Invoering boetebeleid voor Spoorwegpolitie soepel verlopen
Driebergen 05-10-2005 - De inzet van de Spoorwegpolitie van het Korps
landelijke politiediensten bij de introductie van het boetebeleid van
NS is volgens plan verlopen. De eerste vier dagen zijn er 215
assistentieverzoeken van conducteurs bij de Spoorwegpolitie
binnengekomen. Dit is iets meer dan voor de invoering van het
boetebeleid (30-50 per dag).
Op zaterdag 1 oktober, de eerste dag van het boetebeleid kwam de
Spoorwegpolitie 54 keer in actie. Op zondag 2 oktober was dat 44 keer.
Maandag 3 oktober, de eerste werkdag sinds de invoering van het
boetebeleid, waren er 54 en dinsdag 4 oktober 62 assistentieverzoeken
van conducteurs. Verreweg de meeste assistentieverzoeken betreffen een
controle van het identificatiebewijs wanneer reizigers geen
vervoerbewijs bij zich hebben. Er waren tien agressiegevallen, het
merendeel verbaal. In een enkel geval ging het om slaan of duwen.
De Spoorwegpolitie van het Korps landelijke politiediensten zet extra
politiemensen in op treinen en op stations om het boetebeleid te
ondersteunen. Op de treinen is er flexibele inzet, die wordt
vastgesteld op basis van informatieanalyse. De agenten gaan
surveilleren op de lijnen waar de meeste zwartreizigers voorkomen. Per
dag inventariseert de Spoorwegpolitie aanhoudingen en
agressiemeldingen en kunnen de agenten op andere trajecten worden
ingezet.
Op de dertig grootste stations is de Spoorwegpolitie aanwezig als
onderdeel van de zogenaamde back-up teams. Dit zijn teams bestaande
uit twee agenten van de Spoorwegpolitie, een buitengewoon
opsporingsambtenaar van NS en een beveiligingsmedewerker. De back-up
teams bieden ondersteuning aan de conducteurs als deze assistentie
vragen bij het uitschrijven van de boetes.
Korps Landelijke Politiediensten