Contactpersoon
-
Datum
24 oktober 2005
Ons kenmerk
IVW-TER/KAB-TC/05/Z03.001.048
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
div.(rapporten niet electronisch)
Uw kenmerk
Onderwerp
Rapporten relatie infrastructuur, capaciteit en spoorveiligheid
Geachte voorzitter,
Tijdens het interpellatiedebat van woensdag 5 oktober 2005 heb ik toegezegd
dat ik de studie van Railned Spoorwegveiligheid Stijging van het aantal sts-
en, een verklaring van 23 augustus 2000 (RnV/T42.004.011) aan de Kamer zou
toezenden. Tevens heb ik bij die gelegenheid aan de Kamer een lijst in het
vooruitzicht gesteld van de sinds 2000 door Railned Spoorwegveiligheid en
vanaf 1 januari 2003 door de Inspectie Verkeer en Waterstaat uitgebrachte
rapporten over de relatie tussen infrastructuur, capaciteit en
spoorwegveiligheid.
Hierbij bied ik u deze lijst en rapporten aan, inclusief een toelichting op
de, zoals aangeduid in de lijst, zogeheten onderwerp gebonden
studierapporten. De toelichting geeft inzicht in het doel en inhoud van de
rapporten, hoe met de resultaten is omgegaan en op welke wijze uw Kamer
daarover is geïnformeerd. Deze operatie heeft meer tijd gevergd dan ik had
gedacht, zodat ik niet conform het verzoek van uw Kamer de rapporten eerder
heb kunnen sturen.
Overigens wil ik benadrukken dat bij al deze rapporten de insteek was te
bezien op welke wijze de veiligheid van het spoor kon worden verbeterd.
Daartoe heb ik enerzijds bij mijn begroting 2004-2005 de beheer- en
onderhoudsplannen aangeboden om de veiligheid van het spoor te verbeteren.
Anderzijds heb ik tussentijds maatregelen genomen om de veiligheid óp het
spoor (zoals de aanpak van roodlichtpassages) te verbeteren.
Voor een groot deel van deze rapporten geldt dat de daarin opgenomen
resultaten en vervolgacties in de trendanalyses, jaarplannen en
jaarberichten van Railned Spoorwegveiligheid en later van de Inspectie
Verkeer en Waterstaat zijn verwoord.
Tevens geldt dat de kennis die is opgedaan in deze onderzoeken/studies is
verwerkt in de Kadernota Veiligheid op de Rails (TK, 2004-2005, 29 893,
nr.1). De trendanalyses, jaarplannen en jaarberichten worden sinds 2001
jaarlijks aan de Tweede Kamer toegezonden (voor de trendanalyse en het
jaarbericht 2004 zie TK, 2004-2005, 29 893,
nr. 8 en TK, 2004-2005, 30 100, nr.1. Voor het Jaarwerkplan 2006 zie TK,
2004-2005, niet-dossierstuk vw05000670).
Ik kom dan nu tot een toelichting op de rapporten die u als bijlage
aantreft.
Faalkans passeren STS, 4 februari 2000, RnV/00/S22.022.026
Dit rapport is onderdeel van een gezamenlijke studie over flankbeveiliging
door Railinfrabeheer en Railned. Flankbeveiliging is een complex van
(technische) maatregelen voor het uitsluiten van treinbotsingen. Het
rapport bevat schattingen van de kans op het passeren van een rood sein, op
basis van casuïstiek en uitgesplitst naar seintype.
Het rapport geeft inzicht in de materie van roodlichtpassages. Deze kennis
is gebruikt bij het inventariseren en beoordelen van maatregelen, zoals
bijvoorbeeld het verbeteren van de waarneembaarheid van seinen. Tevens zijn
de resultaten gebruikt bij het opstellen van modellen voor analyses van het
botsingrisico binnen enkele projecten (bijvoorbeeld project Amsterdam-
Utrecht). Deze studie was enkel bedoeld om kennis te vergaren en is als
zodanig ook gebruikt binnen de branche.
Stijging van het aantal STS-en, 23 augustus 2000, RnV/T42.004.011
Aanleiding voor deze studie was de voortdurende stijging van het aantal
roodlichtpassages vanaf 1994. In deze studie wordt gezocht naar een
verklaring voor deze stijging. Eén van de onderzochte onderwerpen betreft
de relatie met de invoering van VPT (Vervoer Per Trein). VPT is het systeem
waarmee treindienstleiders de rijwegen voor treinen instellen. Voor de
invoering van dit systeem gebeurde dit handmatig door
assistent-treindienstleiders. Eén van de hypotheses die in de studie
getoetst is, betreft de relatie tussen de stijging van het aantal
roodlichtpassages en de invoering van het VPT-systeem. Er kon hierbij wel
een samenhang worden aangetoond, maar zelfs na langdurig vervolgonderzoek
kon geen oorzaak-gevolgrelatie worden vastgesteld. In de tussentijd is het
aantal roodlichtpassages toegenomen en is besloten in kansrijke maatregelen
te inventariseren, zoals het verbeteren van de waarneembaarheid van seinen,
maatregelen gericht op machinisten en dergelijke. De uitkomst van dit
rapport is meegenomen in de trendanalyse van 2002 en deze is ook in
branchebrede workshops aan de orde gekomen. Op dit moment wordt in de
werkgroep STS de problematiek van de stijging van roodlichtpassages nader
onderzocht en worden maatregelen uitgewerkt en geïmplementeerd (zoals
ATB++). Over de resultaten van deze werkgroep is uw Kamer eerder
geïnformeerd, bijvoorbeeld in mijn brief van 17 mei 2005 (TK, 2004-2005, 29
893, nr. 9).
Railned standpunt veiligheid baanwerkers, 19 juli 2001, RnV/01/W01.009.001
Dit rapport geeft een overzicht en een analyse van ongevallen van
baanwerkers en een beschouwing van mogelijke maatregelen. Het is gebruikt
als discussiestuk binnen het project Veilig Werken aan de Infrastructuur
(VWI) en het project Normenkader Veilig Werken (NVW). De gesignaleerde
onveiligheid (het gevaar door een trein te worden aangereden) van
baanwerkers is ook in de trendanalyses, jaarplannen, en
jaarberichten van Railned Spoorwegveiligheid en later van de Inspectie
Verkeer en Waterstaat vermeld. Naar aanleiding van onder andere dit rapport
en de ongunstige ongevalcijfers onder baanwerkers is het inspectieprogramma
van de Inspectie VenW en de Arbeidsinspectie geïntensiveerd.
Rood/roodschakeling, 13 september 2001, RnV/01/N24.001.018 (concept)
Dit rapport is een discussiestuk voor het toepassen van de specifieke
maatregel rood/roodschakeling. De maatregel is bedoeld om het risico van
roodlichtpassages te beperken door achtereenvolgens twee seinen in dezelfde
rijweg op rood te zetten. Hiermee worden gevaarpunten waar mogelijk
botsingen kunnen plaatsvinden extra beveiligd. Een belangrijk nadeel van
deze maatregel is dat zij ook de capaciteit op
emplacementen beperkt. Het rapport beschrijft de maatregel en neemt het
standpunt in dat de maatregel kan worden toegepast.
Inmiddels (in 2005) is een andere maatregel met dezelfde functionaliteit
(instelvoorschriften VPT) op 25 punten op emplacementen toegepast. Deze
maatregel is veel eenvoudiger te realiseren omdat het geen ingreep vergt in
de seintechniek, maar
softwarematig opgelost kan worden. Over deze maatregel is de kamer
geïnformeerd, onder andere in de beantwoording van kamervragen van het lid
Gerkens inzake Railveiligheid (TK, kamervragen met antwoorden 2004-2005,
nr. 2391) en in het Jaar-bericht 2004 van de Inspectie Verkeer en
Waterstaat (TK, 2004-2005,30 100, nr. 1).
RvTV-studie stoptonende seinen, 16 november 2001, RnV/01/T42.004.100
Dit rapport geeft inzicht in oorzaken en gevolgen van roodlichtpassages.
Bij oorzaken kan men denken aan waarnemingsfouten, afleiding en
verwachtingspatronen bij
machinisten. Gevolgen van STS'en zijn het openrijden van wissels, het
rijden op niet-gesloten overwegen en botsingen. Het rapport is aan de Raad
voor Transportveiligheid aangeboden. Deze heeft het rapport niet verspreid,
maar de feiten zijn wel gebruikt in de kadernota veiligheid op de rails.
Het rapport is recentelijk door de Onderzoeksraad voor Veiligheid aan het
kamerlid Gerkens toegestuurd en was onderwerp van debat op 5 oktober 2005.
De inzichten die het rapport oplevert,
worden gebruikt in de STS-werkgroep.
Overwegen in Nederland, 22 november 2001, RnV/01/S10.039.006
Dit rapport analyseert ongevallen op overwegen in relatie tot het type
overweg en andere relevante factoren en omstandigheden, zoals
treinfrequentie, wegintensiteit op de overweg en andere locale factoren
(ligging van de overweg, et cetera). Het rapport is actief en breed
verspreid binnen de branche. De resultaten van het rapport zijn gebruikt
voor beleidsvorming en bij het doorvoeren van verbeteringmaatregelen
(Project Verbeteren Veiligheid Overwegen). Belangrijkste maatregel in dit
project was het ombouwen van AKI-overwegen (geen slagbomen) naar AHOB
(halve slagbomen). In de trendanalyses is eveneens gebruik gemaakt van deze
cijfers.
Veiligheidsstudie Velserspoortunnel, 14 mei 2002, RnV/02/S12.018.033
Dit rapport analyseert de veiligheid van de Velserspoortunnel en onderzoekt
kosten en effectiviteit van maatregelen om deze te verbeteren. Het rapport
is actief verspreid onder betrokkenen: ProRail, Rijkswaterstaat, Gemeente
Velsen. Op basis van dit rapport zijn maatregelen genomen, zoals het
verbeteren van de bewegwijzering, de
vervanging van pompen en het aanbrengen van ontsporinggeleiding. Dat is ook
als zodanig aan uw Kamer gemeld in mijn antwoorden op de vragen van de
leden
Gerkens en Van Velzen over de veiligheidssituatie van de Velser Spoortunnel
(TK,
kamervragen met antwoord 2002-2003, nr. 1711H).
Uitval Telerail Walapparatuur, 25 juni 2002, RnV/02/V44.006.008 (concept)
Dit rapport analyseert het gebruik van Telerailapparatuur en de gevolgen
van storingen. Het rapport is niet formeel afgerond, maar heeft wel geleid
tot maatregelen voor het rijden bij een storing. Het rapport is binnen de
branche verspreid. Het Telerail-systeem wordt op dit moment vervangen door
het GSM-R systeem.
Veiligheid en betrouwbaarheid spoor, 3 maart 2003, IVW-DR/03/K76.101.004
Dit rapport geeft een beoordeling van de twee audits die zijn uitgevoerd op
de subsidieaanvraag van ProRail/Railinfrabeheer, eind 2002. Ook geeft het
een weerslag van interviews met medewerkers van ProRail. Daarmee geeft het
inzicht in de staat van de veiligheid van de infrastructuur en de wijze
waarop onderhoud wordt uitgevoerd.
De Inspectie VenW heeft over de problematiek gerapporteerd in documenten
die eerder aan de Kamer zijn gestuurd, bijvoorbeeld naar aanleiding van het
rapport Stand van zaken Spoorveiligheid, Railned 2001 (zo werd de eerste
trendanalyse genoemd), trendanalyses en jaarberichten. Eveneens is per
brief van 7 maart 2003 (TK, 2002-2003, 28 600, nr. 84) de Kamer bericht
over de genoemde twee audits, het kabinetsstandpunt inzake de
subsidieaanvraag en de veiligheid van de infrastructuur.
Sociale Veiligheid Railverkeer, 28 april 2003 (geen kenmerk)
Dit rapport analyseert het probleem vandalisme en mogelijke maatregelen
daartegen.
Het rapport is gemaakt in opdracht van het Directoraat Generaal
Personenvervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het rapport
is een onderliggende studie geweest voor het Aanvalsplan sociale veiligheid
openbaar vervoer. Over dit aanvalsplan is de Kamer geïnformeerd met
voortgangsrapportages, bijvoorbeeld met de Voortgangsrapportage
implementatie Aanvalsplan van 28 oktober 2003.
