Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake Geannoteerde Agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 21 en 22 november 2005

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |16 november 2005                    |Behand|GJ Bijl de Vroe      |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DIE-784/05                          |Telefo|070 - 348 5005       |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/9                                 |Fax   |070 - 348 6381       |
|Bijlag|                                    |gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl   |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Geannoteerde agenda van de Raad     |                             |
|t     |Algemene Zaken en Externe           |                             |
|      |Betrekkingen van 21 en 22 november  |                             |
|      |2005                                |                             |
Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 21 en 22 november 2005.

De Minister De Minister

van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

De Staatssecretaris
vooor Europese Zaken,

Mr Drs. A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 21 en 22 november 2005

Voorbereiding Europese Raad 15 - 16 december
De Raad zal spreken over de voorbereiding van de Europese Raad op 15-16 december a.s. Het voorzitterschap zal zijn voornemens nog nader bekend maken; bij het redigeren van deze brief waren nog geen gegevens voorhanden.

Financiële Perspectieven
In de Raad van 7 november jl. vond een eerste formele discussie plaats onder het Brits voorzitterschap over de Financiële Perspectieven 2007-2013. Dit gebeurde aan de hand van een 'issues paper', waarin het voorzitterschap aangaf dat er drie onderdelen zijn waarop verdere voortgang nodig is om een akkoord te bereiken:
- de structuur van de EU-uitgaven, waarbij het voorzitterschap de voorstellen van de Commissie als uitgangspunt voor de discussie wil gebruiken.
- modernisering van het budget, via een "review-clause" voor de hele begroting (inkomsten en uitgaven).
- Eigen Middelen, waarbij het voorzitterschap het principe van eerlijke behandeling van lidstaten wil hanteren. Tijdens de Raad van 21-22 november zullen de eerste twee aandachtspunten uitgebreider aan bod komen op basis van papieren van het voorzitterschap, die vermoedelijk een uitwerking inhouden van het eerdere "issues paper". Nederland zal de twee voorzitterschapsdocumenten over de structuur van de uitgaven en de modernisering van de begroting beoordelen op basis van de overeengekomen kabinetsinzet.

Post-tsunami follow up
De Raad bespreekt de stand van zaken aan de hand van een geïntegreerd rapport van Commissie en voorzitterschap over de voortgang in de implementatie van het EU Actieplan dat volgde op de Tsunami in Azië. Laatstelijk heeft de Raad in mei van dit jaar over het actieplan gesproken. De ministers voor Ontwikkelingssamenwerking zullen op de tweede dag van de Raad spreken over de hulp en zij zullen de Raadsconclusies vaststellen. Ministers van Buitenlandse Zaken zullen op de eerste dag van de Raad spreken over preventie en capaciteiten.

Het overzichtsrapport bevat een hoofdstuk over de verschillende vormen van assistentie (financieel, noodhulp en wederopbouw), een hoofdstuk over de versterking van de capaciteiten van de EU om te reageren op een ramp en een hoofdstuk over preventie. Op het terrein van assistentie richt de inzet van de assistentie zich op de wederopbouw in de vorm van zachte leningen, infrastructurele programma's op basis van financiering door donoren en de EIB maar ook politieke dialoog en engagement in getroffen conflictgebieden (Aceh en Sri Lanka).

Ten aanzien van de reactiecapaciteit van de EU wordt ingegaan op de militaire middelen, de middelen voor civiele bescherming en consulaire samenwerking. Wat betreft de militaire middelen wordt vooral gewerkt aan een verbeterde inventarisatie en versterkte coördinatie van reeds bestaande middelen. Waar relevant gebeurt dit steeds in nauwe samenwerking met de Commissie. Dit sluit goed aan bij de Nederlandse positie dat vooral moet worden gekeken naar de mogelijkheden voor verbetering van beschikbaarheid en coordinatie van de bestaande middelen en dat op dit terrein nauw dient te worden samengewerkt tussen de eerste en tweede pijler.

Tot slot behandelt het rapport de mogelijkheden voor preventieve maatregelen zoals early warning systems voor aardbevingen en tsunami's, maar vermeldt ook het Protection of Critical Infrastructures (EPCIP) programma, dat een inventarisatie moet geven van essentiële en kwetsbare infrastructuur binnen de Unie en risicoanalyses van de gevolgen van klimaatverandering en natuurrampen op milieu en economie.

