Socialistische Partij
De Wit vraagt opnieuw aandacht voor gevangeniswezen en reclassering
16-11-2005 * Een belangrijk deel van de inbreng van Jan de Wit bij het
debat over de Justitiebegroting dit jaar was gewijd aan de problemen
in het gevangeniswezen en de reclassering. Hieronder kun je lezen wat
hij hier in de eerste termijn van de Kamer precies over heeft gezegd.
Jan de Wit "Voor het begin van dit wetgevingsoverleg heb ik de
minister een exemplaar van een door mij geschreven zwartboek over de
verslechteringen in de gevangenissen en de reclassering aangeboden,
tezamen met de handtekeningen van 590 mensen die op een persoonlijke
of professionele manier bij deze sector betrokken zijn en de
handtekeningen van 2543 gedetineerden. Al deze mensen hebben door te
tekenen hun steun betuigd aan de 10 eisen tot verbetering die ik samen
met bewaarders, reclasseringswerkers, vrijwilligers, ex-gedetineerden
en geestelijk verzorgers heb opgesteld. De kern van die eisen: laat de
rehabilitatie van gedetineerden weer het belangrijkste kenmerk van de
gevangenisstraf worden en zorg voor een sterke reclassering en een
goede opvang van mensen die vrijkomen. Ik ben ervan overtuigd dat de
verslechteringen die nu het gevangeniswezen teisteren en die leiden
tot lange uren dom niets doen achter de deur, verbroken contacten met
familie en vrienden en sterk verminderde mogelijkheden tot
zelfverbetering door arbeid en onderwijs, op termijn gevaarlijk zullen
zijn voor de samenleving, voor ons allemaal. Ik ben ervan overtuigd
dat de beperkte mogelijkheden van de reclassering om ex-gedetineerden
begeleiding te bieden en de falende opvang door veel gemeenten,
ex-gedetineerden terugduwen in de criminaliteit, wat overlast en
onveiligheid oplevert voor de samenleving, voor ons allemaal. En dat
is mijn hoofdpunt van kritiek op deze begroting: het beleid van de
minister is nadrukkelijk gericht op veiligheid op de korte termijn. En
laten we eerlijk zijn: op de korte termijn helpt opsluiten tegen
criminaliteit. Maar op de lange termijn is alleen maar opsluiten en
niet rehabiliteren, niet verbeteren, funest. Funest voor de
veroordeelden en funest voor ons allemaal. En dus moet de versobering
van het dagprogramma worden teruggedraaid. Moet de reclassering terug
in de gevangenissen. Moeten de arbeids- en onderwijsprogramma's sterk
worden verbeterd. Moet een gedetineerde echt worden voorbereid op zijn
of haar terugkeer in de maatschappij. Moet een net-vrijgelatene kunnen
rekenen op hulp bij het vinden van een huis en een baan. Anders kunnen
we de polders volbouwen met gevangenissen en kunnen we de havens
volleggen met bajesboten, maar zal het Nederland niet veiliger maken.
Ik kom hier bij de bespreking van het beleidsartikel rechtshandhaving
& criminaliteitsbestrijding nog uitgebreid op terug."
"De minister spreekt in de toelichting op de begroting over de
vergroting van de maatschappelijke veiligheid, het voorkomen van
criminaliteit en het terugdringen van recidive. Allemaal doelen waar
geen zinnig mens het mee oneens zou kunnen zijn. Maar is het beleid
van de minister in overeenstemming met de doelen die hij formuleert?
Ik heb het in mijn inleidende opmerkingen over de begroting al gezegd:
vermindering van criminaliteit, vergroting van veiligheid en
terugdringing van recidive valt en staat bij een gedegen
gevangenisregime dat is gericht op rehabilitatie, en bij een goede
opvang en begeleiding van ex-gedetineerden. Beiden schieten op dit
moment ernstig tekort.
PIW-ers klagen over de teloorgang van hun beroep: zij zien zich steeds
meer gereduceerd tot sleuteldraaiers die de hele dag bezig zijn
gevangenen door het dagprogramma te jagen. Een docent uit een P.I. in
Brabant schreef ons dat hij vanwege de lage personele bezetting via
het luikje in de celdeur het huiswerk met de gedetineerden moet
bespreken. Geestelijke verzorgers melden dat gevangenen steeds meer
afstompen en vereenzamen door het sobere regime en het gebrek aan
contact met hun familie en vrienden buiten. Nog maar heel weinig
gedetineerden krijgen in de gevangenis de kans om een vak te leren en
een diploma te halen. En wie bereidt de gedetineerde voor op terugkeer
naar buiten? De reclassering is bijna helemaal uit de gevangenis
wegbezuinigd. Wie zorgt ervoor dat er geen ex-gevangene buiten komt te
staan zonder geldig legitimatiebewijs? Wie kijkt of een ex-gevangene
ergens kan slapen, de eerste nacht buiten? Sinds ik mij intensief met
het probleem van de gevangenissen en de reclassering ben gaan bezig
houden, heb ik veel te veel verhalen uit eerste hand gehoord over
falende opvang na vrijlating en de bijna onvermijdelijke terugval in
de criminaliteit die daarop volgt. En ik weet dat dit een kabinet is
dat eigen verantwoordelijkheid preekt en ik weet dat uiteindelijk een
mens zelf de afweging maakt om een strafbaar feit te begaan of niet.
Maar de vraag wat je moet doen als je na vrijlating drie weken moet
wachten op een eerste voorschot van de Sociale Dienst om van te leven,
mag daarbij niet genegeerd worden.
De werkgroep Morgen Beter, die ook de basis van het zwartboek heeft
gestaan dat ik vanmorgen aan de minister heb aangeboden, heeft
onderzoek gedaan naar de opvang van ex-gedetineerden door de
gemeenten. De resultaten, kan ik u zeggen, zijn bedroevend. In een
stad als Amsterdam, waar jaarlijks honderden gedetineerden vrijkomen,
moet een dakloze ex-gedetineerde om in aanmerking te komen voor
opvang:
- een geldig ID-bewijs hebben;
- bank/giroafschriften van de laatste drie maanden kunnen overleggen;
- ingeschreven staan in het bevolkingsregister (wat niet kan als je
vast zit!!);
- bewijzen dat hij dakloos door pensionplaatsbewijzen te overleggen en
aantoonbaar maken dat hij in één week op drie verschillende adressen
in verschillende stadsdelen heeft geslapen!
Ben je niet dakloos, dan moet je naar het CWI en moet je zes tot acht
weken wachten op je eerste baan of je eerste uitkering. En waar moet
je die zes weken van leven? Niemand die het weet.
En dan heeft Amsterdam nog iets van een regeling voor opvang, hoe
gebrekkig ook. Utrecht, toch ook geen kleine stad, heeft helemaal geen
specifiek beleid voor ex-gedetineerden. Daar moeten vrijgelatenen het
helemaal maar zelf uitzoeken.
En welke verantwoordelijkheid heeft Justitie in dit alles? Justitie
heeft een `aanjaagfunctie'. Ik stel vast dat er nog heel wat
aangejaagd moet worden en dat kan echt niet alleen door overleggen en
nog eens overleggen. Wat gaat de minister concreet doen om te zorgen
dat de gemeenten hun opvang voor ex-gedetineerden op orde krijgen? En
wie functioneert als vangnet als de gemeenten blijven falen? Krijgt de
reclassering extra geld om zonodig in te kunnen grijpen als
ex-gedetineerden tussen de wal en het schip dreigen te vallen? Voelt
de minister van Justitie, die maatschappelijke veiligheid terecht zo
belangrijk vindt, zich überhaupt enigszins verantwoordelijk voor deze
problemen?
Het roer moet echt om in de gevangenissen. Terug naar rehabilitatie en
begeleiding. Niet om gedetineerden in de watten te leggen, maar om ze
optimaal voor te bereiden op een leven zonder criminaliteit. Leer die
mensen een vak! Zorg dat ze minimaal kunnen lezen en schrijven als ze
buiten komen. Geef ze een werkritme mee. En laat de reclassering hun
werk weer doen. Zorg dat niemand naar buiten gaat zonder geldig
ID-bewijs en georganiseerde eerste opvang. Zorg dat ex-gedetineerden
niet de eerste weken buiten feitelijk alleen kunnen overleven door
terug te vallen in de misdaad. Anders heeft al dat gepraat over
veiligheid echt geen enkele zin."
Het begrotingsdebat wordt in de week van 21 november vervolgd.