VTG: nieuwe primeur Porsche op Turbo-gebied
(11/16/2005)
Het begrip âTurboâ is onlosmakelijk verbonden met het merk Porsche.
Interkoeler, bi-turbo, VarioCam Plus of het predikaat âschoonste auto
ter wereldâ markeren mijlpalen bij de ontwikkeling van de 911 Turbo.
Het hoogtepunt van de volgende Turbo-generatie kan worden samengevat
met drie letters: VTG.
In oktober 1974 presenteerde de autofabrikant uit Stuttgart de eerste
in serie geproduceerde sportwagen ter wereld met een door de
uitlaatgassen aangedreven turbocompressor. Sindsdien verraste elke
nieuwe modelgeneratie van de Porsche 911 Turbo met bijzondere
technische aspecten.
Porsche zal als eerste fabrikant ter wereld een turbo-benzinemotor met
variabele turbinegeometrie (VTG) presenteren. Deze techniek, die sinds
de jaren negentig al wordt toegepast bij turbodieselmotoren, maakt met
name bij lage toerentallen een aanmerkelijke verbetering van souplesse
en acceleratie mogelijk. Tot nu toe golden echter de in verhouding tot
turbodieselmotoren aanzienlijk hogere uitlaatgastemperaturen van tot
wel 1.000 graden Celsius als onoverkomelijke technische hindernis.
Porsche heeft dat probleem opgelost, waarbij nauw werd samengewerkt
met de turbocompressor-fabrikant Borg Warner Turbo Systems. Het geheim
is de toepassing van zeer temperatuurbestendige materialen uit de
ruimtevaarttechniek op deze plaats.
De belangrijkste elementen van VTG zijn de verstelbare
geleideschoepen, die de uitlaatgassenstroom van de motor variabel en
exact op het schoepenwiel van de turbocompressor richten. Daarmee
combineert het principe van de variabele turbinegeometrie de voordelen
van kleine en grote turbocompressoren. Deze combinatie maakt zowel een
zeer goed aanspreekgedrag met hoge koppelwaarden bij lage toeren als
een groot vermogen bij hoge toeren mogelijk. Daarbij is het grote
koppel ook over een duidelijk breder toerengebied beschikbaar.
Jubileum op 16 november
De uitvinding van de door uitlaatgassen aangedreven turbocompressor
werd precies 100 jaar geleden gedaan. Op 16 november 1905 kreeg de
Zwitserse ingenieur Dr. Alfred Büchi van het Duitse âKaiserlichen
Patentamtâ onder nummer 204630 het octrooi voor een
âVerbrandingsmotorsysteem, bestaande uit een compressor
(turbinecompressor), een zuigermotor en een daaraan gekoppelde
turbineâ.
Büchi, die van 11 juli 1879 tot 27 oktober 1959 leefde, was als
ingenieur werkzaam in Winterthur. Zijn idee bestond niet alleen uit de
voorcompressie van de lucht, maar ook uit het gebruik van de
kinetische energie van de uitlaatgassen, die immers onder hoge druk
werden uitgestoten. Hij gebruikte de na de verbranding uitstromende
uitlaatgassen voor de aandrijving van een turbine, die wederom een
compressor aandrijft, die de aangezogen lucht samenperst en op deze
wijze de vullingsgraad van de motor vergroot.
De turbocompressor was geboren. Büchi moest echter lang wachten,
voordat zijn uitvinding werd toegepast. Dat werd voor het eerst
gerealiseerd bij grote scheepsmotoren. In 1923 had het Duitse
verkeersministerie de opdracht gegeven voor de bouw van de âDanzigâ en
de âPreussenâ. Deze passagiersschepen hadden beide twee tiencilinder
dieselmotoren, waarvan het vermogen met behulp van door de
uitlaatgassen aangedreven turbocompressoren was opgevoerd van 1.750 pk
tot 2.500 pk. De eerste pogingen om deze techniek in autoâs toe te
passen, begonnen eind jaren vijftig. Daarbij plaatste het zogenoemde
âturbogatâ â het vertraagde aanspreekgedrag van de motor bij gasgeven
â de ontwikkelingsingenieurs nog voor grote uitdagingen.
In 1973 presenteerde Porsche in de Amerikaanse CanAM-serie de meer dan
1.100 pk sterke bolide 917/30 als technologiedrager voor de
turbotechniek. Deze racewagen liet alle tegenstanders op het circuit
ver achter zich. Het gevolg was een verandering van de regels voor
deze Amerikaanse race-serie, die de superieure 917/30 direct in het
museum deed belanden.
Eerste 911 met turbocompressor
In 1974 presenteerde Porsche de eerste 911 Turbo op de Autosalon van
Parijs. Met een vermogen van 260 pk, een topsnelheid van meer dan 250
km/h en een acceleratie van 0-100 km/h in slechts 5,5 seconden
onderscheidde deze nieuwe sportwagen zich door
prestatiekarakteristieken die alom achting verdienden. Zijn maximum
vermogen bereikte deze supersportwagen reeds bij een relatief lage
5.500 tpm; het maximum koppel van 343 Nm bij 4.000 tpm. Daarmee
realiseerde Porsche een voor turbomotoren toentertijd niet voor
mogelijk gehouden koppel. De relatief harmonieuze vermogensontplooiing
realiseerden de ingenieurs door de slimme toepassing van een
âbypassâ-klep. Bovendien kozen de ontwikkelingsingenieurs ter reductie
van het âturbogatâ voor een kleine turbocompressor, die sneller
reageerde en daarmee het âgatâ kleiner maakte.
De opvolger van de oer-Turbo ontwikkelde vanaf 1977 uit een
cilinderinhoud van 3,3 liter een vermogen van 300 pk. Doorslaggevend
voor de vermogenstoename en een absolute noviteit was de toepassing
van een interkoeler. Deze koelde de hete turbolucht terug tot onder de
100 graden Celsius, waardoor de vereiste turbodruk kon worden
gereduceerd, zonder vermogen te verliezen.
Schone Turbo
In 1990 introduceerde Porsche een nieuwe 911 Turbo. Een 50 procent
grotere interkoeler, een eveneens grotere turbocompressor en een
drukgestuurde referentieveld-ontsteking zorgden voor de
vermogenstoename tot 320 pk. De nieuwe 911 Turbo onderscheidde zich
echter ook door zijn âschoneâ prestaties. De vooruitstrevende
uitlaatgasreiniging door middel van een geregelde drieweg-katalysator
met metalen monoliet vervulde de zwaarste Amerikaanse emissienormen.
Zelfs de emissies uit de âbypassâ-klep werden met behulp van een
aparte katalysator gereinigd.
De vierde generatie van de 911 Turbo ging begin 1995 van start. Als
basis diende de 3,6-liter motor uit de 911 Carrera. Maar de
prestatiecijfers vertoonden een groot verschil. De nieuwe turbomotor
was namelijk uitgerust met twee turbocompressoren. Nadat bij de
technologiedrager Porsche 959 in 1987 voor het eerst een tweede turbo
succesvol was toegepast, ging het biturbo-tijdperk nu echt van start
in de serieproductie.
De nieuwe 911 Turbo onderscheidde zich door een maximum vermogen van
408 pk bij 5.750 tpm. Het maximum koppel bedroeg 540 Nm bij 4.500 tpm.
Zijn prestaties waren ronduit sensationeel: de Turbo accelereerde in
4,5 seconden van 0 naar 100 km/h en de topsnelheid bedroeg 290 km/h.
De vermogensontplooiing was opnieuw harmonieuzer geworden, want de
beide kleinere turbocompressoren reageerden sneller op variaties in de
uitlaatgassenstroom.
Ook op het gebied van de uitlaatgassenreiniging leverden de ingenieurs
een topprestatie. Ingenieuze katalysator-techniek maakte samen met de
nieuwe On-Board-Diagnose II (OBD II) de nieuwe 911 Turbo tot de
schoonste auto ter wereld. OBD II kon met behulp van de
motorelektronica de mogelijke oorzaken van storingen bij de
uitlaatgassenreiniging opsporen en maximaal 20 storingen opslaan voor
een storingsdiagnose op een later tijdstip.
Twee motorconcepten in één
De baanbrekende technische innovatie van de actuele 911 Turbo, die
begin 2000 werd geïntroduceerd, heet VarioCam Plus. Dit systeem
reduceert het verbruik en de emissies en laat de motor nog mooier
lopen. Tegelijkertijd optimaliseert deze techniek vermogen en koppel.
De Turbo ontwikkelt 420 pk bij 6.000 tpm, de topsnelheid is toegenomen
tot 305 km/h. Anderzijds nam het verbruik ten opzichte van zijn
voorganger af met zoân 18 procent.
VarioCam Plus verenigt twee motorconcepten in éénica de
mogelijkeoorzakorelektronica de mogelijkeoorzak de schoonste auto ter
wereld. ust met twee trk uitgerust met een da. ulp van een
aparaparaneweg-katalysatorturboot ingenieurs door de slimme toepassing
vn eegs 5,5 seconden - met . Dit wordt mogelijk door de verstelling
van de inlaatnokkenas en de variatie van de kleplichthoogte â beide
gestuurd door de Motronic. Het resultaat: bij stationair toerental en
bij deellast nemen verbruik en emissies af. Bij vollast worden
daarentegen een groot koppel en een maximaal vermogen bereikt door een
compromisloos afgestemde nokcontour, bij een kleplichthoogte van
maximaal tien millimeter.
AutoRai