Westelijke Balkan (Bosnië)
Onder het agendapunt Westelijke Balkan zal de Raad spreken over Bosnië-Herzegovina. De Raad zal een besluit nemen over de start van de onderhandelingen over een Stabilisatie- en Associatieovereenkomst (SAO). Nederland onderschrijft de wenselijkheid van het starten van deze onderhandelingen met Bosnië-Herzegovina. Nadat begin oktober een overeenkomst over politiehervormingen werd bereikt, heeft de Bosnische regering voldoende hervormingen doorgevoerd om nu de SAO-onderhandelingen te kunnen beginnen. Goede samenwerking met het ICTY blijft ook na de start van de onderhandelingen een belangrijk criterium waar Bosnië-Herzegovina aan zal moeten voldoen. Tevens zal de Raad besluiten nemen over de aanpassing van het mandaat van de Speciale Vertegenwoordiger van de EU, over een vervolgmissie voor de Europese politiemissie EUPM in Bosnië-Herzegovina, en de "mission review" van de EVDB-vredesmacht EUFOR. Net als in de eerste fase zal de vervolgmissie EUPM zich richten op capaciteitsopbouw van het politieapparaat, met speciale aandacht voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Ten aanzien van de "mission review" van EUFOR onderschrijft Nederland de belangrijkste conclusie, namelijk dat tot aan de parlementsverkiezingen in oktober 2006 de bestaande hoofdtaken van EUFOR zouden moeten worden gehandhaafd.

MOVP
De Raad zal naar verwachting spreken over het verzoek van Israël en de Palestijnse Autoriteit (PA) om een monitoring-rol van de EU bij de Rafah-grensovergang tussen de Gazastrook en Egypte, op basis van een akkoord tussen beide partijen over de heropening van de grensovergang en de bevindingen van een EU 'fact finding' missie terzake. De Raad van 7 november jl. heeft zich in principe bereid verklaard tot een nader te bepalen EU-monitoring rol. Een mogelijke EU-presentie zal aan de volgende door de EU geformuleerde voorwaarden dienen te voldoen: een duidelijke overeenkomst tussen partijen over de werking van de grensovergang, inclusief een geschillenbeslechtingsregeling; een adequate regeling van de veiligheid van EU-personeel; beperkte duur van de missie; een uitvoerbaar mandaat met niet-operationele taken. De Raad zal tevens de verkiezingen voor de Palestijnse Wetgevende Raad (PLC) bespreken, die op 25 januari 2006 zijn voorzien. Daarbij zal onder meer aandacht worden besteed aan de principiële bereidheid van EU-zijde de verkiezingen waar te nemen, de noodzaak van Israëlische facilitering van de voorbereidingen en het verloop van de verkiezingen (in het bijzonder in Oost-Jeruzalem) en deelname van Hamas aan de verkiezingen.

Irak
De Raad zal met name de stand van zaken bespreken met betrekking tot het politieke proces in Irak. De parlementsverkiezingen op 15 december aanstaande zullen resulteren in de eerste constitutioneel verkozen Iraakse regering en vormen daarmee het voorlopige sluitstuk van het politieke proces. De Europese Unie heeft E 30 miljoen ter beschikking gesteld voor het electorale proces. Nederland blijft het politieke proces steunen en hecht aan een politiek zo breed mogelijke deelname. Ook in ons land worden voorbereidingen getroffen om Irakese staatsburgers hun stem uit te kunnen laten brengen. In het kader van de EU-trainingsmissie zal de eerste Nederlandse managementcursus voor rechters, gevangenisdirecteuren en hoge politiefunctionarissen op 16 november van start gaan.

Iran
De Raad zal zich evenals op 7 november jl. buigen over de stand van zaken met betrekking tot Iran. Het nucleaire dossier wordt besproken met het oog op de komende IAEA Bestuursraad in Wenen op 24-25 november. In de conclusies van 7 november jongstleden dringt de Raad er bij Iran op aan geheel aan de resolutie van de IAEA Bestuursraad van 24 september te voldoen, waaronder het hernieuwd volledig opschorten van alle de nucleaire brandstofcyclus betreffende activiteiten, zodat onderhandelingen met de EU/3 hervat kunnen worden. Nederland blijft voorkeur geven aan het bereiken van een oplossing voor het nucleaire dossier door onderhandelen. Indien onderhandelingen echter niet tot een oplossing leiden, dan dient doorverwijzing naar de VN Veiligheidsraad te volgen.

Ook de bekende andere zorgpunten (te weten Iran's positie met betrekking tot de mensenrechten, terrorisme en het Midden Oosten Vredesproces) kunnen aan de orde komen, waarbij wordt aangetekend dat in de Raadsconclusies van 7 november jl. duidelijk is gemaakt dat de staat van de lange termijnrelaties tussen de EU en Iran af zal hangen van de acties van Iran.

Euromed-top
Op 27 en 28 november a.s. vindt in Barcelona een Top van staatshoofden en regeringsleiders plaats ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Barcelona Proces. Namens Nederland zullen de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken deelnemen. De Top is een goede gelegenheid het belang te onderstrepen dat Nederland en de Europese Unie hechten aan de relaties met de landen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika en aan het Euromediterrane partnerschap. De Top zal mede in het teken staan van de noodzaak het Barcelona Proces een scherpere focus te geven en meer resultaatgericht te maken. Naar verwachting zullen een politieke verklaring en een vijfjarig werkplan worden aangenomen waarin een viertal thema's de boventoon voeren: een politiek en veiligheidspartnerschap waarbij de nadruk onder meer ligt op de noodzaak van politieke hervormingen in de zuidelijke Mediterrane landen, duurzame sociaal-economische ontwikkeling en hervormingen, onderwijs en samenwerking op het gebied van binnenlandse zaken en justitie met een nadruk op migratie. Tevens wordt gestreefd naar aanname van een gedragscode inzake terrorismebestrijding. De onderhandelingen over deze documenten zijn nog gaande. Nederland steunt het EU-voorzitterschap in diens pogingen consensus te bereiken over een tekst waarin met name het belang wordt benadrukt om binnen het EUROMED-partnerschap te blijven werken aan hervormingen.

Migratie in externe betrekkingen
Aan de Raad zullen conclusies voorliggen over enkele aspecten van migratie in de externe betrekkingen, in eerste instantie naar aanleiding van Commissiemededelingen over migratie en ontwikkeling, en over het monitoring- en evaluatiemechanisme van derde landen op het terrein van illegale immigratie. Het is de bedoeling om migratie nadrukkelijker in de samenwerking met derde landen te integreren, de middelen daartoe te identificeren en een aantal landen van oorsprong en transit te identificeren met wie de samenwerking in het bijzonder wordt versterkt. Daarbij gaat het om onder meer onderwerpen als capaciteitsopbouw, "remittances" (overmakingen van migranten naar landen van herkomst), het tegengaan van "brain drain", terugkeer en duurzame oplossingen voor vluchtelingen in regio's van herkomst. Nederland hecht veel waarde aan het integreren van migratie in de externe betrekkingen en ziet deze conclusies als een goede bijdrage in het verder ontwikkelen van een strategie om dat doel te bereiken.

EU-strategie voor Afrika
De Raad zal conclusies aannemen over een EU Strategie ten aanzien van Afrika. De RAZEB van mei jl. en de Europese Raad van juni jl. hebben gevraagd om de ontwikkeling van een dergelijke strategie. De basis van deze conclusies wordt onder andere gevormd door de mededeling van de Commissie getiteld 'EU Strategy for Africa: towards a Euro-African pact to accelerate AfricaŽs development' en recente rapporten van het 'UN Millennium Project' en de 'Commission for Africa'. De raadsconclusies zullen de basis vormen voor een allesomvattende en geïntegreerde EU-Afrika Strategie die naar verwachting wordt aangenomen tijdens de Europese Raad van 15 december a.s. De conclusies zullen een aantal terreinen identificeren waarop de EU haar inspanningen dient te verhogen. Zo wordt vrede en veiligheid nadrukkelijk genoemd, als essentiële voorwaarde voor ontwikkeling. Verder zal worden ingegaan op de ondersteuning van deels reeds bestaande initiatieven op het terrein van goed bestuur en mensenrechten, economische groei, regionale integratie en handel en duurzaamheid. Een belangrijk element waar Nederland speciale aandacht voor vraagt betreft het aspect van donorcoördinatie- en harmonisatie evenals inbedding van de EU-inspanningen in de bredere internationale context.

