de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Postbus 20018 Telefoon (070) 333 44 44
2500 EA Den Haag Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
Ons kenmerk AM/SAM/05/80196
Onderwerp Modernisering Wsw Datum 7 oktober 2005
Op 15 juni jl. stuurde ik uw Kamer een brief met voorstellen voor modernisering van de
Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw)1. Inmiddels heb ik van diverse partijen reacties op de
brief ontvangen. Daaruit is mij gebleken dat een paar voorstellen in de brief vragen
oproepen. Ik zal die voorstellen in deze brief nader toelichten.
Ten eerste blijkt niet helemaal duidelijk te zijn wat ik heb voorgesteld ten aanzien van
gedeeltelijk arbeidsgeschikten die zich aanmelden voor een Wsw-indicatie en gedeeltelijk
arbeidsgeschikten die al in de Wsw zitten.
Ten tweede is de vraag gesteld hoe het precies zit met de herindicatie van een beperkt deel
van de doelgroep van voor 1998.
Ten derde wil ik toelichten dat personen die de Wsw-indicatie verliezen net als nu niet
ontslagen mogen worden zonder dat de gemeente hen een passend arbeidsaanbod doet.
1. Gedeeltelijk arbeidsgeschikten
De Wsw is bedoeld voor mensen die door hun handicap niet op de reguliere arbeidsmarkt
buiten de Wsw kunnen participeren. Het spreekt dus voor zich dat mensen die dat wel
kunnen, niet tot de Wsw-doelgroep behoren. Toch komt het in de praktijk voor dat mensen,
nádat door UWV in het kader van de WAO-keuring is vastgesteld dat zij gedeeltelijk
arbeidsgeschikt zijn, zich direct aanmelden voor een Wsw-indicatie om te zien of zij voor
een Wsw-plaats in aanmerking kunnen komen. Omdat betrokkene gedeeltelijk
arbeidsgeschikt is, is de kans daarop niet erg groot. Dat blijkt ook uit het feit dat er relatief
weinig gedeeltelijk arbeidsgeschikten tot de Wsw worden toegelaten sinds 1998. In totaal
gaat het op dit moment om circa 2.000 personen.
Ik heb in mijn brief van 15 juni jl. voorgesteld om te regelen dat CWI nieuwe aanvragen
voor een Wsw-indicatie in deze gevallen niet direct in behandeling neemt. De gedeeltelijk
arbeidsgeschikt verklaarde cliënt moet éérst proberen om met behulp van UWV aan het
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 29 817, nr. 7
Ons kenmerk AM/SAM/05/80196
Datum
werk te komen in een functie die gegeven de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid passend is.
Om te voorkomen dat personen tussen de wal en het schip raken heb ik voorgesteld dat,
nadat is gebleken dat integratie op de reguliere arbeidsmarkt niet slaagt, CWI op
gezamenlijk verzoek van betrokkene en UWV, alsnog kan bezien of de cliënt ondanks de
gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid toch tot de doelgroep van de Wsw behoort. Het zal daarbij
naar verwachting om uitzonderingen gaan. Door eerst te proberen te reïntegreren worden bij
voorbaat kansloze Wsw-indicatieprocedures, met alle belasting van dien voor CWI en
vooral de cliënt zelf, voorkomen.
Deze maatregel heeft alleen betrekking op nieuwe aanvragen voor een Wsw-indicatie, en
heeft dus géén invloed op de herindicatie van personen die al voor de Wsw geïndiceerd
zijn. Evenmin heeft de uitkomst van de Wsw-indicatie nu of in de toekomst gevolgen voor
de WAO- of toekomstige WIA-keuring. De Wsw-indicatie is en blijft een zelfstandige, door
CWI uitgevoerde indicatie die zich alléén richt op de vraag of men gezien de
arbeidshandicap wel of niet tot de Wsw-doelgroep behoort.
