European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
Brussel, 18 november 2005 14611/05 (Presse 301) P 129/05
(OR. en)

PERSMEDEDELING

Betreft: Proces te Andijan

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over het proces te Andijan

De Europese Unie heeft het op 14 november beëindigde proces in Oezbekistan tegen 15 personen in verband met de gebeurtenissen op 12-13 mei 2005, nauwlettend gevolgd.

De Europese Unie deelt op vele punten de ernstige bezorgdheid over het verloop van het proces die op 26 oktober is geuit door de speciale VN- rapporteurs en de onafhankelijke deskundige inzake de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden bij de bestrijding van terrorisme, evenals die van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten. De Europese Unie ziet belangstellend uit naar de spoedige publicatie van het verslag van het ODIHR-team (Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten) dat het proces heeft gevolgd.

De Europese Unie heeft ernstige bedenkingen bij de geloofwaardigheid van de door de openbare aanklager aangedragen argumenten en is van oordeel dat de verdedigingsprocedures ontoereikend waren om een eerlijk proces te garanderen. De Europese Unie zou gaarne de kans krijgen om deze punten met de Oezbeekse regering te bespreken.

Het proces ging vooral over de aanvallen op de kazerne, de gevangenis en het gebouw van de SNB (nationale veiligheidsdienst) en de bezetting van de Hokimyat (gemeentehuis). De Europese Unie erkent het criminele karakter van deze aanvallen, maar is ongerust over het feit dat tijdens het proces weinig aandacht is gegaan naar het grote aantal meldingen, ook van ooggetuigen, dat het Oezbeekse leger en de veiligheidstroepen ernstige mensrechtenschendingen hebben gepleegd bij het bedwingen van de demonstraties.

De Europese Unie blijft het hoogste belang hechten aan een geloofwaardig en transparant onafhankelijk internationaal onderzoek naar de gebeurtenissen van 12-13 mei. De Europese Unie is bereid al deze aangelegenheden in haar lopende dialoog met Oezbekistan te bespreken.

De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten Turkije en Kroatië*, de landen van het Stabilisatie- en Associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Servië en Montenegro en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich aan bij deze verklaring.


* Kroatië blijft deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces