Zorgverzekeraars reageren angstig op zorgverzekeringswet
Organisatie nl tandprothetici
Nieuwe voorzitter Bart Kerdijk van de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT):
Zorgverzekeraars reageren angstig op de zorgverzekeringswet
14 november 2005, Baarn: Als je het mij vraagt, maken de zorgverzekeraars niet op-timaal
gebruik van de mogelijkheden die de nieuwe zorgverzekeringswet hen biedt, dat zegt
tandprotheticus Bart Kerdijk, sinds kort de nieuwe voorzitter van de ONT, de
brancheorganisatie van de tandprothetici die dit jaar 30 jaar bestaat. Het doel van de
wet is meer marktwerking en dat betekent dat je je moet onderscheiden op basis van
bijvoorbeeld kwaliteit en productinnovatie. Dat geldt voor alle partijen. Wat je ziet is
dat de zorgverzekeraars zich nu vooral druk maken om te houden wat ze al hebben. Die
angst om verzekerden te verliezen zorgt er naar mijn mening voor dat de energie en het
geld naar de verkeerde dingen gaat. Wij zeggen: in de mondzorg is gezonde marktwerking
mogelijk maar wordt die juist nu nog door verzekeraars tegengehouden.
8)
De mondzorg is een beperkt stukje van het hele zorgveld. Maar juist in de mondzorg zijn er
gespecialiseerde zorgaanbieders bijgekomen die een deel van tandartsenzorg kunnen
overnemen. De tandprotheticus is de zorgverlener bij uitstek die alle uitneembare
prothetiek kan leveren. In de Wet BIG is omschreven wat de beroepskwalificaties zijn van
een tandprotheticus. Dat zijn onder andere de volledige gebitsprothese,
overkappingprothese op zowel natuur-lijke elementen alswel de prothese op implantaten.
Tandprothetici hebben al sinds 1997 ervaring met de marktwerking in de zorg; zij moeten
namelijk nu al elk jaar onderhandelen met zorgverzekeraars over een contract waarin staat
welke zorg tegen welk tarief geleverd gaat worden. Elke tandprotheticus moet dat
individueel doen omdat ze anders problemen krijgen met de Nederlandse
Mededingingsautoriteit, de NMa, vanwege verboden prijsafspraken. Prima allemaal, met een
beetje goede wil kan je al zeggen dat dit marktwerking is. Maar het is dan wel vreemd dat
onze concurrenten op die markt, bijvoorbeeld de tandartsen, geen contracten hoeven af te
sluiten, aantoonbaar duurder zijn en een minder duidelijk product leveren. De tandarts
krijgt in de regel gewoon het maximale tarief dat is vastgesteld, aldus de kersverse
voorzitter van de ONT. Wij hadden verwacht dat de zorgverzekeraars als het ware met de
zorgverzekeringswet in de hand hierop zouden gaan aansturen, maar daar merken wij tot op
heden niets van. Sterker nog: het blijft oorverdovend stil en men meet duidelijk met twee
maten.
Oneerlijke markt
De ONT-bestuurder verwacht niet direct dat er problemen ontstaan in de mondzorgverlening.
Daarvoor zijn tandprothetici te veel gericht op de patiënt. Ons punt is nu vooral
dat we het betreuren dat er nog zo weinig door zorgverzekeraars wordt ondernomen om de
mondzorg overzichtelijker te maken en de financiering transparanter. Er zijn allerlei
voorbeelden te ge-ven over zaken die naar onze mening moeten worden aangepakt voordat er
van eerlijke marktwerking sprake is.
Een van die zaken is de opleiding; tandprothetici betalen hun opleiding helemaal zelf.
Terwijl alle andere opleidingen die leiden tot een beroepstitel volgens de Wet BIG door
het ministerie van OC & W worden bekostigd. Hier worden onze concurrenten dus
duidelijk gesubsidieerd.
Nog een voorbeeld uit de praktijk: Een individuele tandprotheticus heeft geen
onderhandelingspositie. Hierin staan wij niet alleen. Deze geluiden hoor je nu ook van
andere zorgverleners. Een zorgverzekeraar kan gewoon dicteren wat het tarief is en daar
moeten we het mee doen. Dat is dubbel frustrerend als je ondertussen weet dat je
goedkoper bent dan je voornaamste concurrent. Bovendien zijn we goed in wat we doen,
specialisten als het om gebitsprotheses gaat. Laten we de tarieven maar eens zou naast
elkaar leggen. Als we marktwerking willen, zal de prijs die verzekerden moeten betalen op
een eerlijker manier tot stand moeten komen. Ik durf de stelling aan dat ze nu teveel
betalen!
Kerdijk voegt daaraan toe dat de ONT de ontwikkelingen scherp zal blijven volgen. Ik reken
erop dat de Zorgautoriteit zijn rol als toezichthouder hierbij waar zal maken. Maar daar
laten we het niet bij: de ONT bestaat als brancheorganisatie inmiddels 30 jaar. Wat mij
betreft is het duidelijk dat we als beroepsgroep niet zonder brancheorganisatie kunnen,
want goede en efficiënte mondzorg kan niet buiten de tandprotheticus en hun belangen
willen we behartigen, besluit de nieuwe ONT-voorzitter.
Noot voor de pers,