzijden
heeft moeten optekenen. Maar niet alles wat ons land deed was slecht.
In de ontwikkeling van Suriname heeft Nederland ook goede dingen
gedaan en die moeten ook worden benoemd, vindt Bosscher. `Niets is zo
krachtig en veelzeggend als goede geschiedschrijving. Daaruit blijkt
de behoefte om schoon schip te maken, het verleden onder ogen te zien
en niet opnieuw dezelfde fouten te maken. Dat is volgens mij de ideale
vorm van excuses maken.'
Verkeerde kant
Onlangs drukte minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot zijn spijt uit
door te zeggen dat Nederland zich met zijn gedragingen `aan de
verkeerde kant van de geschiedenis had opgesteld'. Dat past beter in
de calvinistische traditie dan simpel `excuses', die je alleen maakt
omdat je weet dat de ontvanger dat graag hoort. Een beetje wollig is
in dit geval wel integer. Een ander voorbeeld is het plaatsen van een
antislavernijmonument in Amsterdam. Geen excuses, wel een waardevol
initiatief.
En de Surinamers, zijn die tevreden met een calvinistisch antwoord van
de Nederlandse premier? Bosscher denkt van wel: `Voor het eerst sinds
lange tijd doet zich een situatie voor dat we onze relatie in een
enigszins ontspannen situatie opnieuw kunnen definiëren. Welke woorden
we er ook voor gebruiken, ze zullen in Suriname allemaal met
waardering worden ontvangen. En misschien zelfs als excuses worden
opgevat.'
Curriculum Vitae
Doeko Bosscher studeerde geschiedenis aan de RUG van 1968 tot 1974.
Zes jaar later promoveerde hij op een proefschrift over de
nagedachtenis van Hendrik Colijn. Sindsdien is Bosscher altijd aan de
RUG verbonden gebleven, onder andere als docent, decaan en Rector
Magnificus. Sinds 1990 is hij hoogleraar Eigentijdse Geschiedenis. In
zijn onderzoek richt Bosscher zich op drie belangrijke pijlers:
Nederlandse geschiedenis, internationale geschiedenis en de
geschiedenis van Amerika. /SK
Informatie
prof.dr. D.F.J. Bosscher, tel. (050) 363 60 28, e-mail
d.f.j.bosscher@rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen