Beantwoording kamervragen over de situatie in Birma/Myanmar
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Azië en Oceanië
Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |
|Datum |5 oktober 2005 |Behand|Maurice Pourchez | | | |eld | | |Kenmer|DAO-0753/05 |Telefo|+31 70 348 6055 | |k | |on | | |Blad |1/1 |Fax |+31 70 348 5323 | |Bijlag| |maurice.pourchez@minbuza.nl | |e(n) | | | |Betref|Beantwoording vragen van het lid Van| | |t |Bommel over de situatie in | | | |Birma/Myanmar naar aanleiding van | | | |het besluit van Global Fund van de | | | |VN alsmede vragen van de leden | | | |Douma, Koenders en Samsom over de | | | |Internationale Arbeidsorganisatie | | | |(IAO) | |Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Van Bommel over de situatie in Birma/Myanmar naar aanleiding van het besluit van Global Fund van de VN (ingezonden op 7 september 2005 met kenmerk 2040520930) alsmede de vragen van de leden Douma, Koenders en Samsom over de IAO (ingezonden op 14 september 2005 met kenmerk 2040521160) wil ik u, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken, mededelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.
Na interdepartementale afstemming wordt de beantwoording u onverwijld aangeboden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
---- --