Gemeente Haarlem
5 oktober 2005
272/2005
Gemeente Haarlem, college van burgemeester en wethouders
Persbericht
Archeologie en Milieu: wethouder Grondel doet oproep aan Rijk
Grondel stelt dat gemeenten de gelegenheid moeten krijgen een archeologiefonds op te richten. Ook bepleit hij meer afstemming in regelgeving op het gebied van archeologie en milieu. Aanleiding vormen de ontwikkelingen in wetgeving op beide beleidsterreinen. Grondel, in Haarlem voor beide verantwoordelijk, juicht de aanscherping op deze gebieden toe, maar vraagt om medewerking in oplossingen voor de lokale praktijk. De Haarlemse wethouder deed zijn uitspraken op een jaarlijks congres over bodembeheer in Den Bosch, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van het Ministerie van OC&W.
Derde van Haarlem archeologische waardevol; informatie echter regelmatig in verontreinigde grond
De bodem herbergt een schat aan waardevolle informatie, zowel uit de Middeleeuwen als uit de prehistorie. Dit is vooral het geval in de steden, waar van oudsher mensen hebben geleefd. In Haarlem wordt een derde van de grond als archeologisch waardevol bestempeld. Omdat in het verleden veelal op dezelfde plaats gewoond en gewerkt werd, bevindt waardevolle archeologische informatie zich echter regelmatig in verontreinigde grond.
Wetgeving aanpassen aan situatie in steden
De milieu- en arbowetgeving op het gebied van werken in verontreinigde grond is streng. De kosten van archeologisch werken in verontreinigde grond zijn dan ook hoog. De nieuwe (europese) Maltawetgeving regelt dat in het geval van verstoring van een bodem met archeologische waarde 'de veroorzaker betaalt'. Dit betekent dat, bij archeologische vondsten in een bouwproject, de kosten voor rekening van de projectontwikkelaar zijn. Het Rijk stelt hiervoor een financiële compensatie beschikbaar, maar doet dit alleen wanneer een bepaalde drempel - gekoppeld aan de omvang van het project - wordt gehaald. Grondel voorziet hier knelpunten in de steden, waar projecten juist vaak kleinschalig zijn en die drempel niet wordt gehaald. Hiervoor biedt hij echter direct een praktische oplossing: "het Rijk moet gemeenten in de gelegenheid stellen een archeologiefonds op te richten, waaruit de compensatie betaald kan worden." Mogelijkheden voor opbouw van het fonds liggen in Rijksbijdragen maar ook bijvoorbeeld in de heffing van leges. Hij licht toe: "In de steden is er veelal geen mogelijkheid om uit te wijken naar een locatie zonder archeologische waarde, zoals de Maltawet voorstaat. De kosten blijven dus hoog. Als de ontwikkelaars de hoge kosten niet kunnen dragen lopen we dan ook een groot risico dat we ofwel de afspraken over geplande woningbouw niet kunnen nakomen, ofwel dat de hogere kosten vertaald worden in hogere (huur)prijzen van de huizen."
Milieu-eisen toepassen op fysieke locatie
Een andere kwestie is de definitie van verontreinigde grond. Op dit moment is het zo dat wanneer verschillende locaties in een bouwtraject omschreven worden als één gebied, de milieunorm van de locatie die het sterkst verontreinigd is, van toepassing wordt verklaard op het hele gebied. Locaties die minder verontreinigd of zelfs schoon zijn, worden dan ook geconfronteerd met onnodig hoge kosten. Ook hier ziet Grondel eenvoudige mogelijkheden tot verbetering : "De regelgeving op het gebied van bodemsanering en milieu moet in deze gevallen beter op elkaar worden afgestemd. Concreet betekent dit dat niet het hele bouwgebied als één locatie wordt opgevat, maar dat per fysieke locatie in kaart wordt gebracht welke eisen op milieugebied echt van kracht zijn."
Archeologie in vroeg stadium betrekken in bouwprojecten
Naast de oproepen die hij deed aan het Rijk had Grondel tenslotte een advies voor de lokale praktijk: "Zorg ervoor dat archeologische overwegingen in een vroeg stadium van de besluitvorming in een bouwproject worden betrokken." Archeologische informatie hoeft dan niet als knelpunt in een planning te worden gezien, maar krijgt dan de plaats die ze verdient: een waardevolle bijdrage aan ons cultuurhistorisch inzicht.
sector Stedelijke Ontwikkeling
Ilonka Ruiter, communicatieadviseur
023-5113582
h.ruiter@haarlem.nl
---- --