D66

Motie Taskforce Vrouwen

AO 17 november 2005

Fatma Koser Kaya

Voorzitter,

Ik heb tijdens het vorige overleg aangegeven dat je kracht krijgt door in te zetten op de economische ontwikkeling, onderwijs, banen. En dat begint vroeg. Als mensen weerbaar worden gemaakt en geld op zak hebben, hebben ze geen praatgroepen meer nodig. Beleid moet dus gericht zijn op taalonderwijs, om- en bijscholing,het vinden en creëren van stageplaatsen en werk. Vrouwen willen niet zielig gevonden worden maar willen een perspectief. Gewoon meedoen.

Allochtonen, in het bijzonder vrouwen, vertonen op de arbeidsmarkt op elk niveau meer achterstand dan autochtonen. Omdat het beleid meer gericht is op de culturele ontwikkeling van de vrouwen en weinig concreet is terzake de economische ontwikkeling, heb ik een motie ingediend om de economische ontwikkeling van de vrouwen sneller te bewerkstelligen. Want ik geloof in een verzet van onderaf als het gaat om de culturele ontwikkeling van de vrouw, dat kun je niet van bovenaf opleggen. Die krijg je als je inzet op de ontwikkeling van de intellectuele en economische vrijheid van de vrouw.

Mijn motie is een verzoek om meer dan het instellen van een stuurgroep ter coördinatie en afstemming op nationaal niveau van het bestaande beleid. Mijn motie is zeker meer dan de naar mijn mening uiteindelijke resultaten van Pavem. Als Pavem al een succes kan worden genoemd (ik heb daar zo mijn vraagtekens bij) is dat dankzij maxima en niet dankzij de duurbetaalde leden. Mijn motie is niet alleen maar om de erfenis van Pavem voort te zetten.

Hoe dan wel?

In de stuurgroep moet wat mij betreft juist ABU, VNO-NCW, MKB Nederland, allochtone ondernemers, ROC's en hogescholen plaatsnemen. Zie niet in waarom vrijwilligersorganisaties in de stuurgroep plaats moeten hebben. Laten zij maar eerst hun organisaties multicultureler maken. De stuurgroep moet partijen (werkgever, werknemer, gemeenten, vakbond en onderwijsinstellingen) aan elkaar verbinden en committment creëren om de arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen te bevorderen. Voortzetten van alleen maar een aantal projecten die er nu zijn, is te weinig.

De stuurgroep moet ook een afspiegeling zijn van de verschillende doelgroepen die we willen dienen met de hierboven genoemde gedifferentieerde aanpak. Daarnaast zou het ook goed zijn als ook iemand van de vakbeweging zitting nam in de stuurgroep. Kunnen ze meteen laten zien dat ze meer kunnen dan demonstreren voor het prepensioen.
Het ambassadeursnetwerk is veel te veel ons kent ons. Wie heeft er trouwens iets van dit netwerk gehoord. Ze hebben een mooi website, maar daar houdt het ongeveer mee op. Ik weet wel een aantal organisaties die geweldig werk afleveren, zoals DIVAZ. Zij hebben ook een prijs gewonnen ... Ik heb ze ook aan het werk gezien. Jonge zwarte migrantenvrouwen die wat willen.
Ik wil dat de stuurgroep wordt gecoördineert door een vrouwelijke Hans de Boer.
De vrouwen uit Pavem ambassadeurs moeten op concrete projecten worden ingezet.
Net als bij de Taskforce Jeugdwerkloosheid wil ik dat er concrete afspraken gemaakt worden met werkgevers om plekken beschikbaar te stellen voor allochtone vrouwen. Te beginnen bij overheidsinstanties en vakbonden.
In plaats van uit het ministerie veel geld te stoppen in allerlei projecten die vrouwen naar de arbeidsmarkt moeten begeleiden zou ook aan een aantal bemiddelingsbureaus opdracht kunnen worden gegeven om ermee aan de slag te gaan. Een banenoffensief in het kader van economische zelfstandigheid van vrouwen zou een perfecte manier zijn om vrouwen aan het werk te helpen.
Een out of the box werkwijze is vereist om vrouwen en werkgevers in contact te brengen. Een startconferentie kan worden georganiseerd ter verkrijging van leer/werkplaatsen bij werkgevers. Prinses Maxima kan dan als veilingmeester optreden. Als het iemand lukt dan is zij het wel. Tijdens die startconferentie kan de stuurgroep worden geïntroduceerd met een eigen website etc. Nodig dan ook bureau's uit die ervaring hebben met bemiddeling van allochtonen. Er moet hierbij onderscheid gemaakt worden tussen groepen vrouwen. De bemiddeling voor de Iraanse chemica met mooie papieren behoeft een andere aanpak dan die voor de nagenoeg ongeschoolde vrouw die net haar inburgeringscursus achter de rug heeft. Differiëntatie komt in de plannen van de bewindslieden in het geheel niet voor. En juist differentiatie is noodzakelijk om resultaten te boeken. Elders verworven competenties, een manier om kwaliteiten inzichtelijk te maken: voor jongeren bestaat het jongerenpaspoort, waar in staat wat ze allemaal kunnen/hun competenties. Iets soortgelijks zou ook voor vrouwen ontwikkeld kunnen worden. Ik wil vervolgens cijfers horen als het gaat om hoeveel vrouwen eind 2007 een EVC-traject hebben doorlopen en hoeveel vrouwen nog aan dit traject zullen deelnemen. Stap 2 is dan hun trainingsaanbod zo in te richten dat er wordt aangesloten op de wensen en behoeften. Enkel als vrijwilliger oefenen heeft geen enkele zin als je dat niet kunt koppelen aan een eventuele plaatsing.
Wat ik ook mis is ondernemerschap. Steeds meer allochtone vrouwen starten als ondernemer. Hoe willen de bewindslieden ondernemerschap binnen deze groep stimuleren? Hoe zit het met de begeleiding van ondernemers? Starten is één ding, niet failliet gaan en winst maken is een ander ding. Er ligt een enorm potentieel aan allochtone vrouwen en de diensten die zij bijvoorbeeld kunnen leveren om arbeid en zorg voor andere vrouwen weer makkelijker te maken (denk aan thuiszorg, strijkservice, schoonmaakservice aan huis, etc). Dus concreet concreet concreet.
Tenslotte het element coaching moet prominenter in de invulling van de motie naar voren komen. Eén op één begeleiding zal op lange termijn veel meer opleveren dan allerlei gesprekken met rolmodellen. Het mooie is dat juist bij één op één begeleiding culturele aspecten beter aan de orde zullen komen, zonder dat vrouwen het gevoel krijgen dat ze achterlijk zouden zijn, omdat ze een bepaald cultuur hebben.

Lopende projecten
De projecten die nu lopen moeten worden gevolgd en bijgesteld waar nodig, maar niet alleen projecten van BIMB maar ook de ESF projecten rondom allochtone vrouwen. In de notitie ontbreekt de samenhang tussen de projecten. De projecten die hier worden genoemd zijn grotendeels gericht op jongeren. Ik wil inzicht hebben het aantal en de aard van de projecten met betrekking tot de emancipatie van allochtone vrouwen die op dit moment lopen.

22-11-2005 10:02