Ingezonden persbericht
PvdA Voorlichting
Den Haag, 21 november 2005
PvdA Tweede Kamerfractie wil onderzoek naar de gang van zaken rond het 'Groenenbergterrein'
Al meer dan een decennium lang vindt er een bizar steekspel plaats rond een bouwplan voor het Groenenbergterrein in de Haarlemmermeerpolder. Het conflict escaleerde in de laatste week van november 2002, nu precies drie jaar geleden. Het begon met een brief van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat die de gemeente Haarlemmermeer verzocht een voorbereidingsbesluit voor het gebied te nemen. Het doel van deze maatregel was een einde te maken aan een bouwrecht. Uiteindelijk grijpt de staatssecretaris naar het zwaarste middel dat haar ten dienste staat: een bouwverbod. Nu, drie jaar later, verzoekt Schiphol, initiator van het bouwverbod, tot de opheffing van het bouwverbod. Het Groenenbergterrein is inmiddels uitgegroeid tot een juridische oorlog waar advocaten een vermogen aan verdienen.
Wat is er hier gaande? Ging het hier om oprechte zorg voor de veiligheid van de luchthaven? Of is er hier sprake van een projectontwikkelaar die als speculant in deze kwestie slechts uit is op een hoge schadevergoeding? Of gaan achter de veiligheidsargumenten de onroerend goedbelangen van Schiphol schuil en ontpopt onze nationale luchthaven zich als een bedrijf dat geen concurrent duldt?
Het zijn allemaal mogelijk scenario's.
Feit is dat er hoog spel gespeeld wordt met een hoge financiële inzet. Momenteel is er zelfs sprake van een veroordeling van Schiphol: deze moet de schade van Chipshol, door Chipshol zelf geschat op bijna ¤ 100 miljoen, vergoeden.
Het gevecht lijkt zich nu te verplaatsen van Schiphol en de Staat versus Chipshol, naar Schiphol versus de Staat. Beide voormalige bondgenoten zijn nu in strijd met elkaar over de vraag wie er schadeplichtig is. Dat gevecht gaat heel ver en diep. Voor Schiphol is dit zelfs aanleiding om de Staat der Nederlanden, vanwege het feit dat Staat haar niet van een schadeclaim wil vrijwaren, te dagvaarden.
Dat wil zeggen dat Schiphol van mening is dat de Staat de schade, die zij gehouden is te betalen, moet overnemen. Ook over dit feit is de Kamer niet geïnformeerd. Naar de Tweede Kamer houdt de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat de schijn op dat er niets bijzonders aan de hand is.
Op basis van een eerste - globale - feitenreconstructie van 10 juni 2005, stelde Adri Duivesteijn, namens de PvdA Tweede Kamerfractie, een verzoek in 'om de Tweede Kamer een onafhankelijk onderzoek te laten houden naar de gedragingen en handelswijze van het openbaar bestuur, te weten de rijksoverheid, de provincie Noord Holland, de gemeente Haarlemmermeer alsook de NV Luchthaven Schiphol inzake een bouwaanvraag van Chipshol voor het Groenenbergterrein.'
Voor de kamercommissie Verkeer en Waterstaat was dit aanleiding tot het stellen van een 21-tal schriftelijke vragen aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. In de beantwoording van deze vragen, bij brief van de staatssecretaris d.d. 14 september 2005, wordt niet of nauwelijks opening van zaken gegeven. Het zijn vooral juridisch afgewogen antwoorden die blijkbaar tot doel hebben de Kamer met een kluitje in het riet te sturen. Telkens weer duiken er nieuwe feiten op.
Voor Adri Duivesteijn was dit aanleiding tot het opstellen van een gedetailleerde feitenreconstructie over de periode 1990 tot en met 2005. Uit deze feitenreconstructie blijkt dat er sprake was van een bouwplan van Chipshol dat voldeed aan het bestemmingsplan en een vergunning kreeg van het gemeentebestuur van Haarlemmermeer, maar dat blijkbaar koste wat kost moest worden tegengehouden met inzet van een mix van publieke en juridische middelen, culminerend in een bouwverbod. Inmiddels blijken de drie jaar geleden gehanteerde argumenten om - uiteindelijk - tot een bouwverbod over te gaan als sneeuw voor de zon verdwenen te zijn. Nu vraagt Schiphol, aanvankelijk de motor achter dit bouwverbod, aan diezelfde Staatssecretaris om dit verbod weer op te heffen.
Het is maar zeer de vraag of er bij al deze pogingen om een bouwplan tegen te houden rekening is gehouden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het feit dat nader onderzoek inmiddels heeft uitgewezen dat de veronderstelde beperkingen van het bouwplan voor de bruikbaarheid van de Aalsmeerbaan ongegrond waren - in combinatie met het feit dat Schiphol nu zélf verzoekt om het bouwverbod op te heffen - kan erop duiden dat er in deze zaak onzorgvuldig is gehandeld.
De wordingsgeschiedenis is door de PvdA Tweede Kamerfractie gereconstrueerd aan de hand van alle officiële stukken, voor zover die bij haar bekend zijn. Voor wat betreft de vraag of het beeld dat uit deze stukken naar voren komt ook overeenkomt met de waarheid past vooralsnog een voorbehoud. Het beeld is pas volledig wanner ook ander dossiers worden geopend. Pas dan zal er een volledig beeld ontstaan.
Dit volledige beeld is noodzakelijk om de 'waarom'-vraag te beantwoorden. Was men werkelijk overtuigd dat de veiligheid van de luchthaven bedreigd werd? Is er sprake van een handige speculant die uit is op schadevergoeding? Of hebben wij te maken met de handelingen van een monopolist - Schiphol - die geen concurrent in zijn omgeving duldt?
Het zijn allemaal mogelijke scenario's. Feit is dat dit conflict de gemeenschap veel geld gaat kosten en, misschien nog belangrijker, het vertrouwen in de overheid heeft beschadigd.
Een nader onderzoek kan deze vragen over de integriteit van het handelen van de betrokken overheden, een zelfstandig bestuursorgaan en een overheidsbedrijf beantwoorden.
Ingezonden persbericht