Staat niet aansprakelijk voor vuurwerkramp
âs-Gravenhage, 9 november 2005 â De rechtbank âs-Gravenhage heeft op 9
november 2005 voor de tweede maal uitgesproken dat de Staat niet
aansprakelijk is voor de gevolgen van de vuurwerkramp te Enschede,
waar op 13 mei 2000 de vuurwerkopslagplaats S.E. Fireworks is
ontploft.
De eerste zaak was aangespannen door drie slachtoffers tegen de Staat
en de gemeente Enschede. Thans betreft het een vordering van de
verzekeraars van onder meer de ter plaatse gevestigde Grolsche
Bierbrouwerij Nederland B.V. De betrokken verzekeringsmaatschappijen
hebben aan de Grolschbedrijven ruim 60 miljoen euro uitgekeerd. Zij
verlangen dat deze schade door de Staat aan hen wordt vergoed.
Na de ramp is de regelgeving met betrekking tot vuurwerk aangescherpt.
Als wordt aangenomen dat de ramp zou zijn voorkomen als het huidige
Vuurwerkbesluit al op 13 mei 2000 van kracht zou zijn geweest, dan
volgt daaruit echter nog niet dat de Staat onrechtmatig heeft
gehandeld. Om aansprakelijkheid van de Staat te kunnen vaststellen,
moet niet zozeer naar de gevolgen, maar vooral naar de oorzaken van de
ontploffingen op 13 mei 2000 worden gekeken, met als uitgangspunt de
wetenschap die de Staat tot op het moment van de ramp bezat. De
rechtbank concludeert dat aansprakelijkheid van de Staat niet kan
worden gebaseerd op gebreken in de toenmalige wet- en regelgeving.
De rechtbank is voorts uitvoerig ingegaan op de vraag of de betrokken
rijksinspecties voor de ramp aansprakelijk kunnen worden gehouden
wegens falend toezicht op de naleving van de milieuwetgeving. De
rechtbank neemt aan dat zich op het opslagterrein veel vuurwerk van
een zwaardere gevaarklasse heeft bevonden dan was toegestaan. Deze
zwaardere gevaarklasse was echter niet af te lezen aan de etiketten
die in de exporterende landen (vooral China) waren aangebracht.
De rechtbank heeft onderzocht of de rijksinspecties reden hadden om
die etiketten te wantrouwen. Daarbij is onder meer aandacht besteed
aan de ontploffing die in 1991 heeft plaatsgevonden in een
vuurwerkbedrijf in Culemborg. Ook komen de verklaringen aan bod die
rijksinspecteurs na de ramp hebben afgelegd. Een en ander is volgens
de rechtbank echter onvoldoende om te kunnen concluderen dat de Staat
ondanks de etikettering had moeten weten dat op het terrein van S.E.
Fireworks massa-explosief vuurwerk opgeslagen lag.
LJ Nummer
AU5877
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 9 november 2005
Rechtbank 's-Gravenhage