2. Beperkte herindicatie van de oude doelgroep
In 1998 zijn de toelatingscriteria voor de Wsw aangepast. Vóór 1998 kon men makkelijker
de Wsw instromen dan daarna. Sinds 1998 is expliciet geregeld dat de Wsw alleen bedoeld
is voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke en/of psychische arbeidshandicap.
Vóór 1998 konden mensen ook zonder een medisch te duiden arbeidshandicap de Wsw
instromen. Deze mensen, die niet zijn ingestroomd op grond van één van de drie genoemde
handicaps, worden aangeduid als `categorie vier'.
Bij de inwerkingtreding van de nieuwe Wsw in 1998 is ook de `herindicatie'
geïntroduceerd. Periodiek wordt voor alle Wsw-geïndiceerden bezien of zij gezien hun
handicap nog tot de Wsw-doelgroep behoren. In 1998 is afgesproken dat alle personen die
vóór dat moment werkzaam waren in de Wsw, niet zullen worden geherindiceerd en dus tot
hun 65e in aanmerking blijven komen voor de Wsw.
Ik ben van mening dat de betreffende Wsw-geïndiceerden met deze afspraak geen dienst
wordt bewezen. Voor zover het personen betreft die in staat zijn ook buiten de Wsw aan het
werk te komen, acht ik een levenslange Wsw-indicatie geen onverdeeld voorrecht, maar
eerder een beperking bij het zoeken naar mogelijkheden om de aanwezige capaciteiten
optimaal te benutten. Daarnaast vind ik het onwenselijk dat Wsw-plaatsen bezet worden
door personen die ook buiten de Wsw aan het werk zouden kunnen, terwijl nog vele
personen die alleen op de Wsw aangewezen zijn op de wachtlijst staan.
Ik heb in de brief van 15 juni daarom voorgesteld om een beperkte groep werknemers van
voor 1998 alsnog te herindiceren volgens de criteria die gelden vanaf 1998.
---
Ons kenmerk AM/SAM/05/80196
Datum
Het gaat om een beperkte groep, waarvan de kans dat zij buiten de Wsw aan het werk
zouden kunnen, ook echt aanwezig is. In concreto gaat het om personen die gedeeltelijk
arbeidsgeschikt zijn en personen die de Wsw destijds ingestroomd zijn zonder medisch te
duiden arbeidshandicap (categorie 4). Binnen deze groepen gaat het alleen om personen die
jonger zijn dan 50 jaar.
Overigens betekent herindicatie van deze personen natuurlijk niet dat de indicatie
automatisch wordt ingetrokken. Alléén in die gevallen waarin betrokkene in staat is om
regulier, buiten de Wsw, te werken, zal de indicatie worden ingetrokken.
Om hoeveel mensen gaat het?
Door bestandskoppeling is inmiddels duidelijk geworden dat de totale groep waarvan wordt
voorgesteld hen alsnog te herindiceren circa 4.200 bedraagt (van de circa 61.000
werknemers van vóór 1998). Dat is minder dan de raming van 7.000 waarvan in de brief uit
juni nog melding werd gemaakt. Ten aanzien van die raming werd in de brief al gemeld dat
het definitieve aantal door bestandskoppeling zou worden vastgesteld.
---
Ons kenmerk AM/SAM/05/80196
Datum
Figuur 1. Raming opbouw Wsw-werknemersbestand eind 2006
Totaal: 99.000
Vóór 1998 61.000
(géén periodieke herindicatie)
jonger dan 50:
Categorie 4
Voorstel: herindiceren (aantal: 2.000)
Gedeeltelijk AO
(aantal: 2.200)
Ná 1998 38.000
(wél periodieke herindicatie)
Gedeeltelijk arbeidsongeschikt (aantal: 2.000)
3. Géén ontslag, wél reïntegratie na het intrekken van de Wsw-indicatie
Personen waarvan de Wsw-indicatie wordt ingetrokken, mogen niet worden ontslagen
zonder dat sprake is van een passend arbeidsaanbod. Die garantie is op dit moment al in de
Wsw opgenomen en zal vanzelfsprekend gehandhaafd blijven. Er zal geen sprake zijn van
ontslag van Wsw-werknemers.
---
Ons kenmerk AM/SAM/05/80196
Datum
Wel wil ik gemeenten ook in financiële zin stimuleren om werk te maken van de
reïntegratie van Wsw-werknemers die hun Wsw-indicatie verliezen. Op dit moment is in de
Wsw vastgelegd dat gemeenten voor personen die hun Wsw-indicatie verliezen een passend
arbeidsaanbod buiten Wsw-verband moeten zoeken. Echter, zolang dit aanbod door
gemeenten niet is gedaan, blijft de Wsw-subsidie volledig doorlopen. In de praktijk blijft
het arbeidsaanbod aan personen zonder Wsw-indicatie dan ook vaak uit, en blijven deze
personen gewoon doorwerken, met behoud van de volledige Wsw-subsidie.
Ik heb voorgesteld om de Wsw-subsidie aan personen waarvan de Wsw-indicatie wordt
beëindigd, in vijf jaar tijd af te bouwen. Gemeenten blijven voor deze werknemers Wsw-
subsidie ontvangen, zij het elk jaar minder. Gemeenten worden daardoor geprikkeld om
daadwerkelijk op zoek te gaan naar een ander arbeidsaanbod voor de betreffende
werknemer. Dat kan overigens ook binnen het sw-bedrijf zijn, maar dan zonder Wsw-
subsidie.
Hoewel hiermee een financiële prikkel voor gemeenten wordt geïntroduceerd om zich in te
zetten voor de reïntegratie van voormalig Wsw-geïndiceerden, betekent dit in geen enkel
opzicht een extra taak voor de gemeenten. Ook nu al worden gemeenten geacht om op zoek
te gaan naar een passend arbeidsaanbod voor Wsw-werknemers die geen Wsw-indicatie
meer hebben. Gemeenten die dit nalaten worden daar op dit moment echter met een tot het
65e jaar doorlopende Wsw-subsidie voor beloond. Aan die situatie wil ik, in die gevallen
waarin die situatie langer dan vijf jaar blijft voortduren, een eind maken.
Samenvattend
De toelatingscriteria voor de Wsw blijven ongewijzigd. Iedere arbeidsgehandicapte kan
zich aanmelden voor een Wsw-indicatie. Nieuw is het voorstel om gedeeltelijk
arbeidsgeschikten eerst te laten reïntegreren voordat zij voor een Wsw-indicatiestelling in
aanmerking komen.
Daarnaast wordt voorgesteld een beperkte groep van vóór 1998 alsnog te herindiceren. Het
gaat om personen jonger dan 50 jaar die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en/of geen
medische arbeidshandicap hebben. In totaal gaat het om circa 4.200 personen.
Ten slotte wil ik gemeenten extra stimuleren om aan personen die de Wsw-indicatie
verliezen een passend ander arbeidsaanbod te doen. Daartoe zal ik regelen dat de Wsw-
subsidie voor personen zonder Wsw-indicatie in een periode van vijf jaar zal worden
afgebouwd.
De maatregelen zijn erop gericht om te waarborgen dat alléén personen die tot de Wsw-
doelgroep behoren ook daadwerkelijk tot de Wsw worden toegelaten. Daarmee kan ook
worden voorkomen dat Wsw-geïndiceerden op de wachtlijst ten onrechte lang moeten
---
Ons kenmerk AM/SAM/05/80196
Datum
wachten op een Wsw-plaats. Het aantal voor de Wsw beschikbare arbeidsplaatsen wordt
niet door de voorstellen beïnvloedt en blijft dus op hetzelfde niveau.
De staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H. A. L. van Hoof)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid