Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 22
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |20  oktober 2005                    |Behand|Karin Wester         |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DIE-594/05                          |Telefo|070 348 5462         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/1                                 |Fax   |070 348 6381         |
|Bijlag|1                                   |karin.wester@minbuza.nl      |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Geannoteerde agenda van de informele|                             |
|t     |bijeenkomst van bewindslieden       |                             |
|      |verantwoordelijk voor               |                             |
|      |Ontwikkelingssamenwerking, 24 en 25 |                             |
|      |oktober 2005                        |                             |
Zeer geachte Voorzitter,

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van bewindslieden verantwoordelijk voor ontwikkelingssamenwerking van 24 en 25 oktober aan te bieden.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van bewindslieden verantwoordelijk voor Ontwikkelingssamenwerking, 24 en 25 oktober

Op 24 en 25 oktober zal in Leeds een informele bijeenkomst plaatsvinden van Europese bewindslieden verantwoordelijk voor Ontwikkelingssamenwerking. Er zal, mede naar aanleiding van de VN-Top, gesproken worden over hervorming van de internationale ontwikkelingsarchitectuur. Daarnaast staat een aantal thema's op de agenda dat de komende tijd de ontwikkelingsagenda zal bepalen, te weten de WTO Doha Development Agenda, de voorstellen van de Commissie voor een EU-Afrika Strategie en de herziening van het beleidskader voor Europese ontwikkelingssamenwerking. Ook zal gesproken worden over de recente aardbeving in Pakistan, de situatie in Darfur en de voedselcrisis in Zuidelijk Afrika.

Hervorming internationale ontwikkelingsarchitectuur

In aanwezigheid van de kabinetschef van de Secretaris Generaal van de VN, dhr. Malloch Brown, zal tijdens de informele ministeriėle bijeenkomst worden gesproken over hervorming van de internationale ontwikkelingarchitectuur. Het besluit van de Raad van afgelopen mei om de Europese hulpinspanningen te verhogen, zal leiden tot een verdubbeling van de hulp van de EU in 2010 ten opzichte van 2004 tot meer dan 80 miljard euro per jaar. De EU is de grootste financier van de ontwikkelingsactiviteiten van de VN. En marge van de VN-Top in september heeft op Nederlands-Zwitsers initiatief een bijeenkomst plaatsgevonden van dertien gelijkgezinde donorlanden over verdergaande hervorming van de ontwikkelingsorganisaties van de VN. De daarbij aanwezige ministers voor ontwikkelingssamenwerking waren het erover eens dat haast gemaakt moet worden met verdere verbetering van de samenwerking van de VN-organisaties op landenniveau en meer radicale hervorming van het VN-systeem en besloten hiertoe een informele groep op te richten, de G-13. Nederland, Zwitserland en het VK vervullen een voortrekkersrol binnen deze groep. Uiteraard zal de VN zelf een belangrijke initiĆ«rende rol moeten spelen. Maar de groep beoogt door het ontwikkelen van een gezamenlijke, meer doortastende benadering van de benodigde hervormingen de veranderingsgezindheid te vergroten en versnellen. Het is mijn streven om te werken op basis van een gezamenlijke strategie in de vorm van een kort paper. De drie initiatiefnemers werken hier op dit moment aan. Het hierbij betrekken van andere spelers zoals de VS, Japan en de G-77 is cruciaal. In New York is afgesproken dit onderwerp op de agenda te zetten van deze informele ministeriĆ«le bijeenkomst. Inzet van de bespreking is om een start te maken met de ontwikkeling van een gezamenlijke visie en strategie ter bevordering van het VN hervormingsproces.

WTO Doha Development Agenda

Onder het motto 'putting trade at the service of development' wil het Britse voorzitterschap - in het bijzijn van de Commissaris voor Handel, dhr. Mandelson - drie onderwerpen bespreken: de WTO Doha Development Agenda op weg naar Hong Kong, handelsgerelateerde hulp om armere ontwikkelingslanden te ondersteunen bij het benutten van handelskansen (Aid for Trade) en ontwikkelingsvriendelijke Economic Partnership Agreements (EPAs) met de Afrikaanse, Caribische en Stille Zuidzee (ACS) landen. Nadat lange tijd sprake was van gebrek aan voortgang, hebben de WTO-onderhandelingen onlangs de broodnodige impuls gekregen. Nieuwe voorstellen van de VS en de EU in het landbouwdossier in de week van 10 oktober brachten de zaak weer aan het rollen. Het is positief dat er nu voor het eerst over concrete cijfers onderhandeld wordt. Over de stand van zaken heeft de extra ingelaste Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 oktober zich gebogen (zie geannoteerde agenda van deze Raad die u toeging per brief DIE-603/05). Inzet van Nederland blijft een ambitieus en evenwichtig pakket in de WTO, waarin de ontwikkelingsdimensie voldoende tot uitdrukking komt. De armere ontwikkelingslanden en de Minst Ontwikkelde Landen in het bijzonder, zullen niet genoeg hebben aan vergrote markttoegang en een vermindering van handelsverstorende subsidies als gevolg van een WTO akkoord. Zij hebben gerichte ondersteuning nodig om gebruik te kunnen maken van nieuwe handelskansen. Het gaat dan onder andere om infrastructuur, handelsfacilitatie en het voldoen aan allerlei standaarden. Parallel aan de WTO-onderhandelingen wordt daarom gesproken over adequate hulp om arme landen in staat te stellen gebruik te kunnen maken van nieuwe handelskansen. Nederland onderschrijft het belang van de opbouw van aanbodcapaciteit en is op dat vlak al langer actief. De EU en de ACS-landen hebben afgesproken om de huidige eenzijdige handelspreferenties om te vormen tot een volledig WTO-conform systeem. Dit moet vorm krijgen in een zestal vrijhandelsakkoorden tussen de EU enerzijds en de zes ACS-regio's anderzijds: de Economic Partnership Agreements. De EPA's behelzen naast vrijhandelsakkoorden ook de aanpak van zogenoemde aanbodsbeperkende factoren, onder andere door versterkte capaciteitsopbouw. Als eerste stap op weg naar de EPA's moeten de zes ACS-regio's eerst onderlinge vrijhandelsakkoorden afsluiten. Het onderhandelingsproces bevindt zich nu in deze fase. Nederland ondersteunt de EPA onderhandelingen en meent dat invulling hiervan alleen kan slagen als de aanbodsbeperkende factoren in de ACS-landen worden aangepakt.

Beleidskader Europese Ontwikkelingssamenwerking

Voorts zal gesproken worden over het beleidskader voor Europese ontwikkelingssamenwerking. De beleidsdoelstellingen van de Europese Gemeenschap zijn vervat in het Development Policy Statement uit 2000. Armoedebestrijding wordt hierin als hoofddoelstelling geformuleerd en er worden zes prioritaire beleidsterreinen voor hulp van de Gemeenschap onderscheiden. De Raad en de Commissie hebben besloten tot een herziening en actualisering van deze Beleidsverklaring. Tijdens de informele Ministeriƫle bijeenkomst zal gesproken worden over de mededeling die de Commissie hierover in augustus heeft gepresenteerd. Deze mededeling valt uiteen in een EU-deel en een EG-deel. Nederland heeft tijdens het consultatieproces voorafgaand aan de presentatie van de mededeling actief deelgenomen aan de discussie over de herziening van de Beleidsverklaring en daarbij aangegeven dat de verklaring richting dient te blijven geven aan het EG-ontwikkelingsbeleid op basis van toegevoegde waarde en comparatief voordeel van de EG; dat armoedebestrijding en de MDG's hoofddoelstellingen dienen te blijven; en dat de focus op de armste landen gehandhaafd moet blijven. Effectiviteit, doelmatigheid en transparantie van de Europese ontwikkelingssamenwerking staan voor Nederland centraal. Donorharmonisatie en coƶrdinatie zijn hiervoor ook van belang, maar het hoofdpunt van de Beleidsverklaring dient een helder beleidskader te zijn voor de besteding van de ODA-middelen die de Commissie beheert. Het betreft in totaal immers rond de 7 miljard Euro op jaarbasis uit de reguliere begroting en het Europees Ontwikkelingsfonds, waarvan ruim 300 miljoen Euro Nederlandse ODA. Jaarlijks wordt rond de 8% van de Nederlandse ODA door de Europese Commissie beheerd. In het EU-deel van de verklaring dient duidelijk naar voren te komen dat ontwikkelingssamenwerking een gedeelde competentie is van de Gemeenschap en de lidstaten. Nederland is van mening dat op beleidsniveau gestreefd kan worden naar een grotere convergentie tussen de lidstaten en de Gemeenschap. Dit kan leiden tot een beleidsraamwerk dat door de lidstaten zelf mede gedragen wordt en niets afdoet aan de mogelijkheid voor verdergaande nationale beleidsdoelstellingen. Een en ander dient aan te sluiten bij het EU Actieplan inzake harmonisatie dat afgelopen november door de Raad werd aanvaard.

EU-Afrika strategie

In aanwezigheid van de President van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, dhr. Kaberuka, zullen de plannen voor een EU-Afrika Strategie aan de orde komen. Op 12 oktober presenteerde de Commissie een mededeling getiteld 'EU Strategy for Africa: towards a Euro-African pact to accelerate AfricaĀŽs development'. De mededeling is de bijdrage van de Commissie aan wat uiteindelijk een allesomvattende en geĆÆntegreerde EU-Afrika Strategie moet worden. De centrale doelstelling van de EU-Afrika Strategie zoals verwoord in de mededeling is 'to promote the achievement of the UN Millennium Development Goals in Africa'. De Commissie identificeert drie terreinen waarop de EU haar acties moet intensiveren. In de eerste plaats stelt zij voor om de Afrikaanse Unie te ondersteunen in haar taken op het gebied van vrede en veiligheid en daarnaast goed bestuur te bevorderen via het Africa Peer Review Mechanism. In de tweede plaats doet zij een aantal voorstellen ter bevordering van de economische groei, handel en infrastructuur. Tenslotte vestigt de mededeling de aandacht op de investeringen die noodzakelijk zijn ten aanzien van de sociale basisvoorzieningen en milieubescherming. Tijdens de informele ministeriĆ«le bijeenkomst zullen lidstaten een eerste reactie op de mededeling geven. Speciale aandacht zal besteed worden aan de inbedding van de EU-inspanningen in de bredere internationale context en de wijze waarop de EU een effectieve en coherente uitvoering kan geven aan de EU-Afrika strategie.

Aardbeving in Pakistan

Het Britse voorzitterschap heeft de aardbeving in Pakistan voor de lunch geagendeerd met als doel informatieuitwisseling en bespreking van de EU-reactie tot nu toe. Het voorzitterschap heeft de Commissie reeds gevraagd om een significante bijdrage te leveren aan fondsen voor herstel en wederopbouw. Nederland zal tijdens de bijeenkomst het belang benadrukken van de coƶrdinerende rol van VN-OCHA (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs) in rampsituaties en humanitaire hulpverlening. OCHA dient daarbij ondersteund te worden door de EU en de lidstaten. Nederland vindt het creƫren van parallelle coƶrdinerende EU-structuren zoals bekend niet wenselijk. In dat opzicht kijkt Nederland positief naar de manier waarop het huidige EU-voorzitterschap omgaat met het EU-MIC (EU-coƶrdinatiecentrum, onderdeel van civiele bescherming). Voorts bepleit Nederland in het algemeen controle op zowel het nakomen van pledges als op kwaliteit van uitvoering. Nederland heeft tot dusverre 14 miljoen euro toegezegd en deels al uitgegeven. De toegezegde bedragen worden ingezet via het VN-voedselprogramma (3 miljoen euro), Unicef (3 miljoen euro), het Nederlandse Rode Kruis (1 miljoen euro), het Internationale Rode Kruis (1,5 miljoen euro), de VN-hulporganisatie voor coƶrdinatie (0,5 miljoen euro) en via NGO's: de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO): (2 miljoen euro); Save the Children (0,5 miljoen euro) en Dokters van de Wereld (0,5 miljoen euro). Voorts wordt via andere hulporganisaties die in het gebied actief zijn 1 miljoen euro besteed. De kosten voor inzet van het USAR-team (Urban Search and Rescue) bedragen naar schatting ook 1 miljoen euro.

Situatie Darfur

Tijdens de lunch zal voorts worden gesproken over de situatie in Darfur. Nederland zal bij deze gelegenheid aandacht vragen voor de toenemende onveiligheid, die steeds meer negatieve gevolgen heeft voor de hulpverlening. Daarnaast baart de versplintering van de rebellengroeperingen grote zorgen. Nederland zal het belang benadrukken van een grotere inclusiviteit van het vredesproces. Ook de versterking van de vredesmissie van de Afrikaanse Unie, AMIS, en de toekomst van deze missie zullen aan de orde komen.

Voedselcrisis Zuidelijk Afrika

Tijdens de lunch zal daarnaast worden gesproken over de voedselcrisis in Zuidelijk Afrika. Deze crisis, die zes landen in de regio treft, is het gevolg van drie op elkaar inwerkende oorzaken: droogte, HIV/aids en gebrek aan goed bestuur. Nederland heeft de regionale operatie van het World Food Programma reeds met 11 miljoen euro gesteund. Ook is een bijdrage van 1,5 miljoen euro in voorbereiding om de getroffen bevolking in Malawi te ondersteunen en is een bijdrage van 1,5 miljoen euro specifiek gericht op voedselonzekerheid in Zimbabwe. Daarnaast streeft Nederland naar een benadering die behalve acute noodsituaties ook de onderliggende oorzaken aanpakt.


---- --