EUROPESE HOF KIJKT NAAR DISCRIMINATIE DIVIDENDBELASTING IN EUROPA
Amsterdam, 21 oktober 2005 - De Belastingkamer van het Gerechtshof van
Amsterdam vraagt het Europese Hof van Justitie nog eens goed te kijken naar
de mogelijke discriminatie van buitenlandse aandeelhouders in de
dividendbelasting. Het Hof Den Bosch heeft onlangs (9 september jl.) een
soortgelijke zaak zelf afgedaan. Met de uitspraak van het Hof Amsterdam
ontstaat echter het vooruitzicht op een principiële uitspraak met potentieel
verstrekkende gevolgen voor de Nederlandse schatkist en andere lidstaten van
de Europese Unie die fiscaal onderscheid maken tussen binnen- en
buitenlandse aandeelhouders. Staatssecretaris Wijn van Financiën kan niet
langer de ogen sluiten voor de stelling van veel fiscalisten dat meer
fiscale bepalingen strijdig zijn met het Europese recht dan hij onderkent in
de nota "Werken aan winst". In deze nota staan plannen voor de hervorming
van de vennootschapsbelasting.
In een beroepsprocedure bij het Hof te Amsterdam heeft advocatenkantoor
NautaDutilh namens haar cliënt, een Portugese vennootschap, betoogd dat het
inhouden van dividendbelasting door haar Nederlandse dochter discriminerend
werkt. Als de cliënt in Nederland gevestigd zou zijn, zou de dochter geen
dividendbelasting hoeven in te houden. In zijn tussenvonnis van 21 september
jl. stelt het Gerechtshof dat deze verschillende behandeling gerechtvaardigd
wordt door de administratieve vereenvoudiging die de vrijstelling van
dividendbelasting in binnenlandse verhoudingen tot doel heeft. Het Hof
twijfelt echter aan de juistheid van zijn standpunt wegens het recente
Fokus-Bankarrest van het Hof van Justitie van de Europese Vrijhandels
Associatie (EVA), waarin dit Hof een tegengesteld standpunt inneemt.
Volgens Derk Prinsen, partner bij NautaDutilh, is het inhouden van
dividendbelasting van een dividend van een Nederlandse dochter aan een
Portugese moederonderneming in strijd met de door het Europese Verdrag
gewaarborgde vrijheid van kapitaalverkeer. ,,Als het dividend aan een
Nederlandse moedervennootschap wordt uitgekeerd, wordt er geen
dividendbelasting ingehouden en wordt het dividend ook niet onderworpen aan
vennootschapsbelasting door de deelnemingsvrijstelling. Als het dividend aan
een Portugese vennootschap wordt uitgekeerd, wordt het niet aan Portugese
vennootschapsbelasting onderworpen, want Portugal kent ook een soort
deelnemingsvrijstelling. Maar de dividendbelasting die in dit geval wel
wordt ingehouden, maakt het voor een buitenlandse vennootschap duurder dan
voor een Nederlandse aandeelhouder om in een Nederlandse vennootschap te
investeren. Zo belemmert de dividendbelasting het kapitaalverkeer in
Europa.''
Het unieke kenmerk van het tussenvonnis van het Amsterdamse Hof is dat dit
hof het Europese Hof de prejudiciële vraag stelt of het van belang is of de
buitenlandse aandeelhouder de Nederlandse dividendbelasting met de Portugese
belasting over het dividend mag verrekenen en Portugal het eventuele
verschil aan de buitenlandse aandeelhouder restitueert. Het EVA-Hof heeft
een dergelijke vraag in het zogenaamde Fokus-Bankarrest met "nee"
beantwoord. Als het Europese Hof het EVA-Hof daarin volgt, moet het
Amsterdamse hof de Portugese aandeelhouder gelijk geven. NautaDutilh heeft
goede hoop dat dit het geval zal zijn.
Over NautaDutilh
NautaDutilh is met bijna 450 advocaten, notarissen en belastingadviseurs één
van de grootste kantoren in de Benelux en biedt juridische dienstverlening
op het hoogste niveau. De kantoren bevinden zich in Amsterdam, Brussel,
Rotterdam, Luxemburg, Londen en New York. NautaDutilh onderhoudt hechte maar
niet-exclusieve relaties met topkantoren wereldwijd.