Slecht management ambtenarenapparaat Eritrea belemmert economische
ontwikkeling
Promotie Mussie Teclemichael Tessema
Het ambtenarenapparaat in ontwikkelingslanden wordt doorgaans niet
goed gemanaged. Dat geldt ook voor Eritrea, de jongste natie ten
zuiden van de Sahara. De economische en politieke situatie belemmert
de ontwikkeling van een efficiënte ambtenarij. Maar een
ambtenarenapparaat dat onvoldoende functioneert, belemmert ook de
economie en de wederopbouw na de grensoorlog met Ethiopië. Promovendus
Mussie Tessema onderzoekt welke bijdrage het HRM-beleid kan betekenen
voor een goede ambtenarij.
Uit veel studies blijkt dat HRM (human resources management) in de
meeste ontwikkelingslanden niet effectief is geweest, wat als een
belemmering van het ontwikkelingsproces wordt gezien. Overheden zijn
onvoldoende in staat (getrainde) ambtenaren vast te houden: ze hebben
de neiging de publieke dienst te verlaten als er in de private sector
of in het buitenland aantrekkelijke baantjes zijn. Dat heeft geleid
tot een aanzienlijke brain drain. Van ambtenaren die wel blijven maken
overheden onvoldoende gebruik. Dat probleem wordt versterkt nu het
najagen van eigenbelangen (corruptie, zwart bijverdienen) een
standaardgedrag is van veel ambtenaren in ontwikkelingslanden. Het
ambtenarenapparaat bevindt zich in een dubbele uitdaging: er is sprake
van een personele crisis en er zijn structurele verbeteringen nodig om
de kwaliteit van de publieke dienstverlening te verbeteren.
In zijn proefschrift onderzoekt Mussie Tessema welke rol HRM nu speelt
en zou moeten hebben in de ambtenarij van zijn geboorteland, Eritrea,
een land dat in 1993 onafhankelijk werd. Het ambtenarenapparaat kan
een belangrijke rol spelen in de wederopbouw (ook na de grensoorlog
met Ethiopië) en economische ontwikkeling die Eritrea moet doormaken.
Juist ambtenaren hebben een taak in het verdelen en mobiliseren van
schaarse goederen, en dit op een zo effectieve en efficiënte wijze.
Tessema ontwikkelde een model aan de hand waarvan kan worden nagegaan
wat de sterke en zwakke punten zijn van de Eritrese overheid op het
gebied van HRM. Daarvoor deed hij onderzoek bij tien ministeries.
Volgens Tessema staat de Eritrese overheid voor een 'probleem van
formaat'. Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan drie belangrijke
HRM-factoren: werving, training en benutting. Effectief management van
human resources in de centrale overheid van Eritrea is ontoereikend of
ontbreekt simpelweg.
Een efficiënt en goed functionerend ambtenarenapparaat in Eritrea zal
volgens de promovendus de nodige tijd vergen. Wel zal de Eritrese
overheid veel kunnen leren van HRM-praktijken in andere landen, zodat
het wiel niet opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Daarbij is het wel
van belang dat de overheid deze lessen afstemt op de specifieke
situatie in eigen land. Dat kan onder twee voorwaarden: de overheid
moet het mogelijk maken dat succesvolle HRM-methoden kunnen worden
opgenomen in de bestaande praktijk ('integratie'), en dat afstand
wordt gedaan van werkzaamheden die HRM-methoden in de weg staan
('afschaffing').
Een effectief HRM-beleid is verder afhankelijk van de economische en
politieke situatie. Vrede, stabiliteit en goed bestuur zijn van groot
belang. Indien deze condities verbeteren, aldus Tessema, is de kans
groot dat HRM-praktijken succesvol kunnen worden ingevoerd.
Mussie Teclemichael Tessema (1971, Hadish Addi, Eritrea) studeerde
bedrijfskunde aan de Universiteit van Asmara (Eritrea) en Bestuurs- en
beleidwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn
afstuderen werkte hij twee jaar als docent aan de Universiteit van
Asmara. In 2001 startte hij als assistent-in-opleiding aan de
Faculteit Sociale Wetenschappen, in het bijzonder bij het Instituut
voor Ontwikkelingsvraagstukken (IVO).
Noot voor de pers
Mussie Teclemichael Tessema promoveert woensdag 5 oktober 2005 om
14.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2,
Tilburg) op het proefschrift Practices, challenges and prospects of
human resources management (HRM) in developing countries. The case of
Eritrean civil service. Promotor is prof.dr. Joseph Soeters;
co-promotor is dr. Kiflemariam Abraham.
Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de
afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466
2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl. Mussie Teclemichael Tessema is
bereikbaar op 013 466 2947 (werk) en 06 4258 4883; e-mail:
mussiettt@yahoo.com en M.T.Tessema@uvt.nl.
Persberichten van de UvT staan ook op Internet:
www.uvt.nl/persberichten/.
Informatie over deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/.
Universiteit van Tilburg