Beantwoording kamervragen Szabó over de Nederlandse hulp aan Tanzania
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Sub-Sahara Afrika
Afdeling Midden- en Oost-Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |
|Datum |21 oktober 2005 |Behand|Jos Weijland | | | |eld | | |Kenmer|DAF/MA-853/05 |Telefo|070-348 5196 | |k | |on | | |Blad |1/1 |Fax |070-348 6607 | |Bijlag|1 |Email | |e(n) | |jos.weijland@minbuza.nl | |Betref|Beantwoording vragen van het lid | | |t |Szabó over de Nederlandse hulp aan | | | |Tanzania | |Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Szabó over de Nederlandse hulp aan Tanzania. Deze vragen werden ingezonden op 6 oktober 2005 met kenmerk 2050600890.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Szabó (VVD) over de Nederlandse hulp aan Tanzania.
Vraag 1
Is Tanzania, ondanks jarenlange, zeer aanzienlijke steun vanuit het buitenland, gedaald op de ontwikkelingsranglijst van het United Nations Development Programme (UNDP) en wel naar plaats 164 van de 177 daarop voorkomende landen? 1) Zo ja, is er naar uw mening sprake van falend ontwikkelingsbeleid?
Antwoord
Inderdaad is Tanzania op de ontwikkelingsranglijst van het United Nations Development Programme (UNDP) gedaald. Het gaat er echter niet zozeer om wat de positie van Tanzania is ten opzichte van andere landen, die zich immers sneller kunnen ontwikkelen, maar veeleer om de ontwikkelingstrend van Tanzania zelf. Deze vertoont vanaf 2000 een lichte stijging. Die relatieve daling duidt dan ook niet op een falend ontwikkelingsbeleid.
Tanzania is er de afgelopen tien jaar in geslaagd een gezond macro-economisch beleid te voeren, dat tevens gericht is op economische groei op de langere termijn, waarbij ontwikkeling van de (lokale) particuliere sector centraal staat.
Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat Tanzania een omschakeling heeft moeten doormaken van een decennialang gevoerd centraal economisch beleid naar een meer liberale marktgerichte economie, waarbij tachtig procent van de beroepsbevolking werkzaam is in de landbouw. Dit maakt de economie kwetsbaar voor externe factoren, zoals weersomstandigheden en daling van de wereldmarktprijzen. Teneinde deze kwetsbaarheid te verminderen, tracht de overheid diversificatie van de economie te bevorderen door ontwikkeling van het lokale bedrijfsleven.
Vraag 2
Heeft het grootste deel van de Tanzaniaanse bevolking tot nu toe iets gemerkt van de gerealiseerde economische groei?
Antwoord
Hoewel de groei in de mijnbouwsector en het toerisme wellicht het meest in het oog springen, heeft de landbouwsector de laatste drie jaar met afstand de grootste bijdrage geleverd aan de groei van het Bruto Nationaal Product van Tanzania. Dit laat onverlet dat de armoede zich vooral op het platteland concentreert. Waar de op zich indrukwekkende groeicijfers vooralsnog onvoldoende doorwerken in een evenredige inkomensstijging voor grote delen van de plattelandsbevolking, leiden de toegenomen overheidsinkomsten uit die economische groei, alsmede de internationale hulp, wel tot betere toegang tot water, onderwijs en gezondheidszorg.
Vraag 3
Onderschrijft u de stelling van president Benjamin Mkapa dat ontwikkelingshulp de waardigheid van de onafhankelijkheid aantast?
Antwoord
President Mkapa geeft in het interview met NRC Handelsblad aan, dat "een te grote afhankelijkheid van buitenlandse hulp" de waardigheid van onafhankelijkheid aantast, maar erkent in hetzelfde interview, dat donorsteun essentieel blijft voor de ontwikkeling van het land. Hij geeft daarbij tevens aan zeer gelukkig te zijn met het besluit van de G-8 de schulden van o.m. Tanzania kwijt te schelden, waardoor Tanzania de voor schuldverlichting gereserveerde middelen kan aanwenden voor de prioriteiten van het Tanzaniaanse beleid.
Ontwikkelingshulp - ik spreek liever van ontwikkelingssamenwerking - hoeft de onafhankelijkheid niet aan te tasten, mits deze samenwerking gebaseerd is op een open en constructieve dialoog en zo nauw mogelijk aansluit bij de binnenlandse beleidsprioriteiten en bestuurlijke systemen en processen. Juist op dit punt zijn de Tanzaniaanse overheid en zijn ontwikkelingspartners bezig om een kwalitatieve slag te maken met de uitwerking van een Joint Assistance Strategy. Op initiatief van Tanzania wordt sinds eind december 2004 op basis van een aangepast beleid (National Strategy for Growth and the Reduction of Poverty) overleg gevoerd met donoren over stroomlijning van de donorbijdragen en efficiëntere aanwending daarvan in het beleidsplan van Tanzania.
Vraag 4
Is de scheidende president Mkapa er in geslaagd de 'grote vissen' aan te pakken bij zijn streven om de corruptie te bestrijden? Zo niet, welke consequenties heeft dit voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking met dit land?
Antwoord
Zoals President Mkapa zelf aangeeft had hij "meer willen doen" op het gebied van de corruptiebestrijding. Tevens wijst hij op enkele beperkende omstandigheden met betrekking tot onderzoek, vervolging en de rechterlijke macht. Waar het niet tot grote aantallen veroordelingen is gekomen, heeft de President bij de nominatie van kandidaten voor de aanstaande verkiezingen zijn invloed wel aangewend om politici, waarvan aangenomen werd dat zij zich schuldig hadden gemaakt aan corruptie, niet op te nemen.
Meer in het algemeen kan worden geconstateerd dat Tanzania de laatste tien jaar aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt in de bestrijding van de corruptie en is het land op dit punt gestegen op de index van zowel de Wereldbank als de Millennium Challenge Account van de Verenigde Staten. Corruptie, en de bestrijding daarvan, staat niet alleen bovenaan de agenda van de beleidsdialoog tussen overheid en donoren, maar zijn ook opgenomen in alle monitoring- en evaluatie-instrumenten. Voorts zijn de medewerkers van de Ambassade te Dar es Salaam getraind in Public Finance Management en het beoordelen van audits en andere instrumenten zoals Expenditure Tracking Surveys.
Er blijft evenwel nog veel te doen op dit terrein. Het onderwerp corruptie zal aandacht blijven behoeven, zowel van de zijde van de Tanzaniaanse overheid als van de zijde van donoren, waaronder Nederland.
Vraag 5
Heeft u uit het feit dat de prijzen van Tanzania's belangrijkste exportproducten, zoals katoen, koffie en cashewnoten op de wereldmarkt de afgelopen 20 jaar met gemiddeld meer dan de helft zijn gedaald, beleidsconsequenties getrokken om Tanzania minder afhankelijk te maken van de inkomsten uit deze producten? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Ja. Nederland leidt de donorgroep, die zich richt op ontwikkeling van de particuliere sector. Daarbij wordt in samenwerking met Tanzania en andere betrokken donoren, ondersteuning verleend in verbetering van het klimaat voor het bedrijfsleven en de financiële sector teneinde betere voorwaarden te scheppen voor het aantrekken van nieuwe investeerders, die noodzakelijk zijn voor diversificatie van de economie.
Vraag 6
Zijn er reeds gesprekken gevoerd met de regering van Tanzania over de vraag op welke datum de ontwikkelingsrelatie zal worden beëindigd gelet op de uitspraak van president Mkapa dat het op eigen benen staan van Tanzania dichterbij komt? 2) Zo neen, bent u bereid deze gesprekken aan te gaan, zodat het land in de woorden van president Mkapa de waardigheid en onafhankelijkheid weer terug kan krijgen?
Antwoord
Nee. Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven, voert Tanzania overleg over stroomlijning van donorbijdragen, niet over beëindiging daarvan. Het is de wens van president Mkapa om op eigen benen te staan, maar hij realiseert zich terdege, dat ondersteuning noodzakelijk blijft, totdat Tanzania voldoende (lokale) capaciteit heeft opgebouwd om voor de eigen bevolking een redelijk welvaartsniveau mogelijk te maken.
Conform de Verklaring van Parijs (harmonisatie en "alignment" van ontwikkelingssamenwerking) sluit de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, en die van een groot aantal andere donoren, in toenemende mate aan op het Tanzaniaanse beleid voor armoedebestrijding en wordt indien mogelijk gebruik gemaakt van de uitvoerings- en verantwoordingsstructuren van Tanzania zelf. Deze werkwijze laat alle ruimte voor leiderschap van de regering van Tanzania, hetgeen tot uitdrukking komt in de Joint Assistance Strategy.
---- --