Uitspraken in de media Raad van State
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maakt iedere woensdag om 10.15 uur de uitspraken in hoofdzaken (bodemprocedures) openbaar. Per week zijn dat er gemiddeld vijftig. De persvoorlichters maken voor de media een selectie. Deze selectie wordt iedere maandagmiddag om 14.00 uur op deze pagina gepubliceerd. De selectie is uiteraard subjectief. Zo kan een niet geselecteerde uitspraak, bijvoorbeeld lokaal, toch de aandacht trekken.
Een overzicht van alle uitspraken die woensdag openbaar wordt gemaakt, verschijnt op maandagmiddag om 14.00 uur onder 'ACTUEEL' - 'Uitspraken' - 'Hoofdzaken'. Voor meer informatie over de uitspraken en/of procedures zie 'Persvoorlichting'.
Voor de volledige tekst van de uitspraak kunt u op woensdag vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer klikken.
* 200406633/1
Uitspraak over de gedeeltelijke afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom om informatie over de aankoop van diverse onroerende zaken openbaar te maken. "Sotel Investment" heeft hier om verzocht met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. De informatie heeft betrekking op twee panden in de binnenstad van Bergen op Zoom, die de gemeente in 2002 heeft verworven. De gemeente heeft deze panden aangekocht in het kader van het Paradeproject, een grootschalig herinrichtingsproject van de binnenstad. De gemeente voert al geruime tijd onderhandelingen met de eigenaren van diverse onroerende zaken in dit gebied. De gemeente heeft "Sotel Investment" een deel van de gevraagde stukken verstrekt en een deel geweigerd. Volgens de gemeente zou een verstrekking van alle stukken een prijsopdrijvend effect hebben op de nog te verwerven eigendommen. Dat kan volgens de gemeente een negatieve invloed hebben op de haalbaarheid en het welslagen van het totale herinrichtingsproject. De rechtbank in Breda heeft een eerder beroep van "Sotel Investment" tegen de gedeeltelijke weigering gegrond verklaard. Het gemeentebestuur van Bergen op Zoom is het hier niet mee eens en komt in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
* 200409515/1
Uitspraak op de beroepen van twee inwoners van Wageningen tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland waarbij is beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan "Stadscentrum 2003" van de gemeente Wageningen. Het bestemmingsplan geeft een actuele regeling voor het centrum van Wageningen en is met name conservatief van karakter. Het beroep van de inwoners is met name gericht tegen de bebouwingshoogte van 10 meter en de 'dakhellingshoek' van een pand dat ten zuiden van hun woning aan het Salverdaplein kan worden gebouwd. Zij vrezen aantasting van hun bezonning, uitzicht en privacy. Om min of meer dezelfde redenen hebben zij bezwaar tegen de woonbestemming voor het perceel aan de Kromme Hoek. Het college van gedeputeerde staten stelt kortgezegd dat de omvang van de nieuwe bebouwing en de afstand tot de bestaande woningen zodanig is dat er geen onaanvaardbare situatie optreedt.
* 200500517/1
Uitspraak op de beroep van Crematorium Daelwijck, van de "Stichting aanleg en exploitatie van de Utrechtse lijnbesturingsbanen" en van inwoners van Utrecht tegen de milieuvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft verleend aan de Stichting voor een verenigingsgebouw aan de Floridadreef in Utrecht waarin radiografisch bestuurbare modelauto's en lijbestuurde modelvliegtuigen worden gebruikt en van waaruit technische activiteiten plaatsvinden met modelvliegtuigjes. In beroep stellen alle partijen dat het college van burgemeester en wethouders op onjuiste wijze het geluidniveau heeft berekend. Partijen stellen bijvoorbeeld dat van een verkeerd niveau van het omgevingsgeluid is uitgegaan, er rekening had moeten worden gehouden met de dempende werking van een nieuw wegdek en er specifieke geluidgrenswaarden hadden moeten worden gesteld voor de begraafplaats.
