VROMRAAD: Evaluatie klimaatbeleid vergt breder perspectief
Ministerie vrom
http://www.vrom.nl
Leden van de VROM-raad en de Energieraad vinden de Evaluatienota Klimaatbeleid, die het
kabinet op 31 oktober heeft uitgebracht, nogal technisch en vinden het accent teveel
liggen op het halen van de Kyoto-doelen. De evaluatie van de voortgang van het
Nederlandse klimaatbeleid vraagt om een breder perspectief. Er moet beter gekeken worden
naar de internationale ontwikkelingen en naar de periode na 2012. Dat is de belangrijkste
constatering van de raadsleden die op verzoek van het ministerie van VROM een debat hebben
gehouden over de nota. De raden hebben het 'Verslag van het debat over de Evaluatienota
Klimaatbeleid 2005' op 8 november aangeboden aan staatssecretaris Van Geel en minister
Brinkhorst.
Er wordt in de regeringsnota onvoldoende stilgestaan bij internationale ontwikkelingen
zoals stijgende olieprijzen en het sluiten van een alternatief klimaatpact door de
Verenigde Staten, Australië, China, India en Zuid-Korea. Ook wordt in de nota
nauwelijks verder gekeken dan 2012, terwijl nu al maatregelen genomen moeten worden om de
drastische CO2-emissiereducties op lange termijn mogelijk te maken.
Over het korte termijnbeleid, dat zich richt op het halen van de Kyoto-doelen in 2012,
zijn de raadsleden die aan het debat hebben deelgenomen vrij positief. Nederland beschikt
over een goed systeem van registratie, monitoring en evaluatie. De nota is uitgebreid en
geeft een goed beeld van de huidige situatie. Er wordt met een reservepakket
geanticipeerd op onzekerheden bij het halen van de Kyoto-doelen. Bovendien wordt in de
toekomst jaarlijks geëvalueerd om de onzekerheden in de gaten te houden. Aanbevolen
wordt om ook in Europees verband een debat te initiëren over hoe met onzekerheden om
te gaan. Landen die alles op alles zetten om de doelen te halen, kunnen namelijk een
concurrentienadeel ondervinden ten opzichte van landen die dat niet doen.
De nota besteed relatief weinig aandacht aan de werking van het systeem van emissiehandel
dat sinds begin van dit jaar operationeel is. We moeten daar nu van leren en de
weeffouten uit het systeem halen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de chemische sector die in
de verschillende EU-landen verschillend behandeld wordt. Ook moet op Europees niveau
nagedacht worden over een eventuele uitbreiding en aanpassing van het systeem van
emissiehandel. Het is zaak om het Nederlandse bedrijfsleven hier nauw bij te betrekken.
Ook moet vrij snel duidelijk worden hoe het systeem na 2012 wordt voortgezet. Bedrijven
moeten hier nu al op kunnen anticiperen.