Filmmuseum
Film- en wetenschapswereld luiden de noodklok.
Petitie naar Kamercommissie
Op 22 november bieden filmproducent Matthijs van Heijningen en regisseur/acteur Thom
Hoffman de vaste kamercommissie voor OCW een petitie aan getiteld 'Redt het audiovisuele
erfgoed'. In augustus riep de Raad voor Cultuur de regering op 99 miljoen euro te
investeren in de redding van de filmcollecties die worden bewaard bij het Filmmuseum en
het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Op dit advies -Deltaplan voor het
Filmbehoud- bleef een reactie van het kabinet tot dusverre uit. Onacceptabel, meent een
groot aantal organisaties uit de film-, omroep- en erfgoedwereld, en uit het onderwijs-
en wetenschapsveld die de petitie ondertekenden.
De ondertekenaars van het manifest 'Redt het audiovisuele erfgoed'waaronder organisaties
als de Publieke Omroep, het Filmfonds en het Nederlands Filmfestival, maar ook Paul
Verhoeven en Henk van Os maken zich ernstig zorgen: zonder ingrijpen zal de Nederlandse
audiovisuele geschiedenis van de laatste honderd jaar grotendeels verloren gaan. De
situatie is dramatisch: in de collecties van het Nederlands Instituut voor Beeld en
Geluid en het Filmmuseum wacht ruim 45.000 uur film op conservering.
De kwetsbaarheid van het bewaarde materiaal maakt de noodzaak tot ingrijpen acuut. Film is
uiterst vergankelijk: de drager van de beelden vernietigt zichzelf door o.a. het
'azijnzuursyndroom'; beeldvervaging, -verkleuring en verpulvering zijn het
onvermijdelijke gevolg. Nu al blijken artistiek of cultuurhistorisch waardevolle
producties niet meer vertoond te kunnen worden: kopieën bestaan eenvoudigweg niet
meer of zijn zodanig verkleurd en aangetast dat de projectie geen recht doet aan het
oorspronkelijke (kunst-)werk. Jan Vrijmans De werkelijkheid van Karel Appel (1962) kon op
het nippertje worden gered, maar van Wim Verstappens Blue Movie (1971) bestaat nog maar
één rozerode kopie. Talloze films die het leven in de twintigste eeuw
documenteren, bevinden zich in deplorabele staat: van films met Abraham Kuyper, Louis
Davids en Fien de la Mar tot de Rolling Stones in het Kurhaus.
Het teloor gaan van dergelijke visuele bronnen slaat een onherstelbaar gat in het
collectieve geheugen. Slechts door dit fragiele erfgoed over te zetten op een nieuwe
drager, kan de inhoud ervan voor huidige en komende generaties behouden blijven.
De bezuinigingen waarmee het Filmmuseum en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
de afgelopen jaren zijn geconfronteerd, maakten het onmogelijk te investeren in
conservering van het audiovisuele erfgoed. Hierdoor is niet alleen de fysieke staat van
de collectie achteruitgegaan, ook hebben de bezuinigingen een uitstroom van technische en
inhoudelijke vakkennis tot gevolg gehad.
Al ruim 25 jaar wordt gepleit voor het behoud van ons nationale filmerfgoed. Zo adviseerde
de Archiefraad al in 1979 maatregelen te treffen ter behoud van het filmerfgoed dat door
verval, gebrek aan geschikte opslagruimte en financiële middelen verloren dreigde te
gaan. Nu -in 2005- is uitstel niet langer een optie: zonder ingrijpen gaat de audiovisuele
geschiedenis definitief verloren. Vertegenwoordigers van de film-, omroep-, erfgoed-,
onderwijs- en wetenschapswereld constateren dat de overheid nog altijd niet heeft
gereageerd op het pleidooi van de Raad voor Cultuur voor een Deltaplan voor het
Filmbehoud. Met de kamerbehandeling van de cultuurbegroting op 28 november a.s. in het
verschiet, is het aanbieden van deze petitie een laatste poging de politiek te overtuigen
van de noodzaak de audiovisuele geschiedenis van de twintigste eeuw te behouden.
De geschiedenis van de twintigste eeuw is vervat in duizenden films. Een overheid die
daarvan de waarde erkent, kan zich eenvoudigweg niet permitteren het advies van de Raad
voor Cultuur naast zich neer te leggen.
---