* 200500809/1
Uitspraak over de vergunning die het college van burgemeester en wethouders van Breda heeft verleend voor het bouwen van een supermarkt aan de Haagweg in die gemeente. Het gaat om de vestiging van een Jumbo-supermarkt met een omvang van 2.000 m². Laurus B.V. en een aantal supermarkten, waaronder Super de Boer, hebben bezwaren tegen de bouwvergunning. Volgens hen had de bouwvergunning wegens strijd met het bestemmingsplan niet mogen worden verleend. Zij voeren aan dat de gemeenteraad ten onrechte geen beperkingen heeft gesteld aan het gebruik van de gronden met de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" voor detailhandel. De rechtbank in Breda heeft in december 2004 een eerder beroep van de supermarkten niet-ontvankelijk of ongegrond verklaard. Zij komen nu in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
* 200500891/1
Uitspraak op de beroepen van een vennootschap en van het college van gedeputeerde staten van Dordrecht tegen de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland heeft verleend aan "Leeuweneiland BV" voor het uitbreiden van haar bedrijf aan de Van Leeuwenhoekweg in Dordrecht met een scheepsreparatiewerf en een pallethandel. In beroep wordt gesteld dat het feitelijk om meerdere 'aparte' bedrijven gaat zodat er niet één milieuvergunning verleend had kunnen worden. De enige relatie tussen de diverse activiteiten zou bestaan uit de omstandigheid dat zij zich bevinden op het bedrijfsterrein van Van Leeuwen. Het college van gedeputeerde staten stelt zich echter op het standpunt dat er zodanige technische, organisatorische en functionele bindingen zijn dat er sprake is van één inrichting.
* 200501415/1
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag om een bouwvergunning te verlenen voor het veranderen en vergroten van een strandpaviljoen aan de Strandweg in Scheveningen. Het strandpaviljoen ligt ter hoogte van de visafslagweg aan de Scheveningse haven. Het bouwplan behelst de nieuwbouw van een strandpaviljoen met een oppervlakte van 240 m² en een hoogte van 3,75 meter en een terrasoverkapping met een oppervlakte van 216 m². De gemeente heeft de bouwvergunning geweigerd, omdat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. Het strandpaviljoen wordt groter en hoger dan het bestemmingsplan toestaat. Het gemeentelijk beleid is er op gericht schaalvergroting van bebouwing op het strand te voorkomen. De eigenaar van het strandpaviljoen is van mening dat de gemeente vrijstelling van het bestemmingsplan had moeten verlenen. De rechtbank in Den Haag heeft in januari 2005 een eerder beroep tegen de weigering door het college van burgemeester en wethouders ongegrond verklaard. De eigenaar komt tegen deze uitspraak in hoger beroep.
* 200502531/1
Uitspraak op de beroepen van "Betonmortelcentrale De Maas BV" en van het college van burgemeester en wethouders van Wijchen tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland waarbij goedkeuring is onthouden aan het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Loonse Waard" van de gemeente Wijchen. Het bestemmingsplan heeft betrekking op het bedrijventerrein Loonse Waard en geeft een regeling die is aangepast aan het rijksbeleid uit de Beleidslijn "Ruimte voor de Rivier". De Betonmortelcentrale en het college van burgemeester en wethouders stellen dat het bestemmingsplan niet in strijd is met de Beleidslijn. Het laten vallen van een algemene bedrijfsbestemming leidt volgens hen tot een onaanvaardbare kapitaalvernietiging omdat het bedrijventerrein in dat geval niet langer aantrekkelijk is voor andersoortige ondernemingen.
* 200505727/1
Uitspraak over de weigeringen van de Openbare Scholengemeenschappen De Meergronden en Helen Parkhurst in Almere om een kind toe te laten als leerling van deze scholen voor regulier voortgezet onderwijs. De Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Almere heeft bezwaren van de ouders tegen deze weigering ongegrond verklaard. Het gaat om een meisje met een handicap dat in Engeland op de "Lister Community School" klassikaal regulier onderwijs heeft kunnen volgen. Haar ouders zijn van mening dat dit ook in Nederland zou moeten kunnen. Volgens de adviescommissie voor toelating en begeleiding moet worden onderzocht wat nodig is om haar op de school te kunnen laten functioneren, welke middelen de school ter beschikking staan, wat mogelijk is op basis van deze middelen en waarom de school niet in staat is om haar kwalitatief goed onderwijs te kunnen bieden dat afgestemd is op haar behoeften. De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft in mei 2005 in een uitspraak geoordeeld dat de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Almere dit allemaal niet heeft onderzocht en heeft het beroep van de ouders tegen de weigeringen gegrond verklaard. De Bestuurscommissie heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank en inmiddels ook een nieuwe beslissing genomen, waarbij zij de weigeringen handhaaft. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State doet nu uitspraak in hoger beroep.