Verbeteren Veiligheid Rangeren, 24 juni 2003 (geen kenmerk)
Dit rapport analyseert rangeerongevallen en effecten van maatregelen. Het
beroep rangeerder is één van de gevaarlijkste beroepen in Nederland. De
kans op een dodelijk ongeval is erg hoog. Met name blijkt dat het geduwd
rangeren, waarbij de rangeerder voorop de wagens staat, een bijzonder
risico te vormt. Ook het lopen langs de sporen en op rangeerterreinen
brengt, gezien het aanrijdrisico, veel risico met zich mee. Het rapport is
actief verspreid binnen de branche en op de website van de Inspectie
Verkeer en Waterstaat. Het rapport heeft een aanzet gegeven tot het
intensiveren van de inspecties met als doel om te bezien of wet- en
regelgeving goed wordt nageleefd. Daarnaast is het gebruikt voor
beleidsvorming (Kadernota Veiligheid op de Rails) en het doorvoeren van
maatregelen (beperkte snelheden geduwd rangeren).
Veiligheid Baanwerkers 2003 / 2004, 17 juni 2004, A618
Dit rapport is het verslag van een inspectie naar het opvolgen van
procedures en regels in de praktijk van werken aan de infrastructuur. Deze
inspectie heeft de Inspectie VenW gezamenlijk met de Arbeidsinspectie
uitgevoerd. Daarbij is vastgesteld dat lang niet altijd volgens de
arbeidshygiënische strategie wordt gewerkt, hetgeen betekent dat
werkzaamheden op een onveilige wijze worden uitgevoerd. Dit heeft geleid
tot een aantal preventieve stilleggingen.
Het rapport is actief verspreid binnen de branche en geplaatst op website
van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Het rapport heeft een bijdrage
geleverd aan de discussie rond het Normenkader Veilig Werken. Het onderwerp
"veiligheid van baanwerkers" is in de trendanalyses, jaarplannen en
jaarberichten altijd behandeld.
Onderzoek veilige berijdbaarheid, 15 december 2004, IVW-DR/04/M10.010.046
Dit rapport beschrijft het resultaat van de eerste fase van het opstellen
van de monitor veiligheid infrastructuur. Ook geeft het inzicht in de
onderhoudsprocessen bij ProRail en procescontractaannemers. Het rapport
biedt inzicht in de materie van onderhoud van de infrastructuur. Thans
wordt door de Inspectie Verkeer en Waterstaat en Prorail verder gewerkt aan
het opzetten van de veiligheidsmonitor. Hiermee wordt inzicht verkregen in
de onderhoudstoestand van de infrastructuur en de daaraan gerelateerde
veiligheid. Het is de bedoeling dat Prorail periodiek gaat rapporten aan de
Inspectie V&W over de toestand van de infrastructuur voor zover dat voor de
veiligheid van belang is. Het betreft bijvoorbeeld gegevens over de staat
van de wissels, spoorstaafgebreken, ligging van het spoor, et cetera. Deze
gegevens zullen in de trendanalyse en het jaarbericht verwerkt gaan worden.
De trendanalyse en het jaarbericht over het begrotingsjaar 2005 zullen in
respectievelijk mei en april 2006 aan de kamer worden gezonden. Over de
ontwikkeling van de veiligheidsmonitor is in het jaarbericht 2004 bericht.
Tot slot wil ik er op wijzen dat het merendeel van de rapporten gericht is
geweest op kennisverwerving. Deze kennis is gebruikt voor het opstellen van
beleid (kadernota), voor het inventariseren en het beoordelen van
maatregelen. Voorzover het relevante informatie betrof, zijn de resultaten
van genoemde studies en onderzoeken verwerkt in de trendanalyses en
jaarberichten. Daarmee zijn voor mij de trendanalyse en het jaarbericht van
de Inspectie Verkeer en Waterstaat belangrijke instrumenten om integraal
over alle relevante ontwikkelingen op het gebied van spoorwegveiligheid aan
uw Kamer te rapporteren.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat