Persberichten
16 november 2005
Hoopvolle resultaten pilot herstelopvoeding bij jeugdige daders
Dit is een gezamenlijk persbericht van Justitiële Jeugdinrichting
Eikenstein, De Rijksuniversiteit Utrecht en het Openbaar Ministerie
Utrecht.
F. heeft een overval met geweld gepleegd. Vlak na het delict droomt
hij over de slachtoffers. Het zijn angstige dromen. In het najaar van
2004, als hij vast zit in justitiële jeugdinrichting Eikenstein, neemt
hij deel aan de pilot herstelopvoeding. Hij leert nadenken over de
gevolgen van zijn handelen. In een rollenspel ontdekt hij dat hij het
eng en moeilijk vindt om zijn slachtoffers onder ogen te komen. Als
voorbereiding op dit gesprek wordt een video gemaakt waarin hij zijn
gevoelens van schaamte uit. Hij raakt steeds meer doordrongen van de
ernst van de zaak en het maken van de video blijkt moeilijker dan hij
had gedacht. De video is inmiddels vertoond aan de slachtoffers. Van
een ontmoeting is het niet gekomen.
F. is een van de 17 deelnemers aan de pilot herstelopvoeding die in de
periode september 2004 september 2005 is gehouden in de justitiële
jeugdinrichting Eikenstein, onderdeel van JJI De Heuvelrug in Zeist.
De methodiek is ontwikkeld door de Universiteit Utrecht. Doel van de
pilot was het inzicht van jeugdige delinquenten in de gevolgen van
delicten te vergroten en ze te stimuleren verantwoordelijkheid te
nemen voor de gevolgen van het door hen gepleegde delict. Naast
Eikenstein hebben het openbaar ministerie Utrecht, Slachtoffer in
Beeld, de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg -
Jeugdreclassering aan de pilot meegewerkt. De pilot is uitgevoerd in
het kader van het programma aanpak Jeugdcriminaliteit Jeugd Terecht
van het ministerie van Justitie, vanuit het kabinetsbrede programma
Naar een veiliger samenleving.
Herstel is een pedagogische aanpak met als doel een verbinding te
leggen tussen de straf en het gepleegde delict. Door inzicht te
krijgen en verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen handelen,
kunnen processen van verharding en onverschilligheid bij de dader
worden tegengegaan. Hiermee wordt beoogd de recidive terug te dringen.
De deelnemers aan de pilot ondergingen een training van acht
bijeenkomsten gericht op het vergroten van hun inlevingsvermogen in
slachtoffers. Bij voldoende afronden van de training volgden zij een
individueel hersteltraject waarbij de eigen strafzaak centraal stond.
Zij werden begeleid bij herstelgerichte activiteiten, zoals het
schrijven van brieven, het opnemen van een videoboodschap of een
ontmoeting met de slachtoffers. In de pilot bleek dat dit een positief
effect heeft op de deelnemers zoals een toegenomen moreel besef. Het
praten over het eigen gedrag en over de gevolgen voor het slachtoffer
werd als moeilijk en confronterend ervaren.
De pilot was kleinschalig van opzet. De resultaten zijn daarom niet
generaliseerbaar naar alle jeugdige delinquenten. Maar de bevindingen
van dit project zijn wel veelbelovend te noemen. Om deze reden wordt
een vervolg gegeven aan deze pilot in de vorm van een groter opgezet
experiment in meerdere justitiële jeugdinrichtingen.
Openbaar Ministerie