Verklaring OS-beleid
De Raad zal spreken over het beleidskader voor Europese ontwikkelingssamenwerking. De beleidsdoelstellingen van de Europese Gemeenschap zijn vervat in het Development Policy Statement uit 2000. De Raad en de Commissie hebben een jaar geleden besloten tot een herziening en actualisering van deze Beleidsverklaring. In augustus presenteerde de Commissie hierover een mededeling, die uiteen viel in een EU-deel en een EG-deel. Tijdens de informele Ministeriële OS-bijeenkomst, die op 24 en 25 oktober jl. in Leeds plaatshad, vond een uitgebreide discussie plaats over de mededeling van de Commissie. Besloten werd de onderhandelingen voort te zetten op basis van een tekstvoorstel van het Britse voorzitterschap, met de kanttekening van Commissaris Michel dat zijn uiteindelijke instemming zou afhangen van het ambitieniveau van de tekst. In Leeds was er brede overeenstemming dat armoedebestrijding en de MDG's de kerndoelstellingen van de EU zijn. Deze doelstellingen dienen verwezenlijkt te worden in de context van globalisering. Derhalve is coherentie vereist, maar het moet gaan om coherentie met het oog op ontwikkeling. Ook waren lidstaten het erover eens dat de EU-doelstellingen ten aanzien van lage- en midden-inkomens landen gelijk dienen te zijn, maar dat er in de praktische benadering gedifferentieerd moet worden. Een belangrijk discussiepunt in Leeds, dat ook tijdens de RAZEB aan de orde zal zijn, betrof het deel van de verklaring over de EU consensus op het gebied van ontwikkelingsbeleid. Een aantal lidstaten wil de indruk voorkomen dat het ontwikkelingsbeleid wordt voorgesteld als een Europese competentie. Deze lidstaten willen dan ook niet spreken van een 'thematisch kader' zoals in de oorspronkelijke mededeling, en willen de nadruk leggen op lokale samenwerking op veldniveau. Andere lidstaten geven de voorkeur aan de oorspronkelijke mededeling van de Commissie. Nederland neemt in deze discussie een brugfunctie in. De EU heeft op ontwikkelingsgebied de behoefte aan meer zichtbaarheid en meer effectiviteit. Hiervoor is nauwe samenwerking tussen lidstaten (ook onderling) en de Commissie vereist. Het gaat daarbij niet om competentie, maar om praktische samenwerking op basis van vrijwilligheid rond bepaalde thema's, zowel op Brussels als lokaal niveau.

Effectiviteit EU-hulp
In navolging van het Nederlands voorzitterschap zal het Brits voorzitterschap het jaarlijkse oriëntatiedebat over de effectiviteit van het externe EU-optreden richten op de EU-hulp. Hiertoe heeft het voorzitterschap een paper gepresenteerd, op basis waarvan Raadsconclusies zullen worden aangenomen. Doel van het debat van dit jaar is te bespreken hoe de EU collectief de effectiviteit van de hulp kan verbeteren, nu er eerder dit jaar afspraken gemaakt zijn over de verhoging van het volume van de hulp van de lidstaten. Het Verenigd Koninkrijk heeft hiertoe operationele voorstellen gedaan, die met name liggen op het gebied van harmonisatie en coördinatie (uitvoering van de Paris Declaration en het EU Actieplan), allocatie van middelen, het beheer van de hulp door de Europese Commissie en een duidelijker omschreven rol van de EU in midden-inkomenslanden. Nederland steunt de inspanningen van het Britse voorzitterschap, die voortborduren op de besluiten die in het najaar van 2004 onder het Nederlandse EU-voorzitterschap werden genomen.

Aid for Trade
De Raad zal spreken over het onderwerp 'Aid for Trade' in de context van de WTO-onderhandelingen over de 'Doha Development Agenda'. Willen armere ontwikkelingslanden daadwerkelijk profiteren van de handelskansen die bij een succesvolle WTO-ronde worden gecreëerd, dan zullen zij hun aanbodzijde en handelscapaciteit moeten verbeteren. 'Aid for Trade' is de verzamelnaam voor initiatieven die worden ontwikkeld om deze landen daarbij te ondersteunen, in het bijzonder de Minst Ontwikkelde Landen. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het 'Integrated Framework' (samenwerkingsverband van zes internationale organisiaties IMF, WTO, Wereldbank, UNDP, UNCTAD, ITC en bilaterale donoren), dat een landenspecifieke methode voorstaat waarmee handel in het ontwikkelingsbeleid van de Minst Ontwikkelde Landen wordt geïntegreerd. Nederland onderschrijft het belang van de inspanningen om tot afspraken te komen over 'Aid for Trade' als onderdeel van een politiek pakket in Hong Kong. Daarbij is het vergroten van de effectiviteit van het 'Integrated Framework' een belangrijk punt van aandacht in geval van de minst ontwikkelde landen. Nederland ziet voor zichzelf op dit moment vooral mogelijkheden om langs bilaterale weg verder te werken aan gerichte 'Aid for Trade'.

WTO
De Raad zal tevens met de Commissie spreken over de stand van zaken in de WTO-onderhandelingen. En marge van de Raad vindt een informeel diner van handelsministers plaats. De Nederlandse positie is onveranderd: Nederland streeft naar een ambitieus en evenwichtig akkoord in Hongkong met bijzondere aandacht voor de belangen van ontwikkelingslanden. Nederland meent dat nu de eindsprint naar Hongkong is ingezet, de EU zich verenigd dient op te stellen. De Commissie moet de nodige onderhandelingsruimte krijgen om uiteindelijk in Hongkong een ambitieus en gebalanceerd pakket te kunnen aanbieden, dat een voor alle partijen aanvaardbare uitkomst van de Conferentie zal behelzen.

Europees veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB)
Voorafgaand aan de Raad komen de Ministers van Buitenlandse Zaken bijeen voor de 'Civilian Capabilities Improvement Conference' in het kader van de Civiele 'Headline Goal' 2008. Hierbij wordt gesproken over de beschikbare capaciteiten voor civiele crisisbeheersing, de tekortkomingen dienaangaande en de manier waarop deze kunnen worden weggenomen. Nederland wil dat in het vervolg van dit proces vooral richting wordt gegeven aan de verdere ontwikkeling van nationale capaciteiten voor civiele crisisbeheersing.

De Raad zal conclusies aannemen over civiel-militaire coördinatie (zowel tussen de civiele en militaire middelen in EVDB-kader, de coördinatie tussen de eerste en tweede pijler van de Unie en de coördinatie van de EU met andere internationale actoren). Als eerste stap is een concept voor een alomvattende benadering in de planningsfase uitgewerkt. Later zal ook de uitvoeringsfase volgen. Nederland steunt de aandacht voor dit onderwerp. De Unie beschikt immers over een breed instrumentarium en het is van belang dat deze middelen op coherente wijze worden ingezet, zeker nu de Unie in toenemende mate ook onder het GBVB/EVDB activiteiten op het gebied van crisisbeheersing ontplooit waarvan een aantal op het civiel-militaire snijvlak ligt.

De Raad zal eveneens het "Concept voor EVDB steun aan Security Sector Reform" verwelkomen. Dit concept schetst de mogelijkheden, principes en modaliteiten voor ondersteunende activiteiten in het kader van het EVDB. In aanvulling hierop zal ook de Europese Commissie een concept voor SSR uitwerken. Nederland steunt de ontwikkeling van dit concept en de verdere versterking van EU-capaciteit op dit gebied.

De onderwerpen civiel-militaire coördinatie en SSR zullen overigens worden besproken door de EU Ministers van Defensie in het kader van deze RAZEB. Over de overige onderwerpen die voor hen op de agenda staan zult u separaat worden geïnformeerd in een brief van de Minister van Defensie.

---- --