Socialistische Partij
Sociale werkvoorziening verdient beter dan uitsterfscenario
Staatssecretaris Van Hoof stelt dat zijn plannen voor een nieuwe Wet
sociale werkvoorziening (WSW) geen bezuinigingsdoelstelling hebben.
Maar zijn voorstel betekent een uitsterfscenario voor de sociale
werkvoorziening.
---
door Jan de Wit, Tweede-Kamerlid voor de SP, en Henk van Gerven,
SP-wethouder in Oss
---
In artikel 23 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens
uit 1948 staat: "Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van
beroep, op rechtvaardige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op
bescherming tegen werkloosheid." Dit geldt ook voor
arbeidsgehandicapten. Als op de vrije markt voor hen geen werk
gevonden kan worden, dient er een sociale werkvoorziening te zijn. In
tijden van hoogconjunctuur en een tekort aan arbeidskrachten is de
druk op de sociale werkvoorziening lager. Bij laagconjunctuur en
toenemende werkloosheid neemt de druk juist toe. Het schrappen van
ID-banen heeft geleid tot een extra instroom. Het aantal WSW'ers
groeide naar 91.000 in 1998. Vanwege die groei scherpte het Rijk in
1998 de toelatingscriteria aan. Na een korte stabilisatie zien we nu
weer een gestage groei, dankzij de haperende economie en de slechtere
situatie op de arbeidsmarkt, waardoor kwetsbare groepen moeilijker
werk kunnen vinden op de reguliere arbeidsmarkt.
Het antwoord van het huidige kabinet was het verplaatsen van de
indicatiestelling van de gemeenten naar het Centrum voor Werk en
Inkomen. De indicatiestelling zou door gemeenten niet goed worden
uitgevoerd. De lokale overheid zou er uit vermeend eigenbelang een
potje van maken. Feit is echter dat veel gemeenten geld bijleggen om
de banen in stand te houden. Bovendien wil de regering wel de
verantwoordelijkheid voor de uitvoering zoveel mogelijk bij de
gemeenten neerleggen. Denk ook aan de bijstandswet, waarvoor de
gemeente de indicatiestelling al van oudsher zelf uitvoert.
De eerste resultaten van de indicatiestelling door het CWI stemmen
weinig hoopvol. In de regio Brabant Noordoost is een goed
functionerend indicatieteam van het Werkvoorzieningschap om zeep
geholpen en vervangen door de CWI-bureaucratie. In 2004 werden nog 419
nieuwe positieve indicatiebesluiten genomen. Het CWI komt tot medio
augustus niet verder dan het schamele aantal van 33. Dramatische
cijfers waardoor de wachtlijsten voor de WSW `vanzelf' opdrogen en de
verborgen bezuinigingsagenda aan het licht komt. Objectieve
onafhankelijke indicatiestelling wordt misbruikt voor rantsoenering.
Zeker nu ook de mensen die gedeeltelijk in de WAO zitten (40% van de
WSW'ers heeft een WAO-verleden) geen indicatie meer krijgen. Voeg
daarbij nog het voorstel om - in strijd met alle afspraken - ook
mensen die al voor 1998 in de WSW zaten te herkeuren. Het ziet er
somber uit voor de sociale werkvoorziening en de mensen die er
afhankelijk van zijn.
Van Hoof wil zoveel mogelijk WSW'ers laten werken in het gewone
bedrijf via begeleid werken. Maar het aantal dat via begeleid werken
aan de slag is gekomen, is verwaarloosbaar. Het gaat om 1 tot 2
procent van de mensen met een volledige WSW-baan. Ondernemers hebben
een winstdoelstelling, niet een maatschappelijke. Daarom werkt
begeleid werken niet - en zeker niet in het huidige economische
klimaat.
Het kabinet wil ook het `functieloon' ter discussie stellen. Uit
onderzoek in opdracht van het ministerie zelf blijkt echter dat "er
geen sprake is van een opmerkelijk, hoog beloningsniveau in relatie
tot andere vergelijkbare sectoren en CAO's". Het inkomen van een
WSW'er ligt gemiddeld op een niveau van circa 120 procent van het
minimumloon en de brutoloonstijging was in de periode 1998-2002 3
procent lager ten opzichte van vergelijkbare arbeidssectoren. Geen
vetpot dus.
Van Hoof wil ook een bevriezing van het aantal WSW-plaatsen. Op grond
van de indicatiestelling door het CWI vindt in de toekomst
herverdeling plaats. Dit zal echter ongewenste effecten hebben voor
sw-bedrijven en gemeenten die zeer actief zijn geweest om
arbeidsgehandicapten aan het werk te helpen. De cijfers van Brabant
Noordoost spreken boekdelen. Goed werk wordt niet beloond maar
afgestraft. De continuïteit van WSW-bedrijven is daarbij in het geding
en gemeenten lopen grote financiële risico's.
Als Van Hoof echt niet het doel heeft om te bezuinigen, zoals hij
claimt, moet hij het over een andere boeg gooien om de sociale
werkvoorziening weer gezond te maken. Breng de verantwoordelijkheid
voor de WSW-indicatiestelling terug bij de gemeente. Perk de
toegangscriteria tot de WSW niet in. Laat het recht van de
arbeidsgehandicapte op volwaardig werk centraal staan. Ga niet onnodig
en tegen de afspraak in de mensen herkeuren die al voor 1998 een
WSW-indicatie hebben. Laat mensen met een gedeeltelijke WAO uitkering
ook in aanmerking komen. Tast de rechten van de WSW'ers niet onnodig
aan en handhaaf het functieloon. Verhoog het landelijke budget om de
wachtlijsten op te heffen. Verdeel de geoormerkte middelen naar de
gemeenten op basis van het aantal geïndiceerde WSW'ers. De verdeling
van de middelen mag niet leiden tot ongewenste herverdeeleffecten
zoals bij de Wet Werk en Bijstand. Geen gemeente mag er op achter
uitgaan.
De WSW houdt bijna 100.000 Nederlanders aan het werk. Het is een groot
goed dat arbeidsgehandicapten volwaardige arbeid kunnen verrichten,
waardoor ze een grote bijdrage leveren aan de samenleving. Bovendien
maakt goed werk mensen zelfbewuster, zelfstandiger, gelukkiger en
gezonder. Hierdoor hoeven zij veel minder een beroep te doen op
zorginstanties, dan wanneer ze thuis zitten te niksen en te piekeren.
De WSW verdient alleen daarom al versterking en geen uitsterfscenario.
13 oktober 2005