Contactpersoon
-
Datum
28 oktober 2005
Ons kenmerk
DGP/MDV/u.05.02695
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Kosten rond OV-chipkaart
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u op verzoek van de vaste kamercommissie voor Verkeer en
Waterstaat een reactie op de berichten in de media over de OV-chipkaart.
De decentrale overheden hebben bij brief van 19 oktober 2005 mijn aandacht
gevraagd voor hun vrees voor stijgende kosten rond de invoering van de OV-
chipkaart als gevolg van de vertragingen, de discussie rondom de
kaartbijdrage, het tarievenbeleid en de distributie. In de brief is geen
uitspraak gedaan over de hoogte van die kosten en ook geen expliciete claim
gedaan voor een extra rijksbijdrage. De uitlatingen van de Haagse wethouder
Bruins in de pers over extra kosten van 100 tot 150 miljoen euro hebben mij
in die zin bevreemd, daar de uitlatingen verder gaan en concreter zijn dan
in genoemde brief.
Op 24 oktober 2005 heb ik met vertegenwoordigers van de decentrale
overheden bestuurlijk overleg gevoerd, onder andere over de kosten rond de
invoering. In het overleg hebben de decentrale overheden hun vrees voor
stijgende kosten herhaald. Ik heb met de decentrale overheden afgesproken
dat wij dit onderwerp gezamenlijk gaan onderzoeken. De decentrale overheden
hebben daarbij toegezegd dat zij met een nadere onderbouwing zullen komen.
Ik wil eerst weten of de kosten inderdaad hoger uitvallen en in hoeverre
deze al dan niet door maatregelen binnen de sector kunnen worden
opgevangen. Vervolgens is het de vraag wie al dan niet zou moeten bijdragen
aan een oplossing. Samen met de decentrale overheden wil ik dit onderzoek
zo snel mogelijk uitvoeren en ik zal u begin 2006 informeren over de
uitkomsten.
De decentrale overheden en ik hebben op 24 oktober 2005 nogmaals duidelijk
gemaakt dat wij voorstander blijven van de OV-chipkaart - mede gezien het
gebruiksgemak voor de reiziger en de bijdrage aan de verbetering van de
sociale veiligheid. Het blijft zo dat de vervoerbedrijven als eerste aan
zet zijn voor de ontwikkeling en invoering van de OV-chipkaart.
Daarnaast kan ik u melden dat de NS mij inmiddels heeft laten weten een
nieuwe planning te hebben voor de invoering van de OV-chipkaart. De NS
geeft aan dat er in het eerste kwartaal van 2006 gestart wordt met het
testen op de Hoeksche Lijn. Eerst door NS-medewerkers en daarna ook door
een geselecteerde groep klanten. Medio 2006 start de kaartuitgifte aan
medewerkers en vervolgens aan vaste klanten op de Hoeksche Lijn. In de
zomer kunnen volgens NS reizigers in de regio Rotterdam met de OV-chipkaart
reizen met de trein tussen Rotterdam Centraal en Hoek van Holland, in de
Rotterdamse metro van de RET en alle bussen van Connexxion die rijden in de
Hoeksche Waard en op Voorne-Putten. Ook op de Schiphol- en Flevolijn wordt
eind 2005 gestart met het plaatsen van poortjes. Aan het einde van het
eerste kwartaal van 2007 zijn de verbouwingen van de stations van de
Schiphol- en Flevolijn gereed en zijn deze stations uitgerust met poortjes
en andere apparatuur. Tenslotte geeft NS aan dat de landelijke invoering
van de OV-chipkaart in december 2005 start met voorbereidende werkzaamheden
en aansluitend de verbouwing van alle stations in Nederland. Volgens NS
zijn eind eerste kwartaal 2007 op alle stations in Nederland in ieder geval
losse kaartlezers en kaartautomaten geplaatst. Aansluitend kunnen de NS-
reizigers volgens NS ruim voor 1 januari 2008 landelijk reizen met de OV-
chipkaart. Voor het einde van 2008 is de invoering van alle poortjes
afgerond. De planning is gebaseerd op een succesvolle evaluatie van de
Hoekse Lijn. Ik neem aan dat NS op basis van deze planning zijn
verantwoordelijkheid kan nemen om de OV-chipkaart als kaartsysteem voor 1
januari 2008 landelijk geĂŻntroduceerd te hebben.
NS geeft aan dat hun planning is besproken met hun partner OV-bedrijven.
Daarbij zijn ook de consequenties voor de kaartuitgifte en distributie
besproken. NS geeft aan dat de partijen daar de komende periode gezamenlijk
invulling aan geven. In september 2005 heb ik een onafhankelijk onderzoek
naar de situatie bij NS aangekondigd. Dat onderzoek wil ik doorzetten,
omdat het nog steeds nodig is om goed zicht te krijgen op de onderlinge
afhankelijkheden tussen de vervoerbedrijven bij de invoering van de OV-
chipkaart. Zoals ik u in mijn brief van 1 september 2005 (kenmerk
DGP/MDV/U.05.02303) heb gemeld, is alleen dan een zorgvuldig go-no go
besluit in het tweede kwartaal 2006 mogelijk. Over de uitkomsten van dit
onderzoek zal ik u informeren in januari 2006.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat