Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

CG-Raad gaat voor 100% toegankelijk openbaar vervoer
---

Minister Karla Peijs van Verkeer & Waterstaat wil lang niet alle 385 NS-stations geschikt laten maken voor mensen met een functiebeperking. Als het aan haar ligt blijven namelijk ruim 150 van die stations ontoegankelijk, met name de kleinere. De keuze voor de zogenaamde deelvariant blijkt uit een brief over de verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer, die zij op 12 oktober 2005 heeft gestuurd aan de Tweede Kamer.

De minister beargumenteert haar keuze door aan te geven dat met deze 60 procent wel 90 procent van de reizigers wordt bediend. De CG-Raad vindt de keuze van de minister teleurstellend en is van mening dat zij direct had moeten kiezen voor de volledige variant, namelijk 100 procent toegankelijkheid van zowel de stations als van het materieel.

40 procent van de veelal kleinere stations zal dus in 2030 niet volledig toegankelijk zijn voor met name mensen met een motorische handicap. Minister Peijs stelt in haar brief dat er altijd binnen een bepaalde straal van de woonplaats van de gehandicapte een volledig toegankelijk station ligt. Maar hoe groot die straal mag zijn en hoe je er moet komen, zijn vragen waarop in de brief geen antwoord wordt gegeven. En daar ligt nu precies de zwakke schakel van haar keuze. Sinds de invoering van de limieten in het bovenregionaal vervoer voor mensen met een handicap (Valys) kunnen gebruikers die ver van een toegankelijk station wonen nog maar een beperkt aantal ritten van hun huisadres naar het dichtstbijzijnde toegankelijke station maken. En ook de provinciale en lokale overheid beknibbelen steeds meer op het aantal kilometers van Regiotaxi en Wvg-vervoer. Vervoer van huis naar de dichtbijzijnde toegankelijke bushalte / OV-knooppunt lijkt daarbij steeds meer (beleids)uitgangspunt te worden. Hoe ziet je vervolgtraject er vervolgens uit? Hoeveel extra reistijd ben je kwijt? En hoe zit het met de kosten? Ook op deze vragen blijft de minister het antwoord schuldig.

De CG-Raad is van mening dat ondanks de stap voorwaarts nog veel mensen buiten de boot zullen blijven vallen. Dat moeten we zien te voorkomen! Het doet ook geen recht aan de eerder gedane beloften van de toenmalige minister Tineke Netelenbos en de tekst over openbaar vervoer in de Wet Gelijke Behandeling Gehandicapten en Chronisch Zieken, waarvan de ingangsdatum overigens nog bekrachtigd moet worden.

In de brief aan de Tweede Kamer gaat de minister ook in op de toegankelijkheid van het stads- en streekvervoer. In 2010 moet dat zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor mensen met een functiebeperking. Voor het materieel lijkt dit zonder extra maatregelen aardig te lukken. Het probleem doet zich echter voor bij de hoogte van de 57.000 haltes die in Nederland liggen. Die moet naar 18 cm, zodat ook rolstoelgebruikers gebruik kunnen maken van de bus. De minister meldt in haar brief dat zij de Tweede Kamer hierover nog nader zal informeren.

Vervolg en actie

De minister drukt zich in haar brief uit in termen als voorlopig standpunt. Hiermee lijkt ze zich bij voorbaat in te willen dekken tegen kritische geluiden en de (eventuele) wens van de Tweede Kamer om de Wet Gelijke Behandeling ook voor openbaar vervoer in werking te stellen. Want als de Kamer dat laatste wenst, dan heeft de minister geen andere keuze dan extra gelden op tafel te leggen. Met het toegankelijk maken van de overige 40 procent van de stations is ruim 100 miljoen euro gemoeid. Dat is een kleine 10 procent van de totale kosten voor het toegankelijk maken van het spoor (510 miljoen voor de stations en 450 tot 500 miljoen voor het materieel). Volgens de CG-Raad is deze extra investering over een periode van 25 jaar zondermeer de moeite waard. En wat de Wet Gelijke Behandeling betreft, daar moet vervoer natuurlijk wettelijk in worden vastgelegd. Als stok achter de deur voor de overheid (rijk, provincies en gemeenten) en de vervoerders om serieus werk te maken van volledige toegankelijkheid van het openbaar vervoer. De CG-Raad zal hier bij de minister en Tweede Kamer op aandringen. Te beginnen bij de hoorzitting van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de Nota Mobiliteit op 27 oktober a.s.

Verdere informatie: Brief van de minister aan de Tweede Kamer

(Geplaatst: 24 oktober 2005)

---