Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: IZ. 2005/2658
datum: 14-10-2005
onderwerp: Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 24-25 oktober 2005

Bijlagen:

Geachte Voorzitter,

Op 24 en 25 oktober a.s. vindt in Luxemburg de volgende vergadering plaats van de Raad van ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie. In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij.

Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering.

Het landbouwdeel van de agenda staat voornamelijk in het teken van het Commissievoorstel voor de hervorming van de suikermarktordening en de informatie die de Commissie zal geven over de WTO-landbouwonderhandelingen. Verder wordt gestreefd naar besluitvorming over twee onderdelen van het Forest Law Enforcement, Governance and Trade-actieplan en zullen de strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling worden besproken. De Raad wordt gevraagd zich uit te spreken over het voorstel om Griekenland te verbieden het in de handel brengen van genetisch gemodificeerd zaad nationaal te belemmeren en er staan enkele markttoelatingen voor fytosterolen en ggo-maïssoorten op de agenda. Onder diversen zal de Commissie onder meer informatie geven over haar mededeling tot vereenvoudiging van landbouwwetgeving en over de ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza.

Voor wat betreft visserij streeft de Raad naar een politiek akkoord over het herstelplan voor zuidelijke heek en langoustine en zal van gedachten worden gewisseld over de visserijonderhandelingen tussen de EU en Noorwegen. Onder diversen zal de Commissie de Raad informeren over de Regionale Adviesraden.

Herstelplan zuidelijke heek en langoustine

(Politiek akkoord)

Wetenschappers adviseren al enkele jaren een herstelplan voor de bestanden van zuidelijke heek en Noorse kreeft in de Atlantische wateren rond Spanje en Portugal. Hiervoor heeft de Commissie in 2004 een voorstel gedaan, dat in grote lijnen overeenkwam met de herstelplanaanpak voor bijvoorbeeld kabeljauw in de Noordzee. Het voorzitterschap streeft naar een akkoord. Alleen Spanje en Portugal hebben visserij die wordt geraakt door dit voorstel. Hoewel het voorstel op enkele punten reeds is aangepast, hebben zij er nog steeds problemen mee. Hoewel Nederland geen directe visserijbelangen heeft in deze gebieden, steun ik de Commissie in haar streven naar consistentie in het vaststellen van herstelplannen in de EU.

Visserijonderhandelingen EU-Noorwegen

(Gedachtenwisseling)

Jaarlijks wordt met Noorwegen onderhandeld over vangsthoeveelheden voor de gezamenlijk beheerde visbestanden, alsmede over de ruil van vangstmogelijkheden.
Het onderhandelingsproces verliep de afgelopen jaren moeizaam en de Commissie verricht evenals vorig jaar veel inspanningen om de onderhandelingen in goede banen te leiden, zodat deze vóór de Raad in december kunnen worden afgerond. De Commissie wil de Raad een eerste oriëntatie vragen alvorens zij de eerste onderhandelingsronde van
7 tot 10 november a.s. in gaat. Van mijn kant zal ik de Commissie wijzen op het belang van een totaalbalans in de onderhandelingen met Noorwegen. Dat betekent dat ook de besprekingen over blauwe wijting, die parallel aan deze onderhandelingen lopen, in de appreciatie moeten worden meegenomen. Bovendien zal ik aandacht vragen voor een goede afstemming van gezamenlijke beheersplannen voor kabeljauw en schol met het communautaire beleid voor deze soorten.

Verbod in Griekenland op ggo-maïs MON 810

(Aanname)

De Raad zal stemmen over het voorstel van de Commissie waarin Griekenland niet wordt toegestaan om het in de handel brengen van zaad van 17 maïsrassen met de genetische modificatie MON 810 te verbieden. Griekenland meent dat MON 810 niet veilig is voor het milieu en de menselijke gezondheid. Bovendien zouden boeren die conventionele of biologische gewassen telen, schade ondervinden van de teelt van MON 810 omdat er nog geen communautaire regels zijn voor coëxistentie. Volgens de communautaire wetgeving van milieurisicobeoordeling is MON 810 echter veilig bevonden. Ten aanzien van coëxistentie oordeelt de Commissie dat dit op nationaal moet worden geregeld en niet communautair. Dat Griekenland nog geen wetgeving op het gebied van coëxistentie heeft ingevoerd, is geen argument om de teelt van ggo-gewassen te verbieden. Ik ben het eens met de analyse van de Commissie en kan dan ook instemmen met haar voorstel.

