Persbericht
Proef met registratie op etniciteit bij huiselijk geweld
16 november 2005
In januari starten in de politieregios Twente en Zuid-Holland Zuid
proeven waarbij de politie bij huiselijk geweld de herkomst van
plegers en slachtoffers gaat registreren. In beide regios zal als er
een melding komt van huiselijk geweld het geboorteland van de
(groot)ouders worden geregistreerd door middel van een koppeling met
de gemeentelijke basisadministratie. Dit schrijft minister Donner van
Justitie in een brief aan de Tweede Kamer, mede namens minister Remkes
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Verdonk voor
Vreemdelingenszaken en Integratie. De proeven lopen een half jaar. Met
de start van de proeven geven de bewindslieden uitvoering aan de
motie-Dittrich, waarin verzocht wordt om bij geweld achter de voordeur
registratie op etniciteit mogelijk te maken.
Uit wetenschappelijk onderzoek van de twee proefprojecten door het
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) zal moeten
blijken in hoeverre een registratie op herkomst voor politie en
hulpverlening noodzakelijk is om een gerichtere aanpak van huiselijk
geweld te realiseren. Op dit moment vindt bij huiselijk
geweld-incidenten alleen registratie plaats op nationaliteit en land
van geboorte. Dit geeft onvoldoende inzicht in de omvang van huiselijk
geweld onder allochtonen, met name bij de tweede en derde generatie en
bemoeilijkt het zicht op omstandigheden die een rol spelen bij het
vóórkomen van huiselijk geweld.
Ministerie van Justitie