RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
C/05/294
Brussel, 14 november 2005
14392/05 (Presse 294)
Oezbekistan - De Raad neemt restrictieve maatregelen aan
De Raad heeft vandaag een gemeenschappelijk standpunt en een
verordening aangenomen betreffende restrictieve maatregelen tegen
Oezbekistan, volgend op de gebeurtenissen van mei 2005 in Andizjan
(doc.10910/05 en 13294/05).
De Raad nam een besluit betreffende twee soorten maatregelen:
* beperkingen voor de toelating tot de EU van degenen die
rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het willekeurige en
disproportionele gebruik van geweld in Andizjan en voor het
belemmeren van een onafhankelijk onderzoek (zie bijlage),
* een embargo op de uitvoer naar Oezbekistan van wapens, militaire
uitrusting en andere uitrusting die gebruikt kan worden voor
binnenlandse repressie.
Deze maatregelen zullen voorshands gedurende één jaar worden
toegepast. De Raad zal deze maatregelen intussen opnieuw bezien in het
licht van elke belangrijke wijziging in de huidige situatie, met name
wat betreft:
* het verloop en de uitkomst van de processen tegen degenen die
worden beschuldigd van aanzetting tot en deelneming aan de
onlusten in Andizjan;
* de aanhouding en het molesteren van degenen die de door de
Oezbeekse autoriteiten gepresenteerde versie van de gebeurtenissen
in Andizjan in twijfel hebben getrokken;
* de medewerking die Oezbekistan verleent aan een onafhankelijke,
internationale rapporteur die is aangewezen om de onlusten in
Andizjan te onderzoeken;
* de uitkomst van een onafhankelijk internationaal onderzoek, en
* elke actie waaruit de bereidheid van de Oezbeekse autoriteiten
blijkt om zich te houden aan de beginselen van eerbiediging van de
mensenrechten, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden.
De Raad besloot tot deze maatregelen in het licht van het
buitensporige, disproportionele en willekeurige geweld dat de
Oezbeekse veiligheidsdiensten tijdens de gebeurtenissen in Andizjan in
mei hebben uitgeoefend en na de weigering van de Oezbeekse
autoriteiten om een onafhankelijk internationaal onderzoek naar de
gebeurtenissen toe te staan.
BIJLAGE
Lijst van personen waarnaar wordt verwezen in artikel 3 van het
gemeenschappelijk standpunt
1. Almatov, Zakirjan, minister van Binnenlandse Zaken
2. Mullajonov, Tokhir Okhunovitsj, eerste vice-minister van
Binnenlandse Zaken
3. Gulamov, Kadir Gafurovitsj, minister van Defensie
4. Mirzaev, Ruslan, staatsadviseur bij de Nationale Veiligheidsraad
5. Begaliyev, Saidullo Begaliyevitsj, regionaal gouverneur van
Andizjan
6. Akhmedov, Kossimali, generaal-majoor
7. Ergashev, Ismail Ergashevitsj, generaal-majoor (buiten dienst)
8. Ergashev, Pavel Islamovitsj, kolonel
9. Mamo, Vladimir Adolfovitsj, generaal-majoor
10. Pak, Gregori, kolonel
11. Tadzhiev, Valeri, kolonel
12. Inoyatov, Rustam Raulovitsj, hoofd van de SNB (Binnenlandse
Veiligheidsdienst),
European Union