Markttoelating genetisch gemodificeerde organismen (ggo's)

(Aanname)

De Raad wordt gevraagd zich uit te spreken over de markttoelating van twee genetisch gemodificeerde maïssoorten, te weten MON 863 en GA 21. Voor beide maïssoorten hebben de relevante Europese autoriteiten het advies uitgebracht dat ze even veilig zijn als conventionele maïs. Niettemin slaagde het comité dat de Raad voorbereidt er niet in om tot een gekwalificeerde meerderheid voor of tegen de voorstellen te komen. Conform de procedure legt de Commissie de voorstellen nu voor aan de Raad. Naar verwachting zullen de stemverhoudingen in de Raad niet wijzigen. In dat geval kan de Commissie de voorstellen zelfstandig vaststellen. Nederland is net als de Commissie van mening dat beide maïssoorten even veilig zijn als conventionele maïs.

Toepassing fytosterolen en fytostanolen

(Aanname)

De Commissie heeft drie beschikkingen opgesteld waarin wordt voorgesteld fytosterolen en fytostanolen toe te staan in twee soorten roggebrood en in 'light' worstjes. Ook voor deze voorstellen geldt dat het comité dat de Raad voorbereidt er niet in is geslaagd om tot een gekwalificeerde meerderheid voor of tegen de voorstellen te komen. Conform de procedure legt de Commissie de voorstellen nu voor aan de Raad. Naar verwachting zullen de stemverhoudingen in de Raad niet wijzigen. In dat geval kan de Commissie de voorstellen zelfstandig vaststellen. Nederland steunt de toepassing in roggebrood, maar wijst de toepassing in het geval van het worstje met verlaagd vetgehalte af. Fytosterolen en fytostanolen worden toegepast in producten met het doel het bloedcholesterolgehalte
te verlagen. Het Wetenschappelijk Comité van de Commissie heeft geconcludeerd dat inname van fytosterolen en fytostanolen beneden drie gram per dag moet blijven, omdat daarboven ongewenste effecten mogelijk zijn. Nederland hecht aan de beperking van het scala aan producten om het risico van overconsumptie te beperken.

Forest Law Enforcement, Governance and Trade (FLEGT)

(Politiek akkoord)

Het voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord over twee voorstellen die voortvloeien uit het EU FLEGT-actieplan, dat dateert uit juni 2003. Het gaat om de verordening die de basis biedt voor controle op de legaliteit van houtproducten uit houtproducerende derde landen die daartoe met de EU een partnerschap zijn aangegaan en om het onderhandelingsmandaat waarmee de Commissie met deze houtproducerende partnerlanden kan gaan onderhandelen. De laatste knelpunten worden waarschijnlijk in aanloop naar de Raad opgelost, zodat de Raad zonder inhoudelijke discussie tot een akkoord kan komen.
Ik kan met beide voorstellen instemmen. Hoewel het voorstel niet perfect is, is het een belangrijke stap in de goede richting. Daarmee gaat ook een belangrijk politiek signaal uit naar andere grote houtconsumerende landen zoals Japan, China en de VS.

Hervorming suikermarktordening

(Gedachtenwisseling)

De Raad zal voor een derde maal van gedachten wisselen over het voorstel van de Commissie voor de hervorming van de suikermarktordening. Eerder sprak de Raad hier in juli en september reeds over. Het is nog niet duidelijk welke elementen van het voorstel het voorzitterschap dit maal onder de aandacht wil brengen. De Nederlandse inzet zal in ieder geval de lijnen van het kabinetsstandpunt volgen, zoals beschreven in mijn brief aan uw Kamer d.d. 12 september jl. (Tweede Kamer, 2004-2005, 28 625 en 21 501-32, nr. 28).

(eventueel) Strategische richtsnoeren plattelandsontwikkeling

(Gedachtenwisseling)

De Raad zal van gedachten wisselen over de strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013. Deze richtsnoeren bevatten de Europese strategische prioriteiten voor de uitvoering van de maatregelen onder de verschillende assen van de Plattelandsverordening, waarover de Raad reeds op 20 juni een politiek akkoord bereikte. Op basis van de richtsnoeren dient elke lidstaat zijn nationale strategie voor plattelandsontwikkeling uit te werken, die vervolgens weer het referentiekader vormt voor de nationale of regionale programma's. Het voorstel is inmiddels op een aantal voor Nederland gunstige punten aangepast. Wel zou wat mij betreft de nadruk bij de maatregelen voor diversificatie in de plattelandsgebieden wat minder moeten liggen op werkgelegenheid. In Nederland zal het zwaartepunt voor deze richtsnoer namelijk op andere maatregelen worden gelegd.

WTO-landbouwonderhandelingen

(Informatie van de Commissie)

Commissaris Fischer Boel zal de Raad informeren over de lopende WTO-landbouwonderhandelingen. Daarbij zal zij ongetwijfeld ook ingaan op het voorstel voor landbouwhervormingen, dat de VS eerder deze week hebben gepresenteerd. De VS stellen een volledige afbouw op termijn van alle handelsverstorende landbouwsteun voor, te beginnen met een aanzienlijke vermindering hiervan in de komende vijf jaar. Naar het zich laat aanzien laat dit voorstel de Amerikaanse Farm Bill echter grotendeels buiten schot.
De afgelopen week zijn de posities van de VS en de EU op landbouwgebied concreter geworden en dit kan de voortgang van de onderhandelingen ten goede komen. Niettemin moet de EU ervoor waken dat de VS zijn landbouwbeleid voor de komende tien tot vijftien jaar kan handhaven, terwijl de EU het nieuwe GLB na 2003 en 2004 voor de derde keer in drie jaar ingrijpend zou moeten hervormen. De Raadsconclusies uit juni 2003 onderstrepen immers dat het hervormde GLB de grenzen van de onderhandelingsinzet van de Commissie bepaalt. Verder dient te worden verzekerd dat hernieuwde beweging op landbouwgebied ook leidt tot intensivering van onderhandelingen over non agricultural market access en diensten.

Diversen

a) Regionale Adviesraden

(Informatie van de Commissie)

De Commissie zal de Raad schriftelijk informeren over de stand van zaken ten aanzien van de oprichting van Regionale Adviesraden. Deze raden hebben als doel de belanghebbenden - niet alleen de visserij en de aquacultuur, maar ook de milieu- en consumentenorganisaties en wetenschappelijke instituten - meer te betrekken bij het gemeenschappelijk visserijbeleid. Inmiddels zijn voor de Noordzee, de Westelijke wateren en de pelagische visserij adviesraden opgericht.

b) (evt.) Rapport dierlijke bijproducten

(Presentatie door de Commissie)

De Commissie zal een rapport presenteren over het functioneren van de verordening dierlijke bijproducten in de lidstaten. Deze verordening is gericht op het scheiden en het traceerbaar maken van de verschillende stromen dierlijk materiaal, die niet bestemd zijn voor humane consumptie. Hiermee wordt voorkomen dat deze producten een risico vormen voor mens of dier. Het rapport is nog niet
in zijn geheel beschikbaar.

c) (evt.) Vereenvouding landbouwwetgeving

(Presentatie door de Commissie)

Naar verwachting zal de Commissie haar mededeling over vereenvoudiging van en betere regelgeving voor het GLB aan de Raad presenteren. Daarmee geeft zij invulling aan het verzoek van de Raad om met voorstellen te komen op het gebied van vereenvoudiging van landbouwwetgeving. Hoewel het voorstel nog niet is gepubliceerd en ik er inhoudelijk nog niet op kan reageren, steun ik de Commissie ten algemene in het oppakken van dit onderwerp, waarop ik tijdens mijn voorzitterschap sterk heb ingezet.

d) (evt.) Aviaire influenza

(Presentatie door de Commissie)

Naar alle waarschijnlijkheid zal de Commissie de Raad informeren over de situatie in Roemenië en Turkije met betrekking tot aviaire influenza. Inmiddels is duidelijk geworden dat in Turkije en Roemenië de hoog-pathogene variant van aviaire influenza is aangetroffen.

De Commissie heeft reeds besloten tot een voorlopig importverbod op levend pluimvee en aan pluimvee gerelateerde producten uit beide landen.
Waarschijnlijk volgen nog aanvullende afschermingsmaatregelen op EU niveau, die nauw overeenkomen met de maatregelen die in Nederland al zijn genomen.
Ik zal de noodzaak van vaccinatie nogmaals uitdrukkelijk aan de orde